Slechts enkele weken na zijn aanstelling als premier wordt de kersverse Japanse leider Shigeru Ishiba geconfronteerd met een dieptepunt in de steun voor zijn partij. De peilingen voorspellen een historische nederlaag voor zijn Liberaal Democratische Partij (LDP) bij de verkiezingen zondag. Het zou de eerste nederlaag in tien jaar zijn. Ondanks zijn recente overwinning in de leiderschapsrace van de LDP is Ishiba er niet in geslaagd het imago van de partij op te schonen na een opeenstapeling van corruptieschandalen.
Sinds 2012 heeft de LDP bij vier opeenvolgende verkiezingen een meerderheid gehaald. In totaal zijn er 465 zetels te winnen, waarvan de LDP er 233 nodig heeft om aan de macht te blijven. Momenteel hebben ze er 256, maar volgens een recente peiling van de kranten Nikkei en Yomiuri Shimbun staan ze op het punt bijna eenderde in te leveren en te blijven steken op 159 zetels. Bovendien wordt verwacht dat Komeito, de coalitiepartner van de LDP, óók flinke klappen zal krijgen.
Wispelturig
Aanvankelijk leek Ishiba’s leiderschap zo veelbelovend. Hij profileert zich als een man van het volk met een scherpe mening, en heeft zich in het verleden kritisch uitgelaten over de corruptie binnen zijn eigen partij. Hij beloofde schoon schip te maken, maar toonde zich een wispelturige stuurman. Populaire standpunten zoals zijn progressieve houding tegenover het homohuwelijk en vrouwenparticipatie in de politiek, lijken plotseling verleden tijd.
Voor de gemiddelde Japanse kiezer is economisch beleid het belangrijkste onderwerp tijdens de verkiezingen. De inflatie stijgt terwijl lonen achterblijven. Daarom kondigde premier Ishiba eerder deze maand aan dat hij het minimumloon geleidelijk gaat verhogen, met als doel het voor 2030 naar 9,12 euro te krijgen. De grootste oppositiepartij, de Constitutionele Democratische Partij (CDP), belooft dit sneller te doen. Daarbovenop willen zij de btw-tarieven en de kosten voor pensioen en nationale zorgverzekering verlagen.
Ook bij de andere grote oppositiepartij, de Japanse Innovatie Partij (JIP), staan economisch beloftes centraal in de campagne. „Al meer dan dertig jaar groeit onze economie niet meer”, zegt Taisuke Ono, JIP-kandidaat in Tokio. „Voor de meeste Japanners is rondkomen het belangrijkste. Daar vertrouwen ze de LDP niet meer mee: het is onder het bewind van die partij dat we steeds armer zijn geworden.”
Daarbij heeft Ishiba’s aanpak van een groot corruptieschandaal, waarbij tientallen LDP-vertegenwoordigers betrokken zijn, geleid tot publieke verontwaardiging. Eerder deze week werd bekend dat lokale partijafdelingen van bij het schandaal betrokken politici nog steeds financiële steun ontvangen van de LPD. Ishiba reageerde verontwaardigd op de onthulling. Volgens hem is er geen sprake van steun aan individuele politici, maar is het geld „bedoeld om de invloed van de partij uit te breiden”.
De oppositie is niet overtuigd: „In feite is het een steunbetuiging”, zegt Yoshihiko Noda, leider van de CDP, tegen verslaggevers. „Ze zijn helemaal niet veranderd en tonen geen spijt van hun acties.” Op de verkiezingsbrochures van de JIP staat inmiddels: ‘Weg met corruptie! Weg met de LDP!’
De premier probeert nu afstand te nemen van zijn controversiële partijgenoten. Dit maakt hem kwetsbaar: zonder interne steun wordt het vrijwel onmogelijk om beleid door te voeren na de verkiezingen. Inmiddels maken zijn grootste rivalen, zoals de populaire Sanae Takaichi en politiek veteraan Taro Aso, zich klaar om hem te vervangen.
Lage opkomst
Ondanks de peilingen is er toch nog een kans dat de LDP winst gaat behalen, vooral vanwege de lage opkomst in Japan. Deze is bij de laatste drie verkiezingen niet boven de 60 procent uitgekomen. Onder jongeren is dit nog lager: in 2014 kwam slechts één op de drie twintigers opdagen. De opdeling van de kiesdistricten is al decennia ongewijzigd en daardoor is een stem in de grote steden, waar meer jongeren wonen, minder waard dan een stem op het sterk vergrijsde platteland. De premier, die zelf uit een afgelegen provincie komt, geniet juist hier veel steun.
