Iets meer dan de helft van de moslims in Nederland ervaart wel eens discriminatie op basis van geloof of etniciteit. Dat blijkt uit een deze week gepubliceerd rapport van het Europees Bureau voor de grondrechten (FRA), onderdeel van de Europese Unie. Volgens de onderzoekers maken moslims in de EU zich steeds vaker zorgen over hun veiligheid.
In de EU wonen 26 miljoen moslims, ongeveer 5 procent van de totale bevolking. Voor dit onderzoek ondervroeg het EU-agentschap 9.604 eerste en tweede generatie immigranten met een moslimachtergrond, verspreid over dertien EU-landen. Daaruit blijkt dat 47 procent van hen in de voorbije vijf jaar te maken had gehad met „rassendiscriminatie”: discriminatie op basis van hun geloof, etniciteit of migratieachtergrond. Bij de vorige editie van het onderzoek, in 2016, was dat nog 39 procent.
Bijna normaal
In Nederland meldde 55 procent van de moslims te maken te hebben gehad met rassendiscriminatie. Moslims met een Noord-Afrikaanse achtergrond kwamen er in Nederland bijzonder slecht vanaf: 58 procent van hen zei in de voorbije vijf jaar op deze manier gediscrimineerd te zijn. Bij moslims met een Turkse achtergrond was dat 53 procent; bij Syrische moslims 48 procent.
Moslimdiscriminatie is „bijna normaal geworden”, schrijft het FRA. Dat heeft volgens de onderzoekers gevolgen voor de levens van moslims in Europa. „Veel moslims hebben tijdelijke banen, die geen zekerheid of stabiliteit bieden. Ook hoogopgeleide moslims hebben moeite om geschikt werk te vinden; velen zijn overgekwalificeerd voor het werk dat ze doen.”
Het FRA merkt daarnaast op dat een derde van de moslims op de woningmarkt te maken krijgt met discriminatie, een sterke toename ten opzichte van 2016. Volgens het agentschap maken evenwel maar zeer weinig moslims melding van discriminatie, omdat „ze geloven dat het niet tot echte verandering zal leiden”.
7 oktober
De data in het rapport zijn eigenlijk alweer achterhaald: de interviews vonden plaats in 2021 en 2022, vóór de aanval van Hamas op 7 oktober 2023 en de Israëlische oorlogen in Gaza en Libanon. Sindsdien zijn zowel antisemitisme als moslimhaat in Europa toegenomen, schrijft het FRA.
“We zijn getuige van een zorgwekkende toename van racisme en discriminatie tegen moslims in Europa”, zegt FRA-directeur Sirpa Rautio. „Dit wordt aangewakkerd door conflicten in het Midden-Oosten en verergerd door de ontmenselijkende antimoslimretoriek die we overal op het continent zien.”
In plaats van verdeeldheid te zaaien, zegt Rautio, „moeten we ervoor zorgen dat iedereen in de EU zich veilig, gerespecteerd en deel van de samenleving voelt, ongeacht huidskleur, achtergrond of godsdienst.”
Lees ook
Meer meldingen van discriminatie: ‘Ik moest oprotten naar mijn eigen land’
Het probleem van de woningnood, en het gebrek aan ruimte in Nederland, dat wist woonminister Mona Keijzer (BBB) donderdag prima over te brengen in de Tweede Kamer. Maar hoe ze de woningbouw wil versnellen, en wat haar eigen visie op de herinrichting van Nederland is, werd bij de begrotingsbehandeling van haar ministerie nog niet duidelijk.
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) is ook een nieuw ministerie, en een nieuw terrein voor Keijzer. Als een van de vier vicepremiers was ze deze eerste maanden ook behoorlijk druk met relatietherapie binnen de rechtse coalitie.
‘Opgeruimde geest’
Schriftelijk had ze met haar ambtenaren deze week bijna honderd Kamervragen beantwoord. Het debat zelf bleef te veel hangen in grote ambities voor het oplossen van grote problemen. Er is al veel te lang gepraat over het woningtekort, zei Keijzer, en ze wil met een „opgeruimde geest” en een „vaste wil” een „frisse wind” door de bouwwereld laten waaien. Dat kan alleen als de Tweede Kamer haar daarbij steunt, herhaalde Keijzer steeds weer.
