De Europese Centrale Bank (ECB) heeft donderdag aangekondigd voor de derde keer op rij het belangrijkste rentetarief in de eurozone te verlagen. Nadat de zogeheten depositorente – voor banken die geld parkeren bij de ECB – in juni en september al werd verlaagd, wordt deze nu opnieuw met 0,25 procentpunt verminderd naar 3,25 procent.
Economen en beleggers hadden deze stap vooraf al zien aankomen. Het inflatiecijfer ligt met 1,7 procent op jaarbasis in september immers onder de Europese doelstelling van 2 procent. Door de rente te verlagen zal de inflatie de komende maanden weer wat toenemen, verwacht de ECB.
Draaien aan de ‘renteknop’ is voor centrale bankiers het middel bij uitstek om prijsstabiliteit te bewaren. Renteverhoging maakt het voor bedrijven en burgers minder aantrekkelijk om uitgaven te doen; sparen wordt immers lucratiever en een lening afsluiten – voor, zeg, een auto of huis – juist duurder. Dit remt de consumptie, en daarmee ook de prijsstijging. Andersom betekenen lagere rentes – zoals de ECB nu invoert – meer economische activiteit en dus stijgende prijzen.
Wat Nederland daarvan gaat merken, zal de komende maanden moeten blijken. Met 3,3 procent ligt het Nederlandse inflatiecijfer een stuk hoger dan het Europese gemiddelde. De hoogste prijsstijging zit in de dienstensector, wat je als consument kunt merken zodra de loodgieter of monteur een factuur stuurt.
Maar dat de renteverlaging hier verandering in gaat brengen, is hoogst onwaarschijnlijk. „Dit is geen gamechanger”, zegt Carsten Brzeski, hoofd macro-economie bij de onderzoeksafdeling van ING. Omdat het om een relatief lichte vermindering gaat en omdat veel financiële spelers de verlaging al hadden ‘ingeprijsd’, ziet Brzeski weinig reden om ervan uit te gaan dat bijvoorbeeld de hypotheekrente zal dalen.
Spook verdwenen
Wel meent Brzeski in de verlaging van de rente een impliciete boodschap van de ECB te ontwaren, namelijk dat het inflatiespook waar Europa de afgelopen jaren door werd geteisterd verdwenen lijkt te zijn. Brzeski: „De zorg lijkt nu meer te gaan richting de groeiproblemen van de Europese economie.” Lagarde deed in haar persconferentie donderdag – in het kielzog van Mario Draghi’s rapport over de problemen van de Europese economie – een oproep aan overheden om structurele en fiscale maatregelen te nemen om de competitiviteit te waarborgen.
Sinds de nasleep van de pandemie en de Russische inval van Oekraïne, kampte Europa met forse prijsstijgingen. Dit kwam oktober 2022 tot een hoogtepunt, toen prijzen 10,5 procent hoger lagen dan een jaar eerder. De ECB verhoogde hierop de rentes, van minus 0,5 procent in juli 2022 naar een recordhoogte van 4 procent in september 2023, een niveau dat gold tot juni 2024 toen de rente voor het eerst weer (lichtelijk) daalde.
Yahya Sinwar, de leider van Hamas in Gaza die sinds deze zomer ook de politieke leider van de beweging was, is door het Israëlische leger in Gaza gedood. Aan de hand van dna-onderzoek konden de Israëliërs donderdag met zekerheid vaststellen dat een dode man die sterk op hem leek inderdaad Sinwar was. Israël beschikte namelijk al over oud dna-materiaal van hem uit de tijd dat hij gevangen zat in Israëlische gevangenissen.
Sinwar wordt gezien als de architect van de aanval op Zuid-Israël van 7 oktober vorig jaar waarbij 1.200 burgers en militairen werden gedood. Om Sinwar hing vooral het laatste jaar een waas van geheimzinnigheid, omdat de kleine magere man met zijn kenmerkende grijze baardje zelden van zich liet horen. Een leider die meeslepende redevoeringen hield, zoals de onlangs eveneens door Israël gedode Hezbollah-leider Hassan Nasrallah, was hij niet. Sinwar was bovenal een militante politicus, en een koele organisator, voor wie de gewapende strijd tegen de Israëlische bezetting altijd centraal stond en die meedogenloos te werk ging tegen mensen die hem naar zijn gevoel in de weg stonden.