De regeringspartij profiteert ook van het gebrek aan een sterke oppositie. Noda, de CDP-leider, is populair onder progressieve stemmers. Maar hij is vooral bekend als de oud-premier onder wiens leiding de – inmiddels opgeheven – Democratische Partij van Japan in 2012 een dramatisch verlies leed tegen de LDP. Sindsdien is het geen enkele oppositiepartij gelukt om een meerderheid te behalen. Hoewel de CDP naar verwachting zetels gaat winnen, is het onwaarschijnlijk dat de partij aan de macht komt.
Als de LDP inderdaad zijn meerderheid verliest, zal Ishiba gedwongen worden de coalitie uit te breiden. Veel opties voor bondgenoten heeft hij echter niet: de CDP en JIP hebben beide aangegeven niet te willen samenwerken met hem. „Onze grootste missie bij deze verkiezingen is de macht van de LDP opbreken”, zegt JIP-kandidaat Ono. „Het is tijd voor een nieuw soort politiek, en niet voor nog meer van hetzelfde.”
Gordon Brown was eind jaren negentig geen bijster voor de hand liggend idool voor jongeren. Toch had de jonge Rachel Reeves in die tijd een foto van de toenmalige minister van Financiën op het bureau van haar studentenkamer staan. Een cadeautje van haar studiegenoten, die wisten van haar ambities. Reeves wilde minister van Financiën van het Verenigd Koninkrijk worden.
Dat is haar gelukt. Komende week, op woensdag, presenteert Reeves (Labour) haar eerste begroting, als eerste vrouwelijke Chancellor of the Exchequer. Ze begon in juli als minister van Financiën in het kabinet van premier Keir Starmer, na de grote verkiezingswinst van Labour bij de Lagerhuisverkiezingen. Het wordt de eerste Labour-begroting in vijftien jaar tijd en de verwachtingen zijn hoog: de partij staat onder grote druk om de publieke voorzieningen in het VK snel te verbeteren en de economie te laten groeien.
Reeves bewondert Gordon Brown vooral, vertelt ze later in interviews, omdat hij het wettelijk minimumloon heeft ingevoerd in het VK. „Hij heeft mensen uit armoede getrokken.” Reeves’ eerste maanden als minister hebben ook wel wat weg van die van Brown, die onder premier Tony Blair op het ministerie van Financiën aantrad in 1997. Allebei begonnen ze nadat de Conservatieve Partij meerdere periodes achter elkaar had geregeerd. En allebei waarschuwden ze de Britten bij hun aantreden dat „financiële discipline” nodig was om weer te kunnen investeren in gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur.
Winnen met schaken
Reeves wordt in 1979 geboren in Lewisham, een wijk in het zuidoosten van Londen. Haar ouders Graham en Sally geven allebei les in het basisonderwijs. Ze stemmen Labour, maar zijn niet al te fanatiek en geen lid van de partij. Als Reeves een jaar of acht is, kletsen haar vriendinnetjes over de verkiezingen en heeft zij geen idee waar ze het over hebben. „Die avond zette mijn vader het zesuurjournaal aan en wees naar Neil Kinnock. ‘Op hem stemmen wij’, zei hij.” Kinnock was in de jaren tachtig de partijleider van Labour.
Reeves gaat naar een basisschool waar de hoofdonderwijzer goed kan schaken. Na schooltijd geeft hij een clubje leerlingen les. Reeves is er goed in en doet als tiener mee aan nationale schaaktoernooien. Daar is ze vaak een dubbele uitzondering: als meisje én omdat ze naar een staatsschool gaat en geen privé-onderwijs volgt.
In 2021 vertelt ze aan de BBC hoe bij één van die toernooien een jongen tegenover haar komt zitten: „Een vriendje staat ernaast en zegt tegen hem dat hij geluk heeft omdat hij tegen een meisje moet. Toen wilde ik hem natuurlijk inmaken.” Ze wint. Schaken is een goede voorbereiding op haar latere werk als politicus, zegt ze ook: „Het gaat erom dat je vooruit kijkt en strategisch denkt. Niet alleen over je eigen zetten, maar ook over die van je tegenstander.”
