Zittende macht in Japan onder druk door corruptie en economische tegenslag

Slechts enkele weken na zijn aanstelling als premier wordt de kersverse Japanse leider Shigeru Ishiba geconfronteerd met een dieptepunt in de steun voor zijn partij. De peilingen voorspellen een historische nederlaag voor zijn Liberaal Democratische Partij (LDP) bij de verkiezingen zondag. Het zou de eerste nederlaag in tien jaar zijn. Ondanks zijn recente overwinning in de leiderschapsrace van de LDP is Ishiba er niet in geslaagd het imago van de partij op te schonen na een opeenstapeling van corruptieschandalen.

Sinds 2012 heeft de LDP bij vier opeenvolgende verkiezingen een meerderheid gehaald. In totaal zijn er 465 zetels te winnen, waarvan de LDP er 233 nodig heeft om aan de macht te blijven. Momenteel hebben ze er 256, maar volgens een recente peiling van de kranten Nikkei en Yomiuri Shimbun staan ze op het punt bijna eenderde in te leveren en te blijven steken op 159 zetels. Bovendien wordt verwacht dat Komeito, de coalitiepartner van de LDP, óók flinke klappen zal krijgen.

Wispelturig

Aanvankelijk leek Ishiba’s leiderschap zo veelbelovend. Hij profileert zich als een man van het volk met een scherpe mening, en heeft zich in het verleden kritisch uitgelaten over de corruptie binnen zijn eigen partij. Hij beloofde schoon schip te maken, maar toonde zich een wispelturige stuurman. Populaire standpunten zoals zijn progressieve houding tegenover het homohuwelijk en vrouwenparticipatie in de politiek, lijken plotseling verleden tijd.

Voor de gemiddelde Japanse kiezer is economisch beleid het belangrijkste onderwerp tijdens de verkiezingen. De inflatie stijgt terwijl lonen achterblijven. Daarom kondigde premier Ishiba eerder deze maand aan dat hij het minimumloon geleidelijk gaat verhogen, met als doel het voor 2030 naar 9,12 euro te krijgen. De grootste oppositiepartij, de Constitutionele Democratische Partij (CDP), belooft dit sneller te doen. Daarbovenop willen zij de btw-tarieven en de kosten voor pensioen en nationale zorgverzekering verlagen.

Ook bij de andere grote oppositiepartij, de Japanse Innovatie Partij (JIP), staan economisch beloftes centraal in de campagne. „Al meer dan dertig jaar groeit onze economie niet meer”, zegt Taisuke Ono, JIP-kandidaat in Tokio. „Voor de meeste Japanners is rondkomen het belangrijkste. Daar vertrouwen ze de LDP niet meer mee: het is onder het bewind van die partij dat we steeds armer zijn geworden.”

Oppositiekandidaat Taisuke Ono spreekt met kiezers op het Shinagawa-station in Tokio.
Foto Anoma van der Veere

Daarbij heeft Ishiba’s aanpak van een groot corruptieschandaal, waarbij tientallen LDP-vertegenwoordigers betrokken zijn, geleid tot publieke verontwaardiging. Eerder deze week werd bekend dat lokale partijafdelingen van bij het schandaal betrokken politici nog steeds financiële steun ontvangen van de LPD. Ishiba reageerde verontwaardigd op de onthulling. Volgens hem is er geen sprake van steun aan individuele politici, maar is het geld „bedoeld om de invloed van de partij uit te breiden”.

De oppositie is niet overtuigd: „In feite is het een steunbetuiging”, zegt Yoshihiko Noda, leider van de CDP, tegen verslaggevers. „Ze zijn helemaal niet veranderd en tonen geen spijt van hun acties.” Op de verkiezingsbrochures van de JIP staat inmiddels: ‘Weg met corruptie! Weg met de LDP!’

De premier probeert nu afstand te nemen van zijn controversiële partijgenoten. Dit maakt hem kwetsbaar: zonder interne steun wordt het vrijwel onmogelijk om beleid door te voeren na de verkiezingen. Inmiddels maken zijn grootste rivalen, zoals de populaire Sanae Takaichi en politiek veteraan Taro Aso, zich klaar om hem te vervangen.

Lage opkomst

Ondanks de peilingen is er toch nog een kans dat de LDP winst gaat behalen, vooral vanwege de lage opkomst in Japan. Deze is bij de laatste drie verkiezingen niet boven de 60 procent uitgekomen. Onder jongeren is dit nog lager: in 2014 kwam slechts één op de drie twintigers opdagen. De opdeling van de kiesdistricten is al decennia ongewijzigd en daardoor is een stem in de grote steden, waar meer jongeren wonen, minder waard dan een stem op het sterk vergrijsde platteland. De premier, die zelf uit een afgelegen provincie komt, geniet juist hier veel steun.

De regeringspartij profiteert ook van het gebrek aan een sterke oppositie. Noda, de CDP-leider, is populair onder progressieve stemmers. Maar hij is vooral bekend als de oud-premier onder wiens leiding de – inmiddels opgeheven – Democratische Partij van Japan in 2012 een dramatisch verlies leed tegen de LDP. Sindsdien is het geen enkele oppositiepartij gelukt om een meerderheid te behalen. Hoewel de CDP naar verwachting zetels gaat winnen, is het onwaarschijnlijk dat de partij aan de macht komt.

Als de LDP inderdaad zijn meerderheid verliest, zal Ishiba gedwongen worden de coalitie uit te breiden. Veel opties voor bondgenoten heeft hij echter niet: de CDP en JIP hebben beide aangegeven niet te willen samenwerken met hem. „Onze grootste missie bij deze verkiezingen is de macht van de LDP opbreken”, zegt JIP-kandidaat Ono. „Het is tijd voor een nieuw soort politiek, en niet voor nog meer van hetzelfde.”