Sinwar leerde vloeiend Hebreeuws en verslond Israëlische kranten en boeken
De dood van Sinwar, die formeel pas sinds augustus aan het hoofd stond van Hamas nadat zijn voorganger Ismail Haniyeh bij een bezoek aan Teheran eveneens was gedood, betekent een nieuwe zware klap voor de groep die nog steeds in gevecht is met Israël. Het is echter twijfelachtig of zijn dood het einde van de organisatie inluidt. Al eerder werden diverse leiders van de groep gedood. In Israël werd opgetogen gereageerd op de dood van ‘de slager van Khan Younis’, zoals zijn bijnaam luidde. Premier Netanyahu had hem al herhaaldelijk aangeduid als ,,ten dode opgeschreven”.
Sinwar was jarenlang de leider van Hamas in de Gazastrook, terwijl Haniyeh, de politiek leider, de laatste jaren vanuit ballingschap in Qatar opereerde. Voor zover bekend is Sinwar ook na het uitbreken van de oorlog vorige herfst altijd in de Gazastrook gebleven, waar hij zich naar wordt aangenomen veelal ophield in het tunnelnetwerk onder de Gazastrook en een ascetisch leven leidde.
Geen telefoons
In de openbaarheid trad hij toen al niet meer uit vrees dan door het Israëlische leger te worden gedood. Ook telefoons gebruikte hij allang niet meer. Hij communiceerde slechts via briefjes met gecodeerde teksten die door koeriers werden bezorgd. Mede daarom verliepen de onderhandelingen over een eventueel bestand in ruil voor de vrijlating van de circa 250 uit Israël meegenomen gijzelaars en Palestijnse gevangenen dikwijls traag.
Wel vertoonde hij zich in de eerste weken na de aanval van 7 oktober 2023 aan sommige van de gijzelaars in een van de tunnels. „Weten jullie wie ik ben”, vroeg hij hen bij die gelegenheid. Waarop slechts een ijzig zwijgen volgde van de gijzelaars, zo vertelde een gijzelaar die later werd vrijgelaten.
Vluchtelingenkamp
Yahya Sinwar, ook wel Abu Ibrahim genoemd, werd op 29 oktober 1962 geboren in het Palestijnse vluchtelingenkamp Khan Younis in Gaza. Hij groeide in armoede op in een familie die was verdreven uit Asqalan, het huidige Ashkelon in Israël. Hij vertelde dat hij destijds soms in kleren liep die zijn moeder had gefabriceerd van oude zakken waarin voedselhulp van de Verenigde Naties had gezeten.
Sinwar studeerde Arabisch aan de Islamitische Universiteit in Gaza-Stad. Hij raakte betrokken bij Hamas vanaf de oprichting van de organisatie in 1987, na het begin van de eerste intifada, de Palestijnse volksopstand tegen de Israëlische bezetting. Hij was vervolgens actief binnen de Majd, de geheime dienst van Hamas, die collaborateurs met de Israëlische bezetter traceerden en uitschakelden, soms ook doodden.
Sinwar sleet ruim 22 jaar in Israëlische gevangenissen, nadat hij in 1988 was opgepakt en tot vier keer levenslang was veroordeeld wegens het doden van twee Israëlische militairen en vier Palestijnen die er door Hamas van collaboratie met Israël werden verdacht. Langdurig zat hij in een isoleercel. Ook onderging hij in de gevangenis een hersenoperatie, die hem naar eigen zeggen het leven redde.
Buitenkans
Anders dan de meeste andere Palestijnse gevangenen zag Sinwar zijn detentie als een buitenkans om de Israëlische vijand van nabij te leren kennen. Zo leerde hij vloeiend Hebreeuws en verslond hij Israëlische kranten en boeken om zo de Israëlische politiek en samenleving beter te begrijpen. Zijn Hebreeuws was na verloop van tijd volgens getuigen zelfs beter dan dat van zijn Israëlische bewakers. Ook begon hij boeken te vertalen van het Hebreeuws in het Arabisch. Begin jaren negentig leidde hij een massale hongerstaking onder Palestijnse gevangenen.
Minder bekend is dat hij ook een roman publiceerde in 2004, die over een periode van jaren uit de gevangenis werd gesmokkeld, over een jongen die opgroeit in het al-Shati vluchtelingenkamp in Gaza nadat zijn familie in 1948 is verdreven uit hun dorp in Palestina. De roman suggereert de blijvende invloed die zijn jeugd in een vluchtelingenkamp als kind van verdreven Palestijnen op hem heeft gehad.
