Hoe Jasmin Paris als eerste vrouw de loodzware, bizarre Barkley Marathons uitliep. „Op het moment zelf is het niet zo leuk”

Het is tien uur ’s ochtends, maar Jasmin Paris heeft er al een halve dag op zitten. Om vijf uur is ze opgestaan voor een ochtendtraining in de Schotse heuvels nabij Edinburgh, waar ze met haar gezin woont. Na het ontbijt heeft ze haar kinderen afgezet bij school en crèche en is ze op de fiets gesprongen voor een rit van drie kwartier. En nu zit ze achter een kop koffie in een laboratorium van de Universiteit van Edinburgh, waar ze werkt als diergeneeskundig onderzoeker.

Welkom in het leven van ultra-atleet Jasmin Paris (40), waarin zo’n beetje iedere minuut gevuld is met werk, gezin of training. In maart van dit jaar ging haar naam de wereld over toen ze er in slaagde de Barkley Marathons uit te lopen, een beestachtig zware (en tamelijk bizarre) race in de Amerikaanse staat Tennessee. Ze bereikte de finish met nog 99 seconden te gaan tot de tijdslimiet van zestig uur. Maar de reden voor al die aandacht was een andere: ze was de eerste vrouw ooit die de wedstrijd uitliep – iets wat door de organisatoren decennia lang voor onmogelijk was gehouden.

Het duurde even om een afspraak te krijgen met Paris. Na haar triomf in ‘Barkley’, zoals ze de race zelf noemt, werd ze overspoeld door mediaverzoeken. En dan is er nog dat hyperefficiënte leven. Zou de interviewer niet naar Hoek van Holland willen komen, zo luidde een aanvankelijk voorstel, wanneer ze daar eind juni met haar gezin op doorreis was? Dan had ze drie kwartier beschikbaar „terwijl we de hond uitlaten op het strand bij de veerboot”.

Onverbiddelijke tijdslimiet

Om te begrijpen hoe bijzonder Paris’ prestatie is, eerst eens wat meer over de Barkley Marathons – volgens velen de zwaarste ultraloop ter wereld. Deze jaarlijkse wedstrijd is omgeven door geheimzinnigheid, maar je zou het misschien het best kunnen omschrijven als een kruising tussen een bivak, een meervoudige marathon en een monstertocht door het hooggebergte. Met minimale middelen en een onverbiddelijke tijdslimiet.

De wedstrijd is het geesteskind van Gary ‘Lazarus Lake’ Cantrell, een excentrieke oud-trailrunner met een lange grijze baard. Ieder jaar in maart of april – de datum blijft altijd geheim – verzamelen veertig atleten zich in Frozen Head State Park, een door God en iedereen verlaten gebied in het oosten van Tennessee. Toelating vindt plaats op basis van ballotage: aspirant-deelnemers betalen 1,60 dollar en moeten hun aanmelding toelichten in een essay. Wie is uitverkoren, ontvangt een persoonlijke condoleancebrief van Lazarus Lake: „Tot mijn grote spijt moet ik u mededelen dat u bent geselecteerd voor de Barkley Marathons.”

De precieze lengte van de race is een punt van discussie. Officieel bestaat het parcours uit vijf keer een lus van 20 mijl (32 kilometer), afwisselend met de klok mee en tegen de klok in. In werkelijkheid bedraagt de afstand eerder een kilometer of veertig, zeggen deelnemers – bijna een marathon. Om en nabij tweehonderd kilometer hardlopen dus.

Het parcours van Barkley voert nauwelijks over gebaande paden, gebruik van gps is strikt verboden. Bij wijze van stempelpost moeten deelnemers pagina’s scheuren uit langs de route verstopte boeken – en deze bij doorkomst in het basiskamp aan Lazarus Lake overhandigen. Verzorging langs het parcours is niet toegestaan; de ravitaillering bestaat uit een handjevol jerrycans water langs het parcours.

Jasmin Paris en haar hardloopschoenen.

Foto’s: Robert Ormerod

En dat is nog niet alles. Het weer in Frozen Head State Park is onvoorspelbaar, zeker in maart of april, de hellingen zijn loeisteil en door de dichte begroeiing zijn er amper oriëntatiepunten. In vijf rondes moeten de deelnemers bovendien 16.000 meter aan hoogteverschil overbruggen, wat gelijk staat aan twee keer Mount Everest.