Vaak haalt Reeves voorbeelden aan van vrouwen die haar geïnspireerd hebben – zelfs haar universitaire opleiding heeft ze min of meer aan een andere vrouw te danken. Van haar middelbare school waren Rachel en haar zusje Ellie de derde en vierde meisjes die naar de universiteit in Oxford gingen. Reeves meldde zich aan voor dezelfde faculteit als een van de eerste twee, dan had ze een grotere kans om aangenomen te worden, dacht ze. Minder bijzonder is de studie die ze kiest: Philosophy, Politics and Economics, de opleiding die zoveel Britse premiers en andere politici hebben gedaan.
Buiten haar comfortzone
In 2010 komt Reeves voor Labour in het Lagerhuis. Ze wordt verkozen voor een ‘rood’, Labourgezind, kiesdistrict in haar woonplaats Leeds. Mark Law helpt Reeves in aanloop naar haar kandidatuur om haar zoveel mogelijk bekend te maken met de lokale gemeenschap. Law is in die jaren bestuursvoorzitter van de non-gouvernementele organisatie Barca-Leeds, een club die inwoners helpt met problemen rond huisvesting, financiën of verslavingen. „Ons werk was buiten haar comfortzone, maar ze leerde snel”, herinnert hij zich.
Law regelt veel vrijwilligerswerk voor haar bij naschoolse clubjes voor kinderen, vrouwengroepen en activiteiten voor pubers. „Zette je Rachel in een kamer vol bankiers, dan was ze vol zelfvertrouwen, maar dit was nieuw voor haar en een beetje ongemakkelijk.” Reeves werkt in die tijd als econoom bij de hypotheekafdeling van Halifax, onderdeel van de Royal Bank of Scotland. Tijdens de internationale financiële crisis in 2008 stort de bank in en krijgen bankiers het te verduren omdat ze zich onverantwoord zouden hebben gedragen. Reeves grapt als ze net in het Lagerhuis zit dat zij één van de weinige nieuwe politici is die naar een populairdere sector is overgestapt.
Labour moet eerlijk zijn, hoe vaak heeft de partij nou een verschil gemaakt? Te weinig
Rachel Reeves is altijd „van het grotere plaatje” geweest, zegt Mark Law. „Niet zozeer gericht op het individu, maar op het beleid dat gevolgen heeft voor dat individu. Ze denkt strategisch.” Daarom zijn Reeves’ eerste veertien jaar als Lagerhuislid nogal frustrerend, want al die jaren zit Labour in de oppositie. „Dat zat haar enorm dwars en dat sprak ze constant uit. Zoals wij allemaal trouwens”, zegt partijgenoot Law.
Natuurlijk zet Reeves zich in het Lagerhuislid in voor de lokale belangen van haar kiesdistrict. Ze zorgt ervoor dat een historisch zwembad in het westen van Leeds open blijft, is vertegenwoordiger van een club die schaken op staatsscholen promoot, bezoekt allerlei kleine ondernemingen en scholen. Maar veel liever zou ze regeren. „Labour moet eerlijk zijn, hoe vaak heeft de partij nou een verschil gemaakt? Te weinig”, zegt ze in 2021 tegen lokaal dagblad The Yorkshire Post.
Foto’s: Darren Staples / AP, Jessica Taylor/Reuters, Paul Ellis / AFP
Een Red Tory
Voor Reeves zijn de jaren dat de radicaal-linkse Jeremy Corbyn de leiding heeft bij Labour – van september 2015 tot april 2020 – extra moeilijk. Ze staat bekend als gematigd links en kan zich niet vinden in de socialistische kant die Labour op beweegt. Partijgenoten die Corbyn steunen noemen haar een Red Tory, een rode Conservatief. Ze proberen om haar en een paar andere Lagerhuisleden die naar het politieke midden van het spectrum neigen de fractie uit te werken. Het kwetst haar, vertelt Reeves achteraf. In maart dit jaar zegt ze tegen The Daily Telegraph: „Ik dacht: ik zit langer bij Labour dan jullie! Ik vond het vreselijk.”