Tijdens zijn decennialange gevangenschap in Israël werd hij onder meer in Ashkelon vastgehouden. Hij zei dikwijls tegen zijn medegevangenen dat die plek de voormalige woonplaats van zijn familie was. Nabih Awadeh, een vroegere medegevangene herinnerde zich de potjes tafeltennis die hij destijds met Sinwar speelde, vertelde hij het persbureau Reuters. Sinwar speelde dan op blote voeten en riep: „Ik zit niet in de gevangenis, ik sta op mijn land. Ik ben hier vrij in mijn eigen land.”
Sinwar stond bekend als een kenner van de Israëlische politiek. In 2010 publiceerde hij een boek over de Israëlische binnenlandse veiligheidsdiensten Shin Bet, en Israëlische moordaanslagen op Palestijnse leiders.
Oslo-akkoorden
Hij zag de Oslo-akkoorden tussen de Palestijnse bevrijdingsorganisatie en Israël, waarbij Israël de PLO als vertegenwoordiger van de Palestijnen erkende maar niet van Palestina als staat, als „een ramp”, zo vertelde een voormalige ingezetene uit de gevangenis. Het sterkte Sinwar in de overtuiging dat gewapend verzet tegen de Israëlische bezetting de enige manier was om Palestina te bevrijden.
Sinwar is de laatste in een lange lijst van Palestijnse leiders die gedood zijn door Israël. Dat waren niet alleen leiders van Hamas en zijn militante tak, zoals Hamas-oprichter Ahmed Yassin in 2004. Diverse leiders van de Palestijnse bevrijdingsorganisatie, de PLO, en het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina, waren in de loop van decennia hetzelfde lot beschoren.
Sinwar kwam in 2011 vrij tijdens de gevangenenruil tussen Israël en Hamas, waarbij de Israëlische soldaat Gilad Shalit werd geruild voor ruim duizend Palestijnse gevangenen. Ook hijzelf was nauw betrokken bij de langdurige onderhandelingen over deze deal.
Die vrijlating van Sinwar werd het afgelopen jaar betreurd in Israël. Een van de tegenstanders van zijn vrijlating destijds was Yuvan Biton, het voormalig hoofd van de intelligence divisie van de Israelische gevangenisautoriteiten. In een interview met Haaretz eerder dit jaar noemde hij Sinwar „een asceet”: „Dat is het verschil tussen hem en de Hamasleiders die werden vrijgelaten in de Shalit-deal en een decadent leven leiden in Turkije of Qatar. Zij zijn hun volk vergeten. Sinwar is niet zo.”
Getrouwd
Tot zijn vrijlating had Sinwar dikwijls gezegd dat hij was getrouwd met Hamas en daarom geen huwelijk ambieerde. Maar eenmaal uit de gevangenis, trouwde hij na bemiddeling van zijn zusters, alsnog met een vrouw. Het echtpaar kreeg drie kinderen.
Sinwar heeft herhaaldelijk gezinspeeld op een grote aanval op Israël. Dat hij zelf niet in een directe aanslag door Israël lijkt te zijn gedood, maar het leger hem min of meer toevallig heeft aangetroffen, zal zijn reputatie in eigen kring wellicht alleen maar vergroten. De populariteit van Sinwar binnen en buiten Gaza is weliswaar moeilijk te meten, maar zijn dood versterkt het imago van de man van die in Gaza strijdend ten onder ging.
Israëlische veiligheidsdiensten lieten weten dat er in de buurt van de drie gedode strijders geen gijzelaars zijn aangetroffen. In Israël gingen donderdagmiddag direct stemmen op van families van gijzelaars die de regering op het hart drukken een akkoord te sluiten voor hun vrijlating. Zij vrezen dat na de dood van Sinwar het lot van de gijzelaars nog onzekerder is.
De aanklager van het Internationaal Strafhof in Den Haag, Karim Khan, diende in mei een verzoek bij het hof in tot uitvaardiging van een arrestatiebevel tegen Sinwar op verdenking van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Daarmee belandde Sinwar ironisch genoeg in gezelschap van de Israëlische premier Netanyahu en minister van Defensie Yoav Gallant, voor wie soortgelijke verzoeken door Khan werden ingediend. Nu de drie Hamas-leiders op de lijst van het ICC – Sinwar, Haniyeh, en Mohammed Deif – door Israël zijn gedood, blijven Netanyahu en Gallant over.
Lees ook
Dood van ‘gematigde’ Hamas-leider Haniyeh kan de organisatie meer steun opleveren
Proefballonnenpolitiek, is het in de coalitie van het kabinet-Schoof al gaan heten. VVD, NSC en BBB worden voortdurend verrast door de grootste regeringspartij, de PVV. Deze week, op woensdag, was het de beurt aan minister Reinette Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp) om de coalitiepartijen te overrompelen. Die zijn daar niet blij mee, en herkennen een patroon bij de PVV.