„U hoort aan mij: ik grijp alles aan om te versnellen.”
Het splitsen van woningen zou bijvoorbeeld standaard vergunningsvrij moeten kunnen, opperde ze. Luchtkwaliteit zou voor bouwprojecten tijdelijk uit de omgevingstoets gehaald kunnen worden. En als je een zeldzaam „beestje” op een bouwlocatie aantreft, kun je het project zo een jaar uitstellen, volgens Keijzer. Nu het kabinet dna-sporenonderzoek naar vleermuizen in spouwmuren toe wil staan, moet isoleren straks bijvoorbeeld al sneller kunnen, zei ze.
Maar veel bouwprojecten stokken juist door juridische procedures, soms tot aan de Raad van State. Hoe gaan we voorkomen dat zulke geschillen zich twintig jaar lang voortslepen, vroeg NSC-Kamerlid Merlien Welzijn?
Nou, na jarenlang gedoe komen er nu bijvoorbeeld toch 5.000 woningen langs de A12 bij Bleiswijk en Zoetermeer, werd deze week bekend. Keijzer had de provincie Zuid-Holland en de gemeente Lansingerland gevraagd om een snelle oplossing. „Dat heeft dus tot resultaat geleid”, volgens de minister. Soms is „extra bestuurlijk instrumentarium” daar helemaal niet voor nodig, zei ze.
Geen nieuwe crisiswet
Keijzer wil vooral binnen het huidige systeem „wissels omzetten” en „dingen anders organiseren”. Er komt binnenkort al een voorstel voor de Wet regie volkshuisvesting, waarmee het Rijk beter kan bepalen hoeveel, waar en voor wie wordt gebouwd. Verder is Keijzer „huiverig” om nieuwe wetten of nieuwe organen op te tuigen om de woningnood tegen te gaan, zei ze in de Kamer.
D66-Kamerlid Hans Vijlbrief vroeg minister Keijzer herhaaldelijk wat nu haar eigen visie was op de ruimtelijke herinrichting van Nederland.
Het doel is „een fijn land om in te wonen”, zei Keijzer heel algemeen, maar we moeten wel kiezen en soms combineren waar we willen wonen, werken en recreëren. En die keuzes wil Keijzer niet alleen maken, maar samen met gemeenten en provincies, de Tweede Kamer en het kabinet. Voor de zomer van volgend jaar wil Keijzer klaar zijn met het ontwerp van de Nota Ruimte, het plan voor de inrichting van Nederland tot de jaren 2030, 2050 en 2100.
Keijzer is voor bescherming van ‘hoogwaardige’ landbouwgrond, voor aanpassingen in het landschap wegens klimaatverandering, en niet tegen buitenstedelijk bouwen. Maar veel concreter werd het niet: na drie keer vragen gaf Vijlbrief het op.
Keijzer erkende dat het ‘best bijzonder’ was om een wet van haar voorganger Hugo de Jonge (CDA) te moeten uitvoeren
Uitspraken Klaas Knot
Natuurlijk ging het in de Kamer ook nog even over de opmerkelijke uitspraken van DNB-president Klaas Knot van dinsdag. De nieuwe Wet betaalbare huur, om middenhuur te beperken, maakt verhuur minder rendabel, en leidt juist tot de verkoop van huurwoningen, concludeerde Knot. En minder huurwoningen betekent minder verhuizingen voor banen, en dat is niet goed voor de economie, zegt DNB al langer.
Keijzer erkende dat het „best bijzonder” was om deze wet van haar voorganger Hugo de Jonge (CDA) te moeten uitvoeren. Voor haar ministerschap was Keijzer BBB-Kamerlid en „niet bepaald fan van deze wet”, zei ze, net als de BBB-fractie.
Lees ook
Nederland heeft voldoende ruimte voor woningbouw, vinden de experts. ‘Wees eens wat flexibeler’
Een versnelde evaluatie, waar haar eigen partij om vroeg, komt er niet, schreef Keijzer vorige week al aan de Kamer. Wel deelt ze de zorgen van DNB, zei ze, en als het Kadaster eind januari met nieuwe woningcijfers komt, zal Keijzer de Kamer een tussenstand van zaken geven.
