Minister Fleur Agema (Volksgezondheid, PVV) wil toch níet bezuinigen op ‘pandemische paraatheid’, de voorbereiding van Nederland op toekomstige pandemieën. Ze is op zoek naar „alternatieve financiering” voor de 300 miljoen euro die ze nu jaarlijks aan het programma uitgeeft, laat ze via een woordvoerder weten aan NRC. Daarvoor moet wel elders op de zorgbegroting geld gevonden worden.
Donderdag kondigde Agema in een brief aan de Tweede Kamer nog een bezuiniging aan van 300 miljoen euro, die is afgesproken in het Hoofdlijnenakkoord. Daarmee verliest onder meer de GGD het geld dat het kreeg om na de coronapandemie meer mensen aan te nemen en daarmee beter inzetbaar te zijn bij een nieuwe gezondheidscrisis. De toekomst van een nieuwe organisatie die centrale aansturing tijdens een crisis moet verbeteren is onzeker: vooralsnog is er alleen in 2025 nog geld voor. Ook worden onderzoeken wegbezuinigd die onder meer gericht waren op het beter modelleren van uitbraken, uitbreiding van het aantal ziekenhuisbedden en het beter en sneller voorzien in medische hulpmiddelen en vaccins. In de praktijk kan het betekenen dat bij een nieuwe crisis sneller tekorten ontstaan.
In de brief schreef Agema al wat de gevolgen van die bezuinigingen zouden zijn: ze raken „de bescherming tegen en bestrijding van infectieziektenuitbraken” en hebben ook „bredere gevolgen voor de basis noodzorg in Nederland”. Tegenover NRC gaat Agema verder: ze is zich „bewust van de onwenselijkheid” van de bezuinigingen.
Met de bezuinigingen zou een aanzienlijk deel van de dijkverzwaring verdwijnen die de Haagse politiek in de nasleep van de pandemie opbouwde. De 300 miljoen euro die toenmalig minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid, D66) een jaar geleden uittrok voor pandemische paraatheid volgt onder meer uit de kritische evaluaties van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Eén daarvan was dat Nederland alleen voorbereid was op kortstondige crises. De zorg en crisisorganisaties waren onvoldoende toegerust op de bestrijding van een landelijke, langdurige virusuitbraak. Met het geld voor onder meer een nieuwe RIVM-dienst moest Nederland beter voorbereid raken op toekomstige crises.
De bezuinigingen zouden bovendien komen op een moment dat Nederland überhaupt nog niet klaar lijkt voor een volgende pandemie, zoals experts begin dit jaar schetsten in NRC. Zo zouden er bij een nieuwe pandemie mínder ic-bedden beschikbaar zijn dan tijdens corona, terwijl het al dan niet overstromen van de intensive cares voor het kabinet de belangrijkste graadmeter was om maatregelen te nemen. Door nieuwe Europese regelgeving zou het bovendien moeilijker worden om op grote schaal te gaan testen op een nieuwe virus – essentieel om zicht te krijgen op de uitbraak.
En de GGD’s zouden met de bezuinigingen terug bij af zijn. Toen de organisatie tijdens de coronapandemie snel overrompeld werd, wezen medewerkers naar bezuinigingen in de jaren ervoor. Teams die zich bezighielden met infectieziektebestrijding waren uitgekleed. Het belang van preventie en onderzoek was naar de achtergrond verdwenen; een pandemie leek immers ver weg. „Nooit meer terug naar de tijd vóór corona”, concludeerde GGD-voorzitter André Rouvoet dan ook tegen het einde van de pandemie.
Maar teams van de GGD die zich daarmee bezighouden zijn niet in staat om bij een nieuwe infectieziektecrisis snel op te schalen, concludeerde een rapport in 2023. Het geld dat werd uitgetrokken om die teams op sterkte te krijgen wordt nu geschrapt. De GGD zal dan „kostbare expertise” gaan verliezen, zei Rouvoet vorige maand. „We kunnen dan niet adequaat reageren op nieuwe infectieziektedreigingen.”