Die combinatie – terrein, hoogtemeters, navigatie, weer – zorgt ervoor dat zelfs de meest ervaren ultra-atleten al gauw zeven à acht uur nodig hebben voor de eerste ronde – en dat loopt gedurende de race steeds verder op. Je rent aan één stuk door: voor slaap is geen tijd, wil je binnen de limiet finishen.

In de documentaire The Race That Eats Its Young (2014) vertelt Lazarus Lake met sardonisch genoegen hoe hij jaarlijks nieuwe elementen toevoegt om de race nóg zwaarder te maken, zoals een venijnige klim met doornstruiken. Barkley Marathons, zo zegt hij, „zoekt precies de grens op van wat menselijk mogelijk is”. Het gevolg: in de bijna veertig jaar van zijn bestaan wisten slechts twintig atleten de wedstrijd uit te lopen.

En daar zat, tot dit jaar, geen enkele vrouw tussen.

Sneller dan de mannen

Jasmin Paris (1984) belandde in de ultrawereld via het bergwandelen. Ze groeide op in het Peak District, een natuurgebied nabij Manchester. Haar ouders waren fanatieke wandelaars: toen ze nog geen jaar oud was, werd ze al „de halve Andes doorgezeuld”, vertelt ze in haar laboratorium.

Ze was als tiener „een behoorlijk actief persoon”. Als ze na paardrijles geen lift kon regelen, legde ze de vijf kilometer van de manege naar huis rennend af. „Met al mijn paardrijspullen nog aan.” Later ging ze met haar broer naar de Alpen, op lange wandeltochten – het liefst buiten het seizoen. Proviand mee voor tien dagen, slapen onder de blote sterrenhemel of, als er nog veel sneeuw lag, in de winterruimte van een hut. „Alles wat ik nadien heb gedaan, is geworteld in die vroege jaren die ik buiten heb doorgebracht.”

Pas na haar afstuderen als dierenarts – ze liep al tegen de dertig – begon Paris ook met rennen. Een collega-dierenarts zei dat ze eens mee moest meedoen aan een fell race, een hardlooptocht langs de toppen van het Peak District. „Daar ontdekte ik een wereld waarvan ik het bestaan niet kende. Met mensen die waren zoals ik, die het leuk vonden om zo hard mogelijk een heuvel op en af te rennen.”

Paris bleek een groot talent te hebben voor trail running – lange tochten over onverharde paden, met veel klimmen en dalen. Haar doorbraak beleefde ze in 2015, toen ze in één jaar recordtijden liep in maar liefst drie Britse fell races. In één daarvan – Ramsay’s Round in Schotland – verbrak ze het algehele record, dus ook dat van de mannen.

Vier jaar later wist Paris, inmiddels moeder geworden, ook buiten de ultrawereld de aandacht te trekken. Ze nam deel aan de beruchte Spine Race, een wedstrijd van 351 kilometer in hartje winter over de Pennine Way in Noord-Engeland. Paris verbrak het mannenrecord met meer dan twaalf uur – terwijl ze onderweg melk kolfde voor haar dochter.

Jasmin Paris tijdens een ochtendtraining.
Foto Robert Ormerod

Meedoen aan Barkley was een logische volgende stap. Toch duurde het nog een paar jaar voordat ze er klaar voor was, zegt Paris. „Toen mijn tweede kind bijna een jaar oud was, wist ik het ineens zeker: ik ga het doen. Je moet echt op dat moment wachten. Als je niet volledig toegewijd bent, red je het niet.”

In 2022 reisde Paris voor het eerst af naar Tennessee. Ze voltooide drie rondes. Het jaar daarop liep ze vier rondes – maar de laatste was buiten de tijdslimiet. Dit jaar móest het gebeuren, wist Paris – en op de een of andere manier voelde ze ook dat het zou lukken.

Hoe train je voor zoiets als Barkley?

„Gewoon, wat ik normaal ook doe hier in de heuvels. Alleen nam mijn trainingsvolume toe naarmate de wedstrijd naderde. Ik rende tussen de 150 en 160 kilometer per week. Dat deed ik ’s ochtends voor ik naar m’n werk ging. Aan het einde van de dag, voordat ik de kinderen ophaalde, pakte ik nog veertig minuten krachttraining mee in de sportschool. In het weekend kon ik wat langere trainingen doen, loopsessies van drie à vier uur.”