Keijzer liet wel al doorschemeren daarbij kritisch te kijken naar de effecten van de wet. Zo moet de wet natuurlijk „exorbitante huren” tegengaan. Het aanbod van middenhuurwoningen moet op peil blijven, met een ondergrens van 400.000. En de middenhuurwoningen die verkocht worden, moeten wel betaalbaar zijn voor middeninkomens.
Ook wil Keijzer kijken of investeerders met de Wet betaalbare huur en lagere rendementen nog steeds genoeg woningen voor starters, lage- en middeninkomens bouwen. Tweederde van de nieuwe woningen moet „betaalbaar” zijn (sociale huur, middenhuur of betaalbare koop), is afgesproken in het regeerakkoord.
„Kan het uit?”, zei Keijzer. „Die grote rekensom ga ik echt doen.”
De kans op overleving van de noodlijdende fabrikant van elektrische bussen Ebusco is donderdag iets toegenomen. Aandeelhouders stemden er mee in dat het bestuur nieuwe aandelen mag uitgeven om te proberen 36 miljoen euro op te halen.
Het Noord-Brabantse Ebusco (750 werknemers) verkeert in zware financiële problemen. Het bedrijf krijgt bussen al langere tijd niet goed afgebouwd door onder meer problemen in de toeleveringsketen en een moeizame omschakeling naar de productie ervan in China. Klanten annuleren orders en willen compensatie zien voor te late leveringen.
Donderdagochtend gaf Ebusco enig inzicht in hoe groot de problemen zijn. Het bedrijf heeft schulden van 33 miljoen euro, onder meer bij de Belastingdienst, die het lastig kan afbetalen. Woensdag verloor het bovendien een kort geding van vervoerder Qbuzz, die volgens de rechter een grote order mocht annuleren en terecht beslag had laten leggen op 1,2 miljoen euro aan banktegoeden.
Bij dat geld kan Ebusco inmiddels weer, liet het bedrijf donderdag weten, na gesprekken met Qbuzz.
De beurskoers van het bedrijf daalde deze week al bijna met de helft, en donderdag legde de AFM de handel stil in afwachting van de uitkomst van de vergadering. Die was voor het bedrijf positief: Ebusco mag van de aandeelhouders, waaronder ING, nieuwe aandelen uitgeven waar beleggers op kunnen intekenen.
Of Ebusco de benodigde 36 miljoen bij elkaar krijgt, is niet zeker. De directie zegde toe nog dit jaar een prospectus te publiceren, waar bijvoorbeeld uit moet blijken of de huidige beleggers korting krijgen.
Op de bijeenkomst in Deurne presenteerde de nieuwe topman Christian Schreyer zijn plannen om de situatie te verbeteren, in een poging beleggers over te halen nieuw geld in te leggen. Schreyer verving eerder dit jaar oprichter, grootaandeelhouder en topman Peter Bijvelds, die het veld moest ruimen van de raad van commissarissen. Voormalig rallycoureur Bijvelds richtte het bedrijf op in 2012 en bezit nog wel de meeste aandelen. Hij was donderdag ook aanwezig in Deurne, maar hield zich op een van de achterste rijen stil.
Banen schrappen
In de plannen van Schreyer gaat Ebusco banen schrappen, wil het licenties uitgeven om de eigen technologie te vermarkten en wil het de productielocaties van Deurne en Venray samenvoegen. Met de vraag naar de bussen en het product zelf is niks mis, zo benadrukte hij regelmatig, maar in „de uitvoering” loopt het spaak. Het bedrijf verwacht vooral begin 2025 een tekort aan werkkapitaal en wil met het nieuw opgehaalde geld die spannende periode overbruggen.
„We zitten als bedrijf in een negatieve cyclus”, zei Schreyer. „We konden onze leveranciers niet betalen, daardoor kwamen er productievertragingen, daarom kwam er te weinig cash binnen.” Ebusco moet volgens hem veertig à vijftig bussen per maand gaan bouwen, waar dat er vorig kwartaal slechts 37 waren. En vooral: het moet het vertrouwen terugwinnen van klanten, die – zoals blijkt uit de kwestie met Qbuzz – hun buik vol hebben van Ebusco.
