Het was een goede week voor de armoedebestrijding. Donderdag maakten het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), statistiekbureau CBS en budgetinstituut Nibud bekend dat er in Nederland een kleine 540.000 mensen in armoede leven – en niet 800.000, zoals het CBS vorig jaar nog meldde. Waaraan is deze forse daling te danken: succesvol kabinetsbeleid, een bloeiende economie of doortastende gemeentes? Nee, het is dankzij een nieuwe rekenmethode dat het percentage armen in Nederland gedaald is tot 3,1 procent van de bevolking. Deze methode zal voortaan leidend zijn voor de politiek.
De cijferinstituten kijken vanaf nu niet alleen naar het inkomen van mensen, maar ook naar hun werkelijke kosten voor wonen en energie. Alleen wie na de uitgaven aan deze vaste lasten te weinig geld overhoudt voor de overige noodzakelijke uitgaven, leeft in armoede. Los van de vraag of hier met een boekhoudkundige ingreep een deel van het probleem wordt weggetoverd, benadrukken SCP, CBS en Nibud dat de armoede in Nederland de afgelopen vijf jaar dieper is geworden (44 procent van de armen zit meer dan 20 procent onder de armoedegrens), dat er meer werkende armen zijn en dat er voor veel mensen maar weinig hoeft te gebeuren om ze onder de armoedegrens te duwen.
Reden genoeg dus voor de overheid om armoedebestrijding nog steeds serieus te nemen. Uit een aantal artikelen dat NRC de afgelopen week publiceerde, werd duidelijk dat er ondanks goede bedoelingen nog zaken te verbeteren vallen. In de Rotterdamse buurt Schiebroek-Zuid bijvoorbeeld stapelen de problemen zich op. Woningen bevatten schimmel en asbest en hadden allang gesloopt moeten worden, voor oudere tieners is niets te doen, de voedselbank verdween en er is criminaliteit en drugsoverlast. Desondanks blijft de gemeente mensen uit kwetsbare groepen in deze buurt huisvesten. Dat komt doordat Schiebroek-Zuid in een van de rijkste stadsdelen van Rotterdam ligt: Hillegersberg-Schiebroek – en daarvan houdt de gemeente de cijfers bij. Zo verdwijnen de problemen van Schiebroek-Zuid uit de statistieken door de welvaart en het welzijn van de buren.
Over mensen die leven in armoede, dichtte de Duitse schrijver Bertolt Brecht in zijn Dreigroschenoper (1928): ‘Denn die einen sind im Dunkeln/Und die anderen sind im Licht./Und man siehet die im Lichte/Die im Dunkeln sieht man nicht.’ Dat is in deze arme buurt in Rotterdam dus vrij letterlijk het geval. NRC vond in totaal 25 van zulke ‘vergeten buurten’ waar de leefbaarheid negatief afwijkt van de omgeving. Hier ligt een taak voor de betreffende gemeentes: zorg ervoor dat meetmethodes en rapportages nauwkeurig genoeg zijn om licht te werpen op armoede overal waar die zich voordoet.
Meten is weten, maar hoe kan vervolgens het beste actie worden ondernomen? Carola Schouten (ChristenUnie), in het vorige kabinet minister voor Armoedebeleid, lanceerde in 2022 de ‘Aanpak geldzorgen armoede en schulden’. De landelijke overheid zou zo nodig toeslagen verhogen en ervoor zorgen dat meer mensen vanuit de bijstand aan het werk kwamen. Het maatwerk moest echter geleverd worden door de gemeentes, was haar idee.
Nu ze burgemeester van Rotterdam is geworden, kan Schouten daar haar college inspireren. Uit het interview dat wethouder Natasha Mohamed-Hoesein (Armoedebestrijding, Denk) gaf aan NRC sprak helaas weinig daadkracht. Bewoners in Schiebroek-Zuid hebben behoefte aan een buurthuis, maar moeten het doen met twee kantoortjes van een welzijnsorganisatie. Als ze meer willen, moeten ze bij de juiste instantie een officieel verzoek indienen, aldus de wethouder – die verder veel verwacht van influencers op social media en een digitaal loket voor alle armoederegelingen dat in 2025 open gaat.
Of hiervan een heilzame werking uitgaat, valt nog te bezien. Uit de rondgang van NRC door de buurt blijkt dat de mensen die zich willen inzetten voor de leefbaarheid van hun wijk moeite hebben om met de gemeente te communiceren. Zij weten de gemeente niet te bereiken, en de gemeente bereikt hen niet. Zo gebeurt het dat initiatieven die jarenlang naar tevredenheid lopen opeens ophouden te bestaan, omdat de voedselbanken worden gereorganiseerd of omdat welzijnswerk opnieuw wordt aanbesteed en door een grote partij wordt binnengehaald.
Het budget voor armoedebestrijding in Rotterdam en elders is niet onbeperkt. Het is logisch dat gemeentes hun geld doelmatig willen besteden, maar daarvoor is het juist van belang om te weten waaraan behoefte bestaat. Gemeentes doen er dus goed aan te luisteren naar wat mensen zeggen die leven in kwetsbare wijken, om daarna zo creatief mogelijk met hun wensen aan de slag te gaan.