„Omdat ik wist dat er veel geklommen moest worden bij Barkley, ging ik meer bergop trainen. Ik ben een keertje op een vrijdag om middernacht opgestaan om zeven à acht uur lang dezelfde heuvel op en af te rennen. Het was hartje winter, het regende keihard en aan de voet van de heuvel was het ongeveer 1 graad Celcius, dus ik wist dat er boven sneeuw zou liggen. Ik rende van de regen door de natte sneeuw naar de sneeuw – en weer terug. Zeventien keer heb ik dat gedaan. Het werd die nacht steeds kouder en tegen de tijd dat het ochtend werd, waren alle heuvels wit.”

Je dacht niet: wat is dit voor waanzin?

„Het voelde krankzinnig, maar het was ook leuk. Het gaf me het gevoel dat ik klaar was voor Barkley. Bring it on.

Waar kwam dat gevoel vandaan: het zit goed dit jaar?

„Dat weet ik niet precies. Ik voelde me gewoon fit. Sinds een ongeluk op mijn zeventiende heb ik geen rechterkruisband meer, maar die knie voelde stevig en betrouwbaar in de afdaling. Ik geloofde in mezelf. Bovendien dacht ik: ik kan dit niet ieder jaar blijven doen. Het was mijn derde Barkley. Ik heb de mogelijkheid dat ik hem niet zou uitlopen, gewoon niet toegelaten in mijn hoofd.”

Twee dingen vallen op aan Jasmin Paris als je haar voor het eerst ontmoet. Het eerste is haar verschijning. Anders dan je zou verwachten, heeft ze niet de tengere, uitgemergelde fysiek van een langeafstandsloper. Stevig en gespierd oogt ze – trailrunners moeten vanwege het vele klimwerk ook beschikken over kracht. Ze lopen met wandelstokken.

Het tweede wat opvalt is haar manier van praten: met een combinatie van verlegenheid en beslistheid. Paris lijkt niet iemand die van nature het hoogste woord voert, maar uit wát ze zegt, spreekt een groot zelfvertrouwen. Ze lijkt precies te weten wat ze wil – en wat ze aan zichzelf heeft.

Barkley marathons, de zwaarste ultraloop ter wereld


Hoe verloopt de navigatie tijdens de Barkley Marathons?

„Je krijgt een kompas en een kaart. Daar moet je zelf de route op tekenen. Het is niet zo’n heel goede kaart.”

Hoe weet je de route? Je krijgt aanwijzingen van Lazarus Lake, toch?

„Eh, ja. Hij geeft je de route van tevoren. Maar niet erg lang van tevoren. Een dag ofzo.”

Zijn aanwijzingen schijnen notoir vaag en poëtisch te zijn.

„Ja.”

Is dat deel van het geheim van Barkley?

„Ik wil er liever niet te veel over zeggen. De navigatie is moeilijk, de kaart niet heel gedetailleerd en de route ken je niet totdat je hem gelopen hebt. Online is er niets over te vinden. Je krijgt een heel basic, goedkoop horloge mee, dat op 00.00 staat bij de start en na vierentwintig uur weer terug gaat naar nul. Alle andere functies zijn uitgeschakeld.”

Op woensdag 20 maart 2024, om 05:17 uur ’s ochtends, ging Paris samen met de andere deelnemers op weg. Nog zo’n kwelling van Barkley: alleen ‘Laz’ Lake weet hoe laat de start precies is. Op ieder moment tussen middernacht en twaalf uur ’s middags kan hij op een hoornschelp blazen, waarna de lopers nog precies een uur de tijd hebben om zich te melden bij een geel hek in het basiskamp – het begin- en eindpunt van iedere lus. Het officiële startsein is een door Laz aangestoken sigaret.

De eerste drie rondes van dit jaar, vertelt Paris, gingen een stuk sneller dan in haar eerste twee edities. „We liepen in een groepje, en dan kun je het boeken zoeken onderling verdelen. Je komt er ook sneller achter als je een vergissing gemaakt hebt in de route.”

Op de bergkam voor me zag ik een groep mensen in zwarte regenjassen. Sinister, tot ik besefte dat ik hallucineerde

In de vierde ronde liep Paris samen met Jared Campbell, die de Barkley al drie keer eerder voltooide. Ze lag nog steeds op koers voor de tijdslimiet, al kon ze tegen die tijd al niet meer goed eten en was ze continu misselijk. Met nog dertien en een half uur op de klok keerde ze terug in het basiskamp – het ging spannend worden.

„Ik was er vrij beroerd aan toe toen ik aan ronde vijf begon. Ik dwong mezelf een rijstpudding te eten, maar moest vrijwel meteen overgeven. Ik zei tegen Laz: ik ga maar weer. Strompelend vertrok ik, terwijl ik nog een banaan probeerde te eten. Al rennend begon ik me weer beter te voelen. Ongeveer halverwege maakte ik een fout met navigeren, waardoor ik twintig minuten verloor – een enorme hoeveelheid tijd.”