We zitten als bedrijf in een negatieve cyclus
Op de vergadering hadden sommige aandeelhouders felle kritiek, hoewel de overgrote meerderheid uiteindelijk instemde met de plannen. Namens de Vereniging voor Effectenbezitters (VEB) wees André Jorna op het hoge verloop in de raad van bestuur, waar de afgelopen drie jaar zeker twaalf verschillende mensen in hebben gezeten. Hij zei dit in reactie op het nieuws van donderdag dat financieel directeur Jurjen Jongma nu ook van plan is te vertrekken. „Ik ken geen ander bedrijf dat zo’n hoog verloop voor elkaar heeft gekregen.” De VEB onthield zich uiteindelijk van stemming.
‘Not a Brabant company’
De vergadering begon erg chaotisch. Vrijwel direct werd er geschorst, nadat voorzitter van de raad van commissarissen Derk Haank zijn openingsspeech in het Engels wilde houden. Een aantal aandeelhouders maakte daar bezwaar tegen: de vergaderingen van Ebusco werden altijd in het Nederlands gehouden. Volgens Haank zou dat vanaf nu anders gaan omdat topman Schreyer geen Nederlands spreekt. „Ebusco is not a Brabant company”, zei die laatste nog, maar een „international” bedrijf.
Uiteindelijk werd de vergadering ruim een kwartier geschorst om de speech van Haank te vertalen in het Nederlands. Daarna vond de vergadering voor een groot deel in het Nederlands plaats, met bijdrages van Schreyer in het Engels.
Pré-salé is Frans voor ‘zoute weide’. Het vlees van schapen en runderen die tussen zeekraal en lamsoor grazen, krijgt er een delicate zilte smaak door. Saeftingherhof, het bedrijf van Geert Meersschaert en zijn vrouw Kris Van Royen in het Vlaamse Prosperdorp, heeft van pré-salévlees zijn specialiteit gemaakt. Tachtig van hun koeien grazen even verderop, net aan de Nederlandse kant van de grens, in het Verdronken Land van Saeftinghe, een gebied van slikken en schorren in Zeeuws-Vlaanderen dat tweemaal per dag wordt doorgespoeld door de zoute Westerschelde.
Maar na de zomer heeft Saeftingherhof een verbod gekregen om koeien naar de slacht te brengen, omdat het vlees mogelijk te veel van de schadelijke PFAS bevat. De Vlaamse overheid heeft bij een steekproef vastgesteld dat het PFAS-gehalte in het vlees van één Belgische koe uit Saeftinghe vier keer hoger lag dan de norm, zo bleek deze maand. In het bloed van andere Belgische koeien in het gebied werden ook veel te hoge waarden gevonden.
De drie Belgische pachters in Saeftinghe zijn daarna ‘op slot’ gezet door de Vlaamse toezichthouder en ook de drie Zeeuwse pachters hebben van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit nu in afwachting van nader onderzoek naar hun vee een slachtverbod gekregen voor hun buitendijkse grazers.
Lees ook
‘Handel Nu!’ – op weg naar een totaalverbod grijpt de PFAS-lobby naar een laatste strohalm
Dikbillen
Vanaf de zeedijk bij Prosperdorp kun je ze zien tussen de laatste slierten ochtendmist: dikbillen van het ras Belgisch witblauw. In de verte schuiven containerschepen naar Antwerpen. Alle tachtig koeien van Saeftingherhof hebben een gps-tracker om, zodat ze makkelijk te vinden zijn als ze vast komen te zitten in het slik van een geul. Op 1 november zullen ze, zoals elk jaar, vanuit Saeftinghe in optocht naar de boerderij lopen voor het winterseizoen. Maar daarna is hun lot ongewis.
„Wat voor toekomst wij nog hebben, weten wij niet”, zegt Kris van Royen die in haar stal aan het werk is. „Maar wel dat het gedaan is met pré-salé, voor nu en altijd.” Echt verbaasd is ze niet, zegt ze. „Iedereen weet dat PFAS overal zitten.”