Na het tijdperk-Corbyn wil huidig partijleider en premier Keir Starmer de partij terug naar het midden brengen. Eén van zijn belangrijkste doelen is dat de Britse kiezers Labour weer moeten gaan vertrouwen met hun belastinggeld en de economie, nadat de partij in 2010 door de gevolgen van de kredietcrisis de regeringsmacht had verloren.
De typering ‘boring snoring’ komt haar wel goed uit
Deze opdracht past precies bij Reeves: als schaduwminister – de grootste oppositiepartij stelt altijd een schaduwkabinet op – verkoopt ze steeds ‘nee’ aan haar collega’s die in de media met plannen willen komen waar geen financiële dekking voor is. Een paar jaar eerder heeft een redacteur van een nieuwsprogramma Reeves „boring snoring” genoemd op sociale media, vrij vertaald: snurkend saai. Die typering komt haar wel goed uit, want ze kan zich ermee onderscheiden van de Conservatieven waar de financiële markten onder premier Liz Truss de zenuwen van krijgen.
Haar visie op overheidsfinanciën baseert Reeves onder meer op ideeën van de progressieve Amerikaanse econoom Janet Yellen, zij begon in 2021 als de eerste vrouwelijke minister van Financiën van de Verenigde Staten en is voorstander van overheidsingrijpen om de economie te stimuleren. Reeves noemt haar denken Securonomics. Het komt neer op actieve inmenging van de staat, met investeringen in sectoren die inwoners en de samenleving meer veiligheid bieden. Bijvoorbeeld duurzame energie, huisvesting en infrastructuur. En in nauwe samenwerking met bedrijven: „Ik ben niet zo’n politicus die vies is van de private sector, of die denkt dat de markt het kwaad is”, zegt Reeves dit voorjaar in een toespraak voor ondernemers.
Einde energiesubsidie ouderen
Een fundamenteel probleem dat Reeves nu als minister heeft is dat het Verenigd Koninkrijk bijna geen extra geld heeft om te investeren. „Rachel Reeves heeft financiële plannen geërfd van de Conservatieve Partij waarvan iedereen wist dat ze niet houdbaar waren op de langere termijn”, zegt Gemma Tetlow, hoofdeconoom van denktank Institute for Government. De Conservatieven hebben bijvoorbeeld de staatsschuld laten oplopen van 40 procent in 2007 tot bijna 100 procent van het bruto binnenlands product nu, waardoor weinig ruimte overblijft om financiële schokken op te vangen. „Terwijl ze tegelijk maar weinig in de publieke sector hebben geïnvesteerd.”
Het is Reeves menens om die overheidsuitgaven op orde te brengen, en daarin stuit ze snel op grote weerstand. Eind juli kondigt ze aan dat de subsidie die alle gepensioneerden krijgen als tegemoetkoming voor hun energierekeningen in de winter, een paar honderd pond per jaar, inkomensafhankelijk wordt. Britse media laten uitgebreid Labour-stemmers aan het woord. Die vertellen dat ze zich in de kou gezet voelen en nu al spijt hebben van hun stem op de partij. Ook binnen de Labour-fractie is er veel kritiek, maar Reeves houdt vol en de wet komt erdoor.
„Reeves zei dat ze dat besluit toen moest nemen, omdat anders de subsidie niet deze winter al kon stoppen. Maar als het haar echt om langdurige financiële stabiliteit ging, had één extra jaar van die subsidie niet veel uitgemaakt”, zegt Gemma Tetlow. „Dit leek vooral een verlangen om snel te laten zien dat ze echt moeilijke besluiten gaat nemen. Als ze het als onderdeel van een pakket aan maatregelen had gepresenteerd, was het veel minder opgevallen.” Reeves verdedigt de maatregel ook niet echt op de inhoud – dat het misschien best logisch is dat de rijkste gepensioneerden geen subsidie meer krijgen. Ze benadrukt alleen dat dit soort harde besluiten nodig zijn.
Lees ook
Labour gedraagt zich weer helemaal als een partij met macht – en met schandaaltjes
Goede verhoudingen
Haar grote uitdaging is om de Britse economie beter te laten presteren dan het gesukkel van de laatste jaren. Onder Reeves „is nu al meer aandacht voor groei op de lange termijn” dan bij de afgelopen regeringen, zegt Tetlow. Afgelopen donderdag maakte Reeves bekend dat ze de begrotingsregels rond de staatsschuld aanpast, zodat de regering meer kan lenen om nu te investeren. Tegelijk verhoogt ze waarschijnlijk sommige belastingen om enkele tientallen miljard pond extra op te halen en moet een handvol ministeries bezuinigen, om andere juist meer budget te kunnen geven.