Reinette Klever kwam op woensdag voor de camera van de NOS met het idee om uitgeprocedeerde asielzoekers naar Oeganda te sturen, zodat ze daar opgevangen worden. Het gaat dan niet alleen om Oegandese burgers, maar ook om uitgeprocedeerde asielzoekers uit omringende landen, zoals Congo, Soedan of Zuid-Soedan. In ruil daarvoor zou Oeganda financieel gecompenseerd moeten worden. „Met Oeganda hebben we een goede relatie”, zei Klever tegen de NOS, die deze week mee was op een werkbezoek van Klever in het Oost-Afrikaanse land. „Het is ook een gastvrij land. Ze vangen 1,7 miljoen vluchtelingen op. Dus het is het zeker waard om uit te zoeken.”
Een woordvoerder van Klever zegt dat er zeker nog geen plan klaarligt. Sterker, er is eigenlijk nog geen plan. Klever had in Oeganda „breed” over migratie gesproken, en daarbij is ook dit idee geopperd. „Dat idee is nog in een heel pril stadium. Er moet eerst worden uitgezocht wat de praktische en juridische mogelijkheden zijn.”
Lees ook
Wat schuilt er achter Oeganda’s open armen voor vluchtelingen? ‘We moeten niet naïef zijn’
Opgestoken duim
Het idee is, kortom, nog niet uitgewerkt. Maar de PVV weet, opnieuw, het gesprek in Den Haag te domineren. De oppositie, waaronder GroenLinks-PvdA, D66 en de Partij voor de Dieren, reageerden meteen woedend op het vergaande en juridisch tot nu toe nog waarschijnlijk onhaalbare plan. PVV-leider Geert Wilders zette op X zijn minister in het zonnetje en noemde haar idee „geweldig”. „Minder asielzoekers, meer Nederland!” – en een opgestoken duim.
Het sturen van uitgeprocedeerde asielzoekers naar andere landen dan hun land van herkomst is politiek zeer omstreden en juridisch vrijwel onhaalbaar. De toenmalige conservatieve regering van het Verenigd Koninkrijk wilde vorig jaar uitgewezen asielzoekers naar Rwanda sturen. Tientallen asielzoekers spanden met succes rechtszaken tegen hun uitwijzing aan, en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens verbood de eerste geplande vlucht naar Rwanda. De nieuwe Labour-regering heeft de plannen ingetrokken.
In Nederland wordt er vaker gepraat over het uitbesteden van de opvang van asielzoekers buiten de Europese grenzen. Maar in dit idee gaat het om mensen die nog naar Nederland willen komen, geen uitgewezen asielzoekers. Vorig jaar nam de rechtse meerderheid van de Tweede Kamer een motie aan die verkenning van dit idee wilde.
Ergernis in de coalitie
Maar het idee van Klever gaat veel verder. Daarom heerst bij de andere coalitiepartijen ergernis over de gebrekkige afstemming. Sterker: Klever gaat er niet eens over. Het valt onder het beleid van haar partijgenoot Marjolein Faber (Asiel en Migratie). Onduidelijk is of haar partijgenoot op de hoogte was. Maar binnen de coalitie valt te horen dat de situatie met de PVV langzaam onwerkbaar begint te worden.
Eerder deze maand zette minister Faber de verhoudingen op scherp door te opperen dat er borden geplaatst moeten worden bij asielzoekerscentra. Er zou een zin op moeten staan als „Hier wordt gewerkt aan uw terugkeer”, in meerdere talen. Dit plan, evenmin vooraf besproken, verbijsterde de coalitiepartijen, en ging zelfs PVV’ers te ver. Onder druk van de Kamer, waaronder coalitiepartij NSC, moest Faber haar plan intrekken.
Maar het gaat de PVV niet altijd om het plan zelf, weten ook de andere drie partijen. Een plan is in de wereld van Geert Wilders een manier om de aandacht te krijgen en het gesprek te domineren. Zo was het al in 2009, toen de PVV kwam met het idee van een zogeheten ‘kopvoddentaks’, een belasting op het dragen van een hoofddoek. En zo is het nog.