Die stoffen, verzamelnaam voor duizenden verwante, nauwelijks afbreekbare chemicaliën, kunnen het immuunsysteem verstoren en leverschade en kanker veroorzaken. PFAS zitten, behalve in de lucht, in de aarde, in grondwater en in Nederlandse hobby-eieren, ook in veel te hoge concentraties in de Westerschelde. Het RIVM adviseert al een paar jaar om daarom geen vis of schelpdieren uit het estuarium meer te eten.
Gevraagd is om de veiligheid van het ‘Saeftinghe-vlees’ te onderzoeken, evenals het vlees en melk van dieren die elders aan de Zeeuwse kust grazen
Bij elke vloed trekt datzelfde vervuilde water door de kreken en geulen van Saeftinghe en bevloeit er zoutminnende plantjes als zeeaster, kweldergras en zilte rus. Bij eb, die hier langer duurt dan dichter bij zee, hebben slib én gif hier alle tijd om te bezinken op en tussen de planten die mede het dieet van koeien en schapen vormen.
Saeftinghe, met 3.500 hectare het grootste ‘brakwaterschor’ van West-Europa, is een Natura 2000-gebied, staat onder Unesco-bescherming en geldt als walhalla voor (trek)vogels. Het is vanouds ook een spons voor gif. In de vorige eeuw vooral voor onder meer cadmium, pcb’s en landbouwgif waarvan de rivier enorme hoeveelheden afvoerde. PFAS zijn een recentere plaag. De voornaamste bron staat in het Antwerpse havengebied: het Amerikaanse chemiebedrijf 3M, dat onder meer lijmen en synthetische rubbers maakt en jaarlijks duizenden kilo’s PFAS loost. Tegen het bedrijf lopen verscheidene juridische procedures, onder meer van de Nederlandse staat.
Kustbewoners
Het Zeeuwse provinciebestuur heeft alarm geslagen over de ‘buitendijkse grazers’. In een brief aan minister Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, BBB) vragen Gedeputeerde Staten om diepgravend onderzoek. Niet alleen naar de veiligheid van het ‘Saeftinghe-vlees’, ook naar eventuele PFAS in vlees en melk van dieren die elders aan de Zeeuwse kust grazen. Nederland doet al onderzoek naar de blootstelling van kustbewoners aan PFAS.
In de Zeeuws-Vlaamse gemeente Hulst, waar Saeftinghe onder valt, klinken soortgelijke geluiden. Hulst is ook boos dat het Vlaamse onderzoek al in augustus plaatsvond maar pas twee maanden later bekend werd, staat in een brief van burgemeester en wethouders.
Ook Het Zeeuwse Landschap (HZL), eigenaar van Saeftinghe, maakt zich „grote zorgen”, zegt directeur Rob van Westrienen. En niet alleen over de volksgezondheid. Want die buitendijkse grazers – waaronder sinds kort ook waterbuffels die goed met zuigende modder overweg kunnen en die niet voor de consumptie zijn bestemd – zijn ook essentieel voor wat je het businessmodel van HZL kunt noemen. „Begrazing geeft broedvogels meer ruimte en zorgt dat bepaalde andere gewenste planten er terugkeren”, zegt Van Westrienen. Als de pachters zouden wegvallen, omdat ze hun bedrijf daar niet meer mogen of kunnen uitoefenen, zou dat het karakter van Saeftinghe ernstig aantasten.
Volgens de HZL-directeur moet dringend worden onderzocht hoe PFAS precies in koeien terechtkomen: via bladgroen, via water, of, zoals ook is geopperd, via zeeschuim waarin het zich ophoopt. Ook wil hij weten of er verschil is tussen jonge en oudere dieren, tussen mannetjes- en vrouwtjesdieren, en of het PFAS-gehalte daalt als ze een tijdje ander voer krijgen, zoals in de winter.
Maar alleen het „volledig stoppen van de PFAS-vervuiling is de weg naar systeemherstel”, zegt HZL. Nederland en Vlaanderen streven daarnaar. 3M kondigde in januari aan bij Antwerpen met PFAS-productie te stoppen maar, onder meer via het grondwater, blijven die stoffen nog vrijkomen.
Lees ook
Zeeuwse vissers bezorgd over PFAS-vervuiling: kopen mensen hun garnalen straks nog wel?