In die laatste ronde sloeg bij Paris een fenomeen toe dat voor ultralopers maar al te bekend is. „Op de bergkam voor me zag ik een groep mensen in zwarte regenjassen. Aanvankelijk was ik nogal verrast, want je mag in dat deel van het park helemaal niet buiten de paden wandelen. Het was ook enigszins sinister. Totdat ik me realiseerde dat het hallucinaties waren.”

Jasmin Paris na afloop van de Barkley Marathons in maart 2024.
Foto Robert Ormerod

Zeggen mensen wel eens: wat jij doet is krankzinnig?

„Mijn collega’s op de universiteit denken wel ik dat ik een beetje bonkers ben, op een liefdevolle manier dan. Ultraloper worden is iets dat stapsgewijs gebeurt. Veel mensen denken: zo’n lange afstand, dat kán ik helemaal niet. Dan blijkt dat ze het wél kunnen. Vervolgens doen ze een nóg langere afstand. Enzovoort. Veel mensen denken bij ultralopen aan zo hard mogelijk rennen. Maar hele stuken wandel je gewoon, zeker bergop. Je hebt tijd om te eten en met mensen te praten. Het niet zo afschuwelijk als mensen denken.”

Is ultralopen wel goed voor je lichaam?

„Ik ren nooit op verharde wegen, en het terrein gaat op en neer. Dat zorgt ervoor dat je niet steeds dezelfde belasting hebt op je lichaam. Dus ja, ik denk dat het goed voor je is.”

Het duurde drie maanden voordat je lichaam helemaal hersteld was, zei je eerder. Kun je dan wel volhouden dat het goed voor je is?

„Die drie maanden is de tijd die het kost om van de diepe vermoeidheid af te komen. En ik denk dat de meeste mensen nooit op het punt komen waartoe ik mezelf gepusht heb bij Barkley. Je kunt goed herstellen.”

Zo lang rennen zonder slaap, is dat niet ongezond?

„Volgens mij niet. Ik heb in de loop der tijd beter leren omgaan met slaaptekort. Ik ben meer gewend aan hallucinaties, ben beter geworden in mezelf wakker houden, door caffeïnekauwgom of door mijn hoofd in koud water te hangen. In de evolutie van de mensheid hebben we vroeger veel langere afstanden gerend. We trokken rond, bewogen een stuk meer. Uiteindelijk is ultralopen gewoon bewegen.”

Bovenop de laatste klim had Paris nog precies één uur tot de tijdslimiet – en was ze er nog steeds van overtuigd dat het ging lukken. „Maar toen ik in het dal van het basiskamp kwam, waren er nog minder dan 10 minuten over. Op dat moment dacht ik voor het eerst: misschien ga ik het niet halen. Dat was een vreselijke gedachte.

„Ik heb mezelf gedwongen om te blijven rennen, ook al schreeuwde alles in mijn lichaam: stoppen! Ik zag alleen nog maar dat gele hek, alles eromheen was wazig. Ik rende ernaartoe. Óf ik zou flauwvallen, óf ik zou het redden. Op de een of andere manier bleef ik doorgaan. Wat me ook voortdreef, was de gedachte dat ik dit allemaal niet nóg een keer wilde doorstaan. Op het moment zelf is het namelijk helemaal niet zo leuk.”

Op de beelden die later viraal gingen, zie je Paris aankomen bij het gele hek, met een combinatie van strompelen en rennen. Holle ogen, lijkbleek. Het publiek joelt uitzinnig. Zodra ze het hek heeft aangeraakt, zijgt ze ineen. De klok staat stil op 59 uur, 58 minuten en 21 seconden.

Wist je meteen dat je het gehaald had?

„Nee. Ik was nog maar half bij bewustzijn. Ik raakte het hek aan en als ik al iets dacht was het: godzijdank, ik kan weer gewoon ademhalen. Pas een paar minuten later daalde het besef in dat ik binnen de tijdslimiet was gearriveerd, al was het maar door de reactie van de mensen om me heen.”

Ik zat na de race onder de schrammen en had een paar blauwe plekken

Hoe zag je lichaam eruit na de finish?

„Ik zat onder de schrammen en had een paar blauwe plekken. En je benen zwellen op na zo’n inspanning, meestal een paar dagen later. Maar dat was het wel zo’n beetje. Ik had wat blaren, een paar op iedere voet. En de vermoeidheid natuurlijk.”