In aanloop naar de presentatie van de begrotingsplannen klagen enkele vakministers achter Reeves’ rug om bij premier Starmer over haar verzoeken om te bezuinigen. Op zich is zulk gemopper normaal, elke minister wil immers geld voor mooie plannen, maar om de minister van Financiën te passeren is minder gebruikelijk.
Ze heeft een groot gevoel voor sociaal onrecht, maar dat pikken mensen er niet altijd uit. Ze gebruikt economentaal.
Reeves kan goed tegen kritiek, zegt haar stadgenoot Mark Law, maar ze verandert er niet zomaar door van mening. „Ze heeft haar acties altijd doordacht en is vastbesloten in het bereiken van haar doelen.” Een risico is wel dat ze makkelijk verkeerd begrepen wordt, zegt hij: „Rachel heeft een groot gevoel voor sociaal onrecht, maar dat pikken mensen er niet altijd uit. Dat komt door hoe ze praat. Ze gebruikt economentaal.”
Starmer en Reeves hebben zich rond de begroting niet uit elkaar laten spelen. Volgens dagblad Financial Times zijn ze het onderling eens over hun aanpak, hoe moeilijk het ook is om als net begonnen kabinet bezuinigingen door te voeren. Anders dan bijvoorbeeld hun voorgangers Tony Blair en Gordon Brown, die elkaar flink het leven zuur konden maken. Reeves zei eens over haar goede verstandhouding met Starmer: „Misschien helpt het dat ik geen leider wil worden.”
Levensloop Jane Reeves
Rachel Jane Reeves wordt op 13 februari 1979 geboren in Lewisham. Ze studeert filosofie, politiek en economie in Oxford, daarna volgt ze nog een master economie in Londen. Haar eerste baan is bij de Bank of England, de Britse centrale bank.
In 2010 wordt Reeves verkozen voor het Lagerhuis, voor het district Leeds-West. Ze zit veertien jaar in de oppositie tot Labour dit jaar weer gaat regeren. Reeves wordt minister van Financiën. Haar jongere zus Ellie Reeves zit ook in het Lagerhuis voor Labour.
Rachel Reeves is getrouwd met een hoge ambtenaar, Nick Joicey, die op het ministerie van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken werkt. Ze hebben twee kinderen.
„Als hij wint, zal hij alle checks and balances negeren die de macht van een president moeten beperken.” Een campagne-advertentie van presidentskandidaat Kamala Harris waarschuwt voor mogelijke gevolgen van een tweede presidentschap voor Donald Trump, verwijzend naar het omstreden conservatieve plan Project 2025.
Attack ads, advertenties die een presidentskandidaat niet zozeer aanprijzen maar de tegenkandidaat aanvallen, bestaan al sinds de jaren zestig. Het reclamespotje Peace, little girl van toenmalig Democratisch presidentskandidaat Lyndon B. Johnson – die in 1964 uiteindelijk met ruim verschil het Witte Huis won – suggereerde dat zijn Republikeinse tegenstander Barry Goldwater een nucleaire oorlog zou ontketenen.
Bewoners van de swing states worden in aanloop van de presidentsverkiezingen gebombardeerd met dit soort reclamespotjes op kabeltelevisie, radio en sociale media. Niet eerder gaven kandidaten zo veel uit aan advertenties. Volgens een analyse van advertentiebureau AdImpact was dat in oktober 1,3 miljard dollar (1,2 miljard euro), en werd daarnaast nog voor 444,9 miljoen dollar (411 miljoen euro) aan advertentieruimte gereserveerd.
De Democraten hebben deze verkiezingen de diepste zakken: per oktober gaven die minstens 456 miljoen dollar (421 miljoen euro) aan advertenties uit. Harris’ meest uitgezonden reclamespot is 34.000 keer getoond, vooral in Pennsylvania, Michigan en Georgia.
