Donderdag, voor de Europese top, circuleerde er op X zo’n foto waar je eindeloos naar kunt kijken: negen Europese regeringsleiders in een sober vergaderzaaltje in Brussel, aan tafel met Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. Langs de muur zitten medewerkers aantekeningen te maken. De fotografen worden er even later uitgeknikkerd, zodat de bespreking kan beginnen. De tien hebben het over migratie – what else.
Iedereen ziet iets anders in deze foto. Sommigen concluderen dat niemand meer om Von der Leyen heen kan. En dat zij steeds machtiger wordt. Waarom vragen regeringsleiders háár om hen verder te helpen? Eigenlijk hadden ze daarvoor naar Charles Michel gemoeten, de EU-president, wiens taak het is om de lidstaten op één lijn te krijgen. Maar Michel is in geen velden of wegen te bekennen. Hebben we hier dus te maken met een machtsgreep van de Commissie? Anderen zien in de foto een bewijs dat Europa versnippert. Er zijn toch 27 lidstaten? Waarom dan zulke onderonsjes? Weer anderen menen dat de foto de zwakte van Frankrijk en Duitsland weerspiegelt, wier leiders afwezig zijn. Dan zijn er nog diegenen voor wie de foto toont hoezeer Europa afgelopen jaren verrechtst is. Er zit maar één sociaal-democraat aan tafel: de Deense premier Mette Frederiksen. Ten slotte hoor je dat de lidstaten en de Commissie steeds meer één pot nat worden. Dat ze alles samen regelen, informeel, ondershands. En daarbij het Europees Parlement buitensluiten.
Het fascinerende is: al die interpretaties zijn een beetje waar. Ja, Von der Leyen is vrij machtig. Maar dat komt ook doordat Michel geen goede president is. Veel regeringsleiders wantrouwen hem. Hij wordt binnenkort opgevolgd door de Portugese oud-premier Antonio Costa, die minder ijdel is en beter overweg kan met Von der Leyen. Dan hoeft zij niet meer op twee stoelen tegelijk te zitten. Ja, onderonsjes zijn niet ideaal, maar je hebt soms groepjes lidstaten nodig om dingen vlot te trekken (of te blokkeren) – zeker op momenten dat de twee dominante landen in Europa, Frankrijk en Duitsland, zwak zijn, te veel met zichzelf bezig zijn en weinig Europees initiatief nemen. Ja, Europa verrechtst. En ja, het klopt ook dat regeringsleiders dominanter worden in Brussel en zaakjes met de Commissie regelen zonder bemoeienis van het parlement. De scheiding der machten wordt daardoor vertroebeld.
De foto toont dus ook hoeveel er in Brussel momenteel verandert. De wereld staat in brand. Er zijn grote, nieuwe problemen, die opgelost moeten worden – linksom of rechtsom. Regels vervagen, machtsverhoudingen verschuiven. Op zulke momenten wil iedereen met zijn vingers aan de knoppen zitten, om dingen zijn kant op te draaien. Dat is wat je hier echt ziet: die enorme drang en gretigheid om erbij te zijn, om hier doorheen te komen.
In zijn recente boek Dans la forge du monde; Comment le choc des puissances façonne l’Europe beschrijft Pierre Haroche, politicoloog aan de universiteit van Lille, precies dat: dat er momenteel, in het vuur van de mondiale smederij, een nieuw Europa geboren wordt. Een Europa dat niet langer de beschaving is, alleen nog een beschaving. Vroeger, schrijft hij, beconcurreerden Europese staten elkaar zo keihard dat ze koloniën veroverden en de wereld naar hun hand zetten. Nu zet de wereld juist Europa naar zijn hand. Eeuwenlang definieerden niet-Europeanen zich in relatie tot Europa: moesten ze Europeanen verwelkomen, bestrijden, na-apen? Nu is het andersom. „De grote vraag voor Europeanen is hoe ze zich tot de wereld verhouden.”
Europa moet steeds meer reageren op gebeurtenissen van buitenaf. De geschiedenis wordt nu elders gemaakt. Hoe we met China omgaan, hoe de oorlog in Oekraïne afloopt, wie de Amerikaanse verkiezingen wint – dat alles heeft immense impact op Europa. Dit besef, dat EU-lidstaten anders zijn en andere dingen willen maar elkaar in deze vijandige wereld keihard nodig hebben, dat is wat tot de regeringsleiders doordringt. Dat is wat die foto uitdrukt. Knap gedaan.