Had je peesontsteking?

„O ja, natuurlijk. Aan één been. En op mijn andere been was ik tijdens de eerste ronde gevallen, daardoor had ik mijn binnenste knieband verrekt. Die knie had na Barkley nog zes tot acht weken nodig om weer goed te voelen.”

Na het relaas over de Barkley oogt Paris vermoeid, alsof de herinnering aan de inspanning haar opnieuw afmat. Ze zakt wat onderuit in haar stoel, laat haar hoofd in haar handen rusten.


Lees ook

‘Oerdrang naar avontuur’: 36 uur rennen in de Alpen

Daan Nieuwenhuis in 2022 tijdens de Ultra-Trail Snowdonia in Wales

Dat ze de eerste vrouw was die Barkley heeft weten uit te lopen „voelde groter dan ik had verwacht”, zegt ze. „Het verhaal ging de hele wereld over. Maar het was niet mijn belangrijkste drijfveer. Natuurlijk beleef ik er plezier aan om het ongelijk van mannen te bewijzen die zeggen: vrouwen kunnen dit niet. Maar ik wilde het vooral voor mezelf doen. Dat heb je ook nodig bij Barkley, louter een externe motivatie is niet voldoende.”

Lazarus Lake heeft ooit in een interview gezegd dat Barkley „te zwaar voor vrouwen” is, omdat ze „simpelweg niet taai genoeg” zijn. Heb je het daar nog met hem over gehad?

„Hij meende dat niet echt, denk ik. Hij was overduidelijk verrukt dat ik het gehaald had. Dus nee, ik ben niet mijn gelijk gaan halen. Ik denk dat hij die opmerkingen alleen maar gemaakt heeft om vrouwen te prikkelen om het te proberen.”

Er is iets interessants aan de hand met ultramarathons: hoe langer de afstand, hoe kleiner het verschil tussen mannen en vrouwen. Regelmatig verbreken vrouwen – onder wie jij – mannenrecords. Hoe zit dat?

„Wetenschappelijk is daar nog geen sluitende verklaring voor. Wat ik wel kan zeggen: bij lange wedstrijden draait het niet enkel meer om rennen, om fysieke kracht. Het gaat minstens zo veel over wat er in je hoofd omgaat. Hoe goed kun je navigeren, eten, voor jezelf zorgen? Dat is denk ik de belangrijkste verklaring.”


Lees ook

Waarom vrouwen bij ultraraces vaker mannen verslaan

De Deense triatlete Michelle Vesterby.

Dat klinkt als: vrouwen zijn beter in multitasking.

„Ja, misschien wel. En misschien kunnen vrouwen ook beter omgaan met slaapgebrek. Tara Dower verbrak onlangs het mannenrecord op de Appalachian Trail [een ultraloop van meer dan 3.000 kilometer waar je 40 dagen over mag doen, red.] Ze liep gemiddeld langzamer dan de snelste man, maar sliep minder en deed dus meer kilometers op een dag.”

Paris klapt haar laptop open en laat foto’s zien van Barkley. Laz die een van zijn vele sigaretten opsteekt bij het gele hek. Twee knuffels, een schaap en een koe, haar „lucky mascottes” die overal mee naartoe gaan. Jasmin op de steile beklimming bij de Rat Jaw, de enige plek aan het parcours naast het basiskamp waar publiek is toegestaan. „Dit is ronde twee, want ik lach nog.” Jasmin in het basiskamp, tussen ronde vier en vijf. „Dat is de rijstpudding die ik er meteen weer uitgooide.”

Tijdens een ultraloop, zegt Paris, „lijkt het alsof je leven in technicolor is”. In een etmaal of een paar dagen doorlopen ultra-atleten de uitersten van emoties: vreugde, verdriet, euforie, wanhoop. „Soms lijkt het alledaagse leven daarna een beetje vlak en saai. Normaal gesproken weet je niet meer wat je op die ene dinsdag twee weken geleden hebt gedaan. Maar de dag van zo’n race kun je nog tot in detail terughalen. Het is life in a day.”

Wat de toekomst precies gaat brengen, weet Paris nog niet. Op dit moment rent ze „gewoon lekker door de heuvels” in Schotland. „Even heruitvinden waarom ik het ook alweer zo leuk vind.” Een race waar ze door „geobsedeerd” is, heeft ze op dit moment niet. „Zoiets moet langzaam tot je komen, net als bij Barkley.”