Harris bespotten
De Republikeinen geven weliswaar minder geld uit aan advertenties, ze gaan niet minder fel in de aanval. In het meest verspreide https://www.youtube.com/watch?v=7hFGapPNGTI&ab_channel=TheJimHeathChannel”>advertentiespotje van de campagne van Donald Trump zijn fragmenten van Harris’ speeches zo geknipt dat het lijkt alsof ze een debat voert met zichzelf. Het drijft de spot met Bidenomics, het economische beleid van president Joe Biden dat Harris wil voortzetten. De spot is 27.000 keer uitgezonden in vooral Georgia, North Carolina en Michigan.
Negatieve advertenties werken niet beter dan positieve campagneboodschappen, concludeerden onderzoekers al in 1999. Recent onderzoek van Columbia Business school en Stanford University suggereert dat aanvallende advertenties ook averechts kunnen werken: kiezers zouden hierdoor onder meer de presidentskandidaat zelf minder sympathiek en betrouwbaar vinden.
Politieke actiecomités van de Democraten lijken dit jaar voor het eerst van de negatieve boodschap te zijn afgestapt en zetten in reclames vooral Harris in het zonnetje, volgens Politico. De actiecomités zamelen onafhankelijk van een kandidaat geld in ten gunste van politieke campagnes.
De actiecomités die Trump steunen, zetten wel in op attack ads. De boodschap van deze advertenties wijkt ook het meest af van de officiële campagne: de meeste spotjes gaan volgens AdImpact over (illegale) immigratie, misdaad en drugs, terwijl die van de Trump-campagne zelf vooral gaan over inflatie, economie en de woningmarkt.
Het actiecomité MAGA Inc. verspreidde enkele uren nadat Joe Biden zich terugtrok uit de presidentsrace een spot waarin ze Harris ervan beschuldigen van een „illegale drugscrimineel” te hebben vrijgelaten, toespelend op desinformatie over drugscriminaliteit onder illegale migranten.
Een vrouw uit Philadelphia beklaagde zich begin oktober over hoe haar boodschap uit een interviewfragment werd verdraaid in de wijdverspreide Trump-advertentie over Bidenomics. Een drag-artiest overwoog gerechtelijke stappen nadat ze zonder toestemming figureerde in een anti-transgender advertentie van de Trumpcampagne. Als reguliere adverteerders dat doen, kunnen die daarvoor worden aangeklaagd.
Maar politieke advertenties krijgen veel meer speelruimte dan reguliere reclame, zei Mark McKenna, rechtenprofessor aan de Universiteit van California, daarover tegen NBC news. „We geven mensen doorgaans geen claims die vrije politieke uitingen tegengaan, tenzij dat het niveau van smaad bereikt.”
De Amerikaanse marktautoriteit handhaaft daarnaast regels voor waarheidsgetrouwheid in doorsnee-reclames, maar politieke campagnes zijn daarvan op grond van de vrijheid van meningsuiting vrijgesteld. Ook het zonder vermelding gebruiken van door AI bewerkt beeld in campagnereclames is op dit moment toegestaan. Kabelnetwerken hebben wel eigen normen ontwikkeld en wijzen politieke advertenties soms af, maar dat is uitzonderlijk.
Wilde Westen
Wat betreft desinformatie bevinden de politieke advertenties online zich al helemaal in het ongereguleerde Wilde Westen, schrijft marketingexpert Steven Caplan voor wetenschappelijk nieuwsmedium The Conversation. Online geldt bijvoorbeeld geen plicht om te vermelden wie er betaald heeft voor de advertentie.
Online advertenties zijn aantrekkelijk omdat door microtargeting reclames op een hele specifieke doelgroep kunnen worden gericht. Zo richtten de Democraten in september een advertentie op Arabische Amerikanen in Detroit via Google en op Snapchat, een foto-app die vooral populair is onder jongeren. De advertentie zoomt in op een uitspraak van Harris dat ze „niet zal zwijgen over het menselijk lijden in Gaza”. Hoewel Harris zich op dit vlak in sterkere bewoordingen uitspreekt dan Biden heeft ze niet beloofd te breken met het beleid van de huidige president.
Op Snapchat voeren de Republikeinen helemaal geen campagne. De Democraten zijn op bijna alle sociale media de grootste politieke adverteerder. Op het platform van Trump-supporter Elon Musk, X, schittert de Democratische campagne door afwezigheid.
Wel adverteren de Democraten in de reclametijd van het pro-Republikeinse Fox News Channel. Trump zei in oktober dat hij Fox-eigenaar Rupert Murdoch zou vragen om daar geen ‘negatieve’ Democratische advertenties meer uit te zenden – voorlopig zonder succes.
