Alsof de Koude Oorlog nog altijd voortduurt

Oorlog De Russische oorlog tegen Oekraïne is geen proxy oorlog van het Westen, het is een bewuste escalatie van een agressieve voormalige overheerser, schrijft .

Overblijfsel van een Russische raket op straat in Kiev.
Overblijfsel van een Russische raket op straat in Kiev.

Foto Daniel Cole / AP Photo

Het wereldbeeld van Paul Aarts en Henk Overbeek is van een verbluffende eenvoud. In hun opiniestuk Duurzame vrede pas na akkoord tussen Rusland en de NAVO (4/2) schrijven ze nog net niet dat Ruslands oorlog tegen Oekraïne de schuld is van het Westen, namelijk van ons agressieve militaire bondgenootschap. In hun ogen hebben de uitbreiding van de NAVO en de weigering om Rusland in een nieuwe veiligheidsstructuur op te nemen geleid tot een westerse „proxy oorlog” met Oekraïne als slachtoffer. NAVO-trainingen en wapenleveranties moeten Oekraïne helpen Rusland te verslaan zonder dat wij daar een soldatenleven aan opofferen. Daarom moet er onderhandeld worden, met de NAVO als oorlogspartij aan de tafel.

Was het leven maar zo simpel. Rusland heeft sinds het einde van de Sovjet-Unie in Moldavië (1991), Georgië (1991-93 en 2008) en Oekraïne (2014 en 2022) militair ingegrepen om duidelijk te maken dat ex-sovjet-republieken tot zijn invloedssfeer behoren. En Wit-Rusland is sinds de volksopstand tegen Loekasjenko van 2020 compleet van Moskou afhankelijk gemaakt.

Of regering of bevolking van die onafhankelijke landen daar mee instemmen, interesseert Rusland niet. Soevereiniteit is iets voor grootmachten. Maar de ideeën over een ‘nieuwe’ veiligheidsstructuur zijn oude wijn in oude zakken: Rusland heeft aan zijn onmetelijke grenzen bufferstaten nodig om zich te verdedigen tegen de denkbeeldige agressie van de NAVO. Zo houdt Poetin zijn regime op de been.

De oorlog tegen Oekraïne is geen proxy oorlog van het Westen, dat ‘doorvecht tot de laatste Oekraïner’. Het is een bewuste escalatie van een agressieve voormalige overheerser, waartegen Oekraïne zonder westerse wapenleveranties niet is opgewassen. Niet wij gebruiken Oekraïne, Oekraïne roept om onze hulp.

Niet uitgelokt

Poetin levert al vanaf 2014 militaire steun aan de Russische marionettenstaatjes in de Donbas. In het Moldavische Transnistrië zijn tegen de zin van president Maia Sandu Russische troepen gestationeerd. In 2008 lijfde Rusland met militair geweld de Georgische provincies Abchazië en Zuid-Ossetië in.

De inval die 24 februari vorig jaar begon is een veroveringsoorlog die noch door de Oekraïners, noch door het Westen is uitgelokt. Doel is het democratisch gekozen bewind van president Zelensky omverwerpen en Oekraïne onderhorig maken aan Moskou. Poetin heeft deze beslissing praktisch alleen genomen.

Toen de Blitzkrieg mislukte, het Oekraïense leger een sterke tegenstander bleek, de ‘demilitarisering’ dankzij de westerse wapens faalde, het ‘denazificatie-narratief’ verdampte en de Russische nederlagen en verliezen niet meer konden worden verhuld, werd de Russische bevolking op een ander spoor gezet: Rusland heeft tegenslag omdat het vecht tegen vijftig westerse landen. Op 18 januari 2023 zei Poetin in Sint- Petersburg: „Alles wat wij doen, zoals de speciale militaire operatie, is bedoeld om de oorlog te beëindigen”.

Omdat Poetin geen nederlaag kan erkennen worden de bombardementen gewoon voortgezet. Dat kan nog lang gaan duren.

Onwil en leugenachtigheid

Het moet Aarts en Overbeek bekend zijn dat de opstand van Euromajdan (2013/14) niet om lidmaatschap van de NAVO draaide. De helft van de Oekraïners was daar destijds tegen.

Evenmin heeft het de Oekraïners aan onderhandelingsbereidheid ontbroken. Het is een gotspe dat Rusland het mislukken van de vredesakkoorden van Minsk (2014 en 2015) op het conto van de Oekraïners schuift. Rusland ontkende jarenlang dat het in de Donbas tot de strijdende partijen behoorde – een bewezen feit. Het eiste van Kiev een autonome status voor de Donbas en weigerde de controle over vierhonderd kilometer grens aan Oekraïne terug te geven. Om die voortslepende onderhandelingen met één verwijzing naar een uitspraak van Merkel te ridiculiseren tot Oekraïense sabotage zodat het land zich beter kon voorbereiden op de oorlog, wat Aarts en Overbeek doen, is absurd.

Ik wijs erop dat president Zelensky in 2019 met driekwart van de stemmen werd gekozen omdat hij beloofde zo snel mogelijk een einde te maken aan de oorlog. Maar net als zijn voorganger Porosjenko liep ook hij stuk op de onwil en leugenachtigheid van het Kremlin.

Vlak voor de invasie heeft Zelensky nog geprobeerd een compromis te sluiten met de Russen

Zelensky heeft zich ontpopt tot een moedige oorlogspresident die door de hele bevolking wordt bewonderd om zijn vermogen wereldwijd steun te krijgen. Het percentage Oekraïners dat voorstander is van NAVO-lidmaatschap is gegroeid naar ruim driekwart.

Zelfs vlak voor de invasie heeft Zelensky nog geprobeerd een compromis te sluiten met de Russen, door Poetin van tafel geveegd. Vanaf maart zijn er vergeefse pogingen gedaan om tot een staakt-het-vuren te komen. Na de vondst van massagraven bekoelde de Oekraïense belangstelling.


Lees ook uit 2018: De NAVO brak zijn woord aan Rusland niet. Over onbegrip en gemiste kansen aan Russische zijde

Keuze voor eigen veiligheid

Oost-Europa en Oekraïne schitteren in het betoog van Aarts en Overbeek door afwezigheid. Dat het voor de NAVO in 2004 moeilijk was de door het Westen bij de conferentie in Jalta (1945) in de steek gelaten Oost-Europese landen toetreding te weigeren, komt niet bij ze op. Dat Oost-Europese landen voor eigen veiligheid bij de NAVO wilden horen, achten ze niet relevant. Dat zelfs Finland en Zweden nu willen toetreden tot de NAVO vinden ze vermoedelijk onzin. Dat Oekraïne van een tweetalig Rusland-vriendelijk land is veranderd in een land dat alle banden met Rusland wil verbreken ontgaat hen.

Dat er politicologen zijn die vinden dat wij eerder naar Rusland dan naar zijn slachtoffers moeten luisteren illustreert dat zij nog in de Koude Oorlog leven. Dertig jaar na de val van de Muur blijven zij van mening dat kleinere staten zich moeten onderwerpen aan het imperialisme van een nucleaire ‘supermacht’.