Dit weekend start de Marathon van Amsterdam, waarvan de 45.000 startplekken reeds een half jaar voor het sportevenement waren vergeven. Evenzo zijn de plaatsen voor de Mizuno Halve Marathon en de TCS 8 kilometer volledig uitverkocht.
De populariteit loopt samen op de stijgende prijzen. Het inschrijfgeld voor de marathon is verdrievoudigd: van veertig euro in 2004 naar 140 euro nu. Ook bij de Rotterdam marathon weerhield een prijsverhoging van dertig euro binnen één jaar lopers er niet van om binnen luttele 2,5 uur alle beschikbare plaatsen op te kopen.
We kunnen dit fenomeen beschouwen als een vorm van sportieve gentrificatie, vergelijkbaar met stedelijke gentrificatie waarbij buurten worden opgewaardeerd ten koste van de oorspronkelijke bewoners. Zoals bij stedelijke ontwikkelingen, trekt ook het moderne sportevenement een steeds rijkere deelnemersgroep aan. En zo groeit de omvang als het spektakel van deze evenementen onmiskenbaar, maar daalt de toegankelijkheid.
Veeleisender
De verheffing van sportevenementen tot luxe spektakels heeft onbedoelde consequenties voor de samenleving. Zo werd dit jaar bij de Marathon van Leiden en de Dam tot Damloop duidelijk dat veel deelnemers niet opgewassen waren tegen de uitdagingen. De wedstrijd moest zelfs gestaakt worden omdat de druk op ambulances, ziekenhuizen en andere hulpdiensten te groot werd. Hoewel de hitte een onverbiddelijke rol speelde, roept het een beeld op van deelnemers die het evenement meer als een once in a lifetime-ervaring zien dan een goed voorbereide levensstijlverandering. De hoge inschrijvingskosten creëren nog eens extra druk om door te zetten met de wedstrijd, ondanks een belabberde conditie.
Ook de meer toegankelijke, lokale, evenementen merken een verschuiving naar een kapitaalkrachtiger een veeleisender doelgroep. Zij zien teruglopende deelnemersaantallen en een toenemende druk om hun vrijwilligersorganisatie te professionaliseren.
Het verlies van dergelijke evenementen is meer dan nostalgie
Daardoor is de charmante eenvoud van bijvoorbeeld de Kraaijenbergse Plassenloop na 35 jaar van de kalender verdwenen. De Montferlandrun, van 15 kilomeer in ’s-Heerenberg, ooit het toneel van wereldsterren als Haile Gebrselassie, is ter ziele. Ook de geliefde Rode Kruis Bloesemtocht, die vele wandelaars door de bloeiende Betuwe voerde, en vele wandelvierdaagsen, konden het niet bolwerken in een steeds competitiever evenementenlandschap.
Waar professionele evenementen de middelen hebben om aan strengere vergunningseisen te voldoen, kunnen vrijwilligersorganisaties vaak niet anders dan stoppen of de prijzen flink verhogen, wat hun laagdrempelige karakter aantast. Hierdoor floreren sportevenementen met meer uitdaging, beleving en extremere prestaties én hogere kosten, zoals marathons, ultralopen, triatlons, trailruns of mudruns, terwijl lokale, goedkopere initiatieven langzaam lijken te verdwijnen.
Lees ook
Wie de Dam tot Damloop snel wil rennen, moet langzaam beginnen
Bedreiging voor de volksgezondheid
Deze creatieve destructie van oude aanpakken door nieuwe werkwijzen, stuwen ons voort in de vaart der volkeren. Toch is deze trend zorgwekkend bij sportevenementen doordat ze vaak toegang bieden tot sport en beweging bij diegenen voor wie dat niet altijd vanzelfsprekend is.
Dat zag je goed bij de Marikenloop (met afstanden tussen de 5 en 10 kilometer) in Nijmegen. Deze ladies run ging, ondanks professionele organisatie, ten onder aan dalende deelnemersaantallen en werd vervangen door een trail-loop. Een onderzoek uitgevoerd mede door mij bij de Han University of Applied Science, toonde aan: de Marikenloop leverde deelneemsters onverwacht grote gezondheidsvoordelen op. De drempel voor vrouwen en meisjes die begonnen met hardlopen om mee te doen lag mede door de lagere prijs een stuk lager. In het jubileumjaar was er zelfs géén inschrijfgeld. We zagen vooral op de 5 kilometer een belangrijke gezondheidswinst bij diegene die zich voorbereidde door extra te gaan trainen. Een groep die uit zichzelf niet aan de beweegrichtlijnen van de overheid voldeed bereidde zich gemiddeld 9 weken lang voor op die wedstrijd, waarmee zelfs 898.000 extra beweegminuten werden gerealiseerd.
Het verlies van dergelijke evenementen is dus meer dan nostalgie; het is een bedreiging voor de volksgezondheid, een bedreiging die we serieus moeten nemen. Om het tij te keren moeten we toegankelijke sportevenementen beter beschermen. Allereerst tegen een wirwar van regels en vergunningen waar ze als vrijwilligers niet tegen opgewassen zijn. De historische wortels en belang voor de volksgezondheid zouden moeten leiden tot een erfgoedregeling voor deze kwetsbare sociale infrastructuur, vergelijkbaar met vrijstellingen voor historische gebouwen en natuurgebieden.
Maar ook professionele sportevenementen zullen hun verantwoordelijkheid in de keten moeten nemen, door deelnemers te stimuleren om via toegankelijke sportevenementen zich beter voor te bereiden. Daar hebben ze zelf belang bij.
Dat zou kunnen door voorrang of korting te bieden bij het inschrijven. Of door als professionele organisaties expertise, draaiboeken, marketingkracht en bijvoorbeeld vrijwilligers te delen met kleinschalige evenementen in hun regio, als zijnde een beschermheer.
Daarmee voorkomen we dat sportieve gentrificatie onze evenementen van binnen uitholt, juist voor mensen voor wie sport geen prioriteit heeft, en die het nodig hebben om laagdrempelige, gemeenschapsgerichte sport te ervaren.
Lees ook
En toen begon ik hardlopen opeens… leuk te vinden?