Geluid uit tijdens reclame
Al deze gerichte advertenties worden door de kiezer niet met enthousiasme begroet, suggereert een peiling van onderzoeksbureau Pew Research uit 2020. Daaruit bleek dat driekwart van de stemmers er tegenstander van is dat sociale media hun persoonlijke data delen voor toegespitste politieke advertenties. Recent zeiden kiezers tegen The New York Times en de BBC tijdens het reclameblok het geluid uit te zetten.
De vraag of adverteren uiteindelijk werkt, of niet, duikt bij elke Amerikaanse verkiezingen weer op. „Reclame is in essentie overtuigen, en overtuigen is toevallig geen wetenschap maar een kunst”, zei Bill Bernach, eigenaar van het reclamebureau achter de eerste attack ad, in 1947. Het effect op stemgedrag is volgens wetenschappers hoogstens marginaal, schrijft de BBC, maar ook een marginale winst is bij spannende verkiezingen mooi meegenomen.
Onder de brandende Mozambikaanse zon schuifelt Daniel Chapo over het podium. Hij doet dat met de energie van iemand die de geschiedenis in wil gaan. Het is eind september, twee weken voor de stembusgang, en zijn pleidooi tegenover zijn aanhang in de hoofdstad Maputo klinkt ambitieus: corruptiebestrijding, nieuwe wegen, beter onderwijs en lucratieve grondstofdeals.
De 51-jarige presidentskandidaat voor Frelimo, de partij die bijna een halve eeuw aan de macht is, spreekt over verzoening. Hij heeft het over een Mozambique waarin iedereen gehoord wordt, waarin de jeugd een centrale plaats krijgt, waarin de kloof tussen arm en rijk, tussen noord en zuid, eindelijk zal worden gedicht. Het zijn beloftes die de Mozambikaan eerder heeft gehoord. Want elke stap die hij zet, elke zin die hij uitspreekt, blijft doordrongen van de vraag: is Chapo iemand die de status quo werkelijk zal uitdagen of wordt hij de zoveelste bewaker van een oude macht?
Donderdag werd Chapo – zoon van een huishoudster en een spoorwegarbeider – geheel volgens verwachting officieel aangewezen als de winnaar van de landelijke verkiezingen van 9 oktober en opvolger van zijn partijgenoot Filipe Nyusi. Maar de verkiezingsuitslag wordt, net als voorgaande jaren, fel bestreden. Met name Chapo’s grootste uitdager Venâncio Mondlane wordt door velen gezien als de werkelijke winnaar. Hij verzet zich dan ook met man en macht tegen de uitslag, en riep al op tot grootschalige demonstraties en landelijke stakingen vanwege de „valse verkiezingsresultaten”.
De aantijgingen van stembusfraude werden ondersteund door EU-waarnemers die maandag bekendmaakten onregelmatigheden te hebben vastgesteld. Op welke schaal vervalsingen plaatsvonden en of deze breed werden georkestreerd is onduidelijk. Afgelopen weekend werden bovendien de advocaat én een politiek medewerker van Mondlane vermoord. Net als bij de vermeende verkiezingsfraude wijzen oppositiepartijen naar (aanhangers van) Frelimo.
Autocratie
De partij van Chapo, die kort na de onafhankelijkheid in 1974 met een marxistisch stempel aan de macht kwam, heeft volgens Elisio Macamo, hoogleraar African Studies aan de Universiteit van Basel, historisch steeds geworsteld om zich te verzoenen met democratische principes.
De lijnen tussen staat en partij zijn al decennia vervaagd, zegt hij. „Maar de verwoestende burgeroorlog dwong de partij begin jaren negentig tot democratische hervormingen en het openstellen van het politieke systeem en de invoering van meerpartijenverkiezingen.”
Hoewel de democratische hervormingen uit de jaren negentig de schijn van verandering wekten, veranderde er in essentie weinig. Freedom House, dat wereldwijd democratie en vrijheid monitort, meldt in zijn jaarrapporten terugkerende verkiezingsfraude, overheidscorruptie en beperkt politiek pluralisme. Journalisten ervaren daarnaast censuur en intimidatie. Volgens de Democracy Index van de Economist Intelligence Unit bungelt Mozambique tussen autoritair en gebrekkig democratisch in wat het omschrijft als een ‘hybride regime’.
