Conservatief-populistische Gerb wint opnieuw verkiezingen in onbestuurbaar Bulgarije

De conservatief-populistische Gerb-partij heeft opnieuw de Bulgaarse parlementsverkiezingen gewonnen. De partij van voormalig premier Boyko Borisov kreeg zondag ruim 26 procent van de stemmen, blijkt maandagochtend op basis van ruim 80 procent van de getelde stemmen.

De prodemocratische en anticorruptie-partij PP-DB werd tweede met bijna 15 procent van de stemmen. Vlak daarna volgt pro-Kremlin partij Vazrajzdane, die uit de EU en de NAVO wil, met bijna 14 procent.

Pistool op nachtkastje

Bulgaren mochten afgelopen weekend voor de zevende keer in vier jaar tijd naar de stembus, nadat massale anticorruptieprotesten in 2020 een einde maakte aan drie opeenvolgende regeringen van Gerb. Aanleiding voor de protesten was een foto van de slaapkamer van Borisov met een nachtkastje vol 500-eurobiljetten en een pistool.

Sindsdien is Bulgarije de facto onbestuurbaar geworden: als partijen al met elkaar in een coalitie willen stappen, dan houden ze dat niet lang vol. Intussen komen stemgerechtigden in steeds minder grote aantallen opdagen. Het opkomstpercentage zakte vijf maanden geleden naar het laagste punt sinds het einde van het communisme in Bulgarije in 1990.

Nu is Borisov opnieuw aan zet om een stabiele coalitie te vormen. Volgens Bulgaarse media heeft de ex-bodyguard en oud-brandweerman gezegd met iedereen behalve pro-Kremlin partij Vazrajzdane te willen samenwerken. In juni stond Gerb voor dezelfde opdracht, na 24 procent van de stemmen te hebben gekregen, maar wist de centrumrechtse partij geen coalitie te vormen. In maart dit jaar viel een coalitie met Gerb en PP na onenigheid over regeringsposten.


Lees ook

Het wil maar niet lukken met een stabiele regering in Bulgarije – en de pro-Kremlin partij profiteert

‘Verenigd voor vrede’ staat op de borden van deelnemers aan een mars in Sofia op 21 oktober, georganiseerd door de pro-Russische partij Revival. Met de mars demonstreerde Revival tegen de Israëlische aanvallen op Gaza en Libanon.