De atletiekwereld moet er nog steeds van bijkomen: de wereldtijd die Ruth Chepngetich (30) ruim een week geleden op de marathon in Chicago liep. Als eerste vrouw noteerde de Keniaanse een tijd onder de twee uur en tien minuten: 2.09.56. Bijna twee minuten sneller dan het record van de Ethiopische Tigst Assefa in Berlijn, vorig jaar.
„Ongelofelijk of ongeloofwaardig”, kopte het Belgische Sporza op de eigen website. Hoe kan een atlete bijna vierenhalve minuut van haar persoonlijk record aflopen, terwijl ze niet de limiet voor de Olympische Spelen van Parijs haalde? De zender interviewde onder anderen Jos Hermens, manager van Sifan Hassan, die vorig jaar in Chicago een tijd van 2.13.44 liep. „Ofwel zijn we getuige van een fenomeen, ofwel krijgt dit verhaal nog een staartje”, zei hij.
Dit jaar werden dertig Keniaanse sporters geschorst vanwege doping. Saillant is dat Chepngetich zich laat vertegenwoordigen door de Italiaan Federico Rosa, voormalig manager van Keniaanse atleten die een dopingstraf kregen. Een journalist van Letsrun.com benoemde de olifant in de kamer na afloop van de race in Chicago op een persconferentie. „Wat zeg je tegen mensen die denken dat deze prestatie te mooi is om waar te zijn”, vroeg hij aan Chepngetich. „People must talk”, antwoordde ze uiterlijk onbewogen.
Er zijn ook topatleten die zich in superlatieven uitspraken over haar prestatie. „Ik was verbluft dat een vrouw dit kon”, zei langeafstandsloopster Marcella Herzog tegen de NOS, in aanloop naar de marathon van Amsterdam van afgelopen zondag. „Wellicht dat meer dames dit als voorbeeld zien en dan toch meer kunnen dan ze zelf hadden verwacht.” Khalid Choukoud, de een na snelste marathonloper van Nederland, noemde haar overwinning motiverend. Hij vond het ongepast om over „geloofwaardigheid” te praten.
David Melly van Citius Mag, een website voor atletieknieuws, probeerde haar prestatie te ontleden. „Ruth Chepgnetich verbrak het wereldrecord van Tigist Assefa met een kleinere marge (1.57 minuut) dan Assefa het vorige record van Brigid Kosgei (2.10). En hoewel het haar twee pogingen kostte, verbeterde Paula Radcliffe het wereldrecord in Londen in 2003 met 3.23 minuut in een tijdsbestek van ongeveer zes maanden. De 1.5 procent die Chepngetich van het record afhaalde, is minder dan de 1.6 procent waarmee Usain Bolt over drie wedstrijden het wereldrecord op de 100 meter verbeterde.”
Meest opmerkelijk, schrijft Melly, is dat Chepgnetich veel mannen achter zich liet, als elfde van het hele deelnemersveld in Chicago, waar Assefa in Berlijn als 29ste eindigde. De Keniaanse mag soms een slechte dag hebben, zoals dit jaar in Londen, waar ze als negende eindigde, maar ze is wel „een fantastische atlete”, die sinds 2018 onder de 2.20 uur loopt en als enige vrouw drie keer in de top-tien aller tijden staat. Zeker is voor Melly dat de marathon voor vrouwen al voor ‘Chicago’ een nieuwe fase is ingegaan. „Die 2.09 kan nu een waanzinnige tijd lijken, maar wellicht voelt het binnenkort een stuk normaler aan.”
Wat weten we meer van Ruth Chepngetich dan dat ze, als oudste van zes kinderen, geboren is in Kericho, een stad bekend om haar thee-productie? Was haar talent al vroeg zichtbaar? Wat drijft haar?
Door alle scepsis over haar uitzonderlijke prestatie in Chicago zijn veel Kenianen die ik benader argwanend. Op voorwaarde van anonimiteit appt een ingewijde dat Chepngetich en haar trainingsmaatjes opdracht hebben gekregen van „de manager” geen journalisten te woord te staan.
De kritische vraag op de persconferentie in Chicago is hard aangekomen in Kenia. Parlementslid Gladys Boss Shollei eiste een publiekelijk excuus van de journalist. Chepngetich is „een consistente atlete”, zei ze, die hard werkt en de overwinning verdient.
Een van de weinige journalisten die dichtbij Chepngetich wist te komen is Ayumba Ayodi van de Keniaanse krant Nation. In 2020 zocht hij haar op in Ngong, een stad in het zuiden van het land, waar ze nog altijd traint. Het was coronatijd, de baan oogde verlaten. „Ruth is een stille, wat introverte vrouw”, zegt hij. „Ze vertelde me toen al dat ze niet met een coach werkt. Ze geeft de voorkeur aan mannelijke trainingspartners, pacemakers, die haar pushen om alles uit zichzelf te halen.”
Een van haar inspiratiebronnen, zegt Ayodi, is haar veertienjarige dochter Sharleen. „Ze heeft er alles voor over om haar een mooie toekomst te geven.” Zelf heeft Chepngetich nooit hoger onderwijs gevolgd – ‘zonde van het geld’, zei ze tegen haar ouders, ‘ik ga de atletiek in’ – maar voor Sharleen houdt ze alle opties open. Door hard te werken probeert ze haar als alleenstaande moeder het goede voorbeeld te geven. Dankzij haar sportieve succes kan ze de zorg voor haar dochter uitbesteden.
„Ik herken me in het geschetste beeld”, zegt een Keniaanse sprinter, die niet met haar naam in de krant wil als ze hoort dat collega’s er het zwijgen toe doen. „Ruth is kalm en vastberaden. Als we elkaar tegenkomen bij trainingen groet ze me en gaat ze aan het werk. Een beetje napraten is er niet bij. Na de training gaat ze meteen naar huis om te rusten. Ze concentreert zich volledig op de doelen die ze nastreeft.”
Minder bekend is dat Chepngetich naast haar atletiekloopbaan werkt als gevangenisbewaarder. Ze maakt deel uit van het atletiekteam van Kenya Prisons en doet mee aan wedstrijden die haar werkgever organiseert. Zo blonk ze vorig jaar nog uit op cross country, een onderdeel dat haar fysiek scherp houdt en haar psychologisch helpt bij de voorbereiding op andere disciplines.
„Ik herinner me haar als een slimme en goede leerling”, zegt Frankline Chepkwony, die Chepngetich les gaf in wis- en natuurkunde op de middelbare school Momoniat in Kericho. „Ze was wat verlegen, maar als ze ergens mee zat was ze mans genoeg haar vinger op te steken.”
De meeste Kenianen die ik spreek zijn het erover eens dat hun landgenoot geen vals spel speelt en dat er nog vele mooie prestaties in het verschiet liggen. „Ik begrijp de scepsis”, zegt Ayodi van Nation. „Maar in de sport geldt net als in het recht: je bent onschuldig tot het tegendeel bewezen is.”