Volgens Egídio Chaimite, onderzoeker van het Institute of Developlement Studies behield de partij Frelimo de controle over belangrijke instellingen zoals het leger, de politie en de rechterlijke macht. Democratische verworvenheden uit de jaren negentig werden de afgelopen jaren geleidelijk weer uitgehold. „Frelimo’s controle over de media, manipulatie van verkiezingsprocessen en onderdrukking van het maatschappelijk middenveld hebben allemaal bijgedragen aan deze autoritaire context. De burgeroorlog mag dan zijn geëindigd, de erfenis van eenpartijbestuur blijft bestaan.”
Frelimo’s controle over de media, manipulatie van verkiezingen en onderdrukking van het maatschappelijk middenveld hebben bijgedragen aan deze autoritaire context
Nadat de vurige wens van zijn voorganger Nyusi – tevens partijleider – voor een derde termijn intern werd geblokkeerd kwam Frelimo verrassend bij Chapo uit. En dat was geen keuze vanwege zijn duidelijke politieke visie – de kandidaten hoefden geen beleid of programma’s te presenteren. Met name interne partijpolitiek – gekonkel om macht en eigen belang – bleek doorslaggevend.
Hoogleraar Macamo laat de term ‘electorale autocratie’ vallen. „Dezelfde mensen blijven aan de macht, met grotendeels dezelfde opvattingen en een diepgeworteld wantrouwen tegenover de waarde van democratie”.
Een wat onbekende figuur als Chapo past precies in dat plaatje. De van opleiding advocaat viel niet bepaald op in de bestuurlijke functies die hij vervulde – onder meer als gouverneur van zijn eigen landelijke provincie Inhambane. Toch brengt hij nu de belofte van vernieuwing. En dat heeft met zijn leeftijd te maken. Chapo staat op het punt om de jongste president van Mozambique te worden, de eerste zonder directe link met de onafhankelijkheidsstrijd. Chapo is geen voormalige guerrillastrijder zoals zijn voorgangers, geen veteraan van de uitputtende oorlog tegen de Portugese kolonisator of de bloedige burgeroorlog die Mozambique midden jaren negentig heeft verscheurd. Frelimo maakt daar gretig gebruik van door hem neer te zetten als symbool voor verandering.
Opkomst van de oppositie
Tegelijk teert de partij op haar historische legitimiteit als bevrijdingspartij, zegt Chaimite. „Een verhaal dat vooral in landelijke gebieden resoneert. In steden probeert Chapo een manier om een beeld van modernisering en vernieuwing te projecteren. Met zijn vermeende afstand tot de oude garde wordt Chapo gepresenteerd als iemand die de kloof kon overbruggen tussen Frelimo’s erfenis en de eisen van het moderne Mozambique.”
De verkiezingsperikelen stortten Mozambique in een landelijke crisis die mogelijk een breuk in het politieke landschap markeert: de machtsconsolidatie van Frelimo staat onder druk. De opkomst van Venâncio Mondlane heeft daar veel mee te maken. Vooral jongeren voelen zich aangetrokken tot zijn discours van transparantie, verantwoording en concrete beleidsvoorstellen. Volgens Chaimite mobiliseert Mondlane mensen die zich eerder politiek afzijdig hielden.
De machtsconsolidatie van Frelimo staat onder druk, oppositieleider Venâncio Mondlane is populair bij jongeren
De echte uitdaging voor Chapo ligt in de onmiskenbare crises die zijn partijgenoot Nyusi achterlaat. Naast dalende armoede en corruptie komt de Mozambikaanse economie – ondanks haar potentie door onder meer enorme gasreserves – maar niet op gang. Van het ‘Qatar van Afrika’, die ECB-voorzitter Christine Lagarde ooit in Mozambique zag, is nog lang geen sprake.
Chapo’s aanstaande presidentschap kan een manier zijn om zich te onttrekken van Nyusi’s greep over de partij, zegt Macamo. „Anderen binnen de partij willen hun ‘beurt’ voor toegang tot het staatsapparaat. Het schetst precies het probleem: het grootste obstakel voor de verandering in Mozambique, is Frelimo zelf. En zonder de kernstructuren van de partij aan te pakken, zal dat niet veranderen.”