Schoof: ‘Een serieus idee’
Nog een voordeel van de proefballon: de kracht en het zelfvertrouwen van anderen wordt meteen getest. Zo reageerde premier Dick Schoof vanuit de Europese Top in Brussel meteen positief. Hij noemde Klevers proefballon „een serieus idee”, en „innovatieve oplossingen waar collega’s in geïnteresseerd zijn”. Op de top wordt deze week gepraat over zogeheten ‘terugkeerhubs’.
Coalitiepartij NSC was bij monde van Kamerlid Diederik Boomsma gematigd positief. NSC en PVV schaken nu op een heel ander bord, over de noodwet die de PVV wil om een asielcrisis uit te roepen. Die gesprekken lopen stroef, en zouden volgende week tot een kabinetscrisis kunnen leiden. NSC, dat er zonder leider en met slechte peilingen zwak voor staat, is er veel aan gelegen de PVV niet nog meer tegen zich in het harnas te jagen.
De VVD heeft een lange reeks Kamervragen aan Klever en Faber gestuurd. Kamerlid Queeny Rajkowski zegt dat ze afwacht wanneer er iets concreet wordt. Maar de vragen laten op zichzelf al zien hoe onaangenaam verrast de coalitiepartij is: „Kunt u meer vertellen over dit plan? Waarom heeft u dit plan nog niet gedeeld met de Kamer via een Kamerbrief?”
Bij de PVV zijn heel andere geluiden te horen. Dit kabinet zou toch de randen opzoeken van wat mogelijk was om meer asielzoekers terug te laten keren? De coalitie schreef in het regeerprogramma zelf dat er „out-of-the-box oplossingen” nodig zijn, zoals zogeheten „terugkeerhubs”, zolang de plannen passen binnen het internationaal recht. Maar om daar achter te komen, zeggen ze bij de PVV, moet je de randjes wel eerst opzoeken.
Lees ook
Wat schuilt er achter Oeganda’s open armen voor vluchtelingen? ‘We moeten niet naïef zijn’
Is Oeganda het beloofde land voor vluchtelingen? Met zijn internationaal geprezen ‘open deurbeleid’ presenteert het zich als een ideaal toevluchtsoord. De geografische ligging in het hart van een conflictgevoelige regio maakt Oeganda tot een natuurlijke bestemming voor mensen op de vlucht en de grootste opvangplaats in Afrika. Daarvoor krijgt het land voornamelijk hulp van buitenaf, zoals de 14 miljoen dollar die Washington afgelopen maand heeft toegezegd. Ook Den Haag speelt met het idee om met Oeganda een overeenkomst te sluiten om uitgeprocedeerde vluchtelingen terug te nemen. Wat schuilt er werkelijk achter de open armen van Kampala?
Lucy Hovil, onderzoeker bij researchbureau Mixed Migration Center, wijst op het pragmatisme achter de gastvrijheid en waarschuwt het kabinet voor een „politieke transactie”. Volgens haar benut Oeganda zijn reputatie strategisch om zowel hulp als politieke steun te vergaren. „We moeten niet naïef zijn. Oeganda maakt gebruik van dit beleid om internationale hulp en goodwill te verwerven, wat zowel economische als politieke voordelen oplevert.”
Bovendien vloeken de open armen waarmee Oeganda vluchtelingen verwelkomt, met de harde hand waarmee minderheden en politieke dissidenten worden onderdrukt. Het regime van president Yoweri Museveni is de afgelopen jaren afgegleden naar autoritarisme, gekenmerkt door corruptie, repressie en de omstreden anti-lhbtiq-wet. Zaken doen met Kampala brengt dilemma’s met zich mee. Bij het Internationale Strafhof loopt ook een zaak tegen de zittende president vanwege mensenrechtenschendingen.
Moeten we dit beleid dan als model zien, een schijnvertoning of ligt het genuanceerder?
Hovil: „Het is belangrijk om de politieke en economische afwegingen achter deze vrijgevigheid te begrijpen. De Oegandese regering benut dit beleid om internationale hulp aan te trekken. De aandacht van de internationale gemeenschap is wispelturig; crises zoals in Oekraïne en Gaza overschaduwen regio’s zoals Oeganda. Door een open vluchtelingenbeleid te hanteren, blijft Oeganda relevant en trekt het hulp en investeringen aan. Dit beleid biedt humanitaire hulp en waarborgt tegelijkertijd financiële steun, ook al gaan de economische voordelen soms ten koste van de rechten van vluchtelingen. Een deal met Israël illustreert de complexiteit van dergelijke overeenkomsten: Eritrese en Soedanese vluchtelingen belandden in een bureaucratisch niemandsland, waardoor ze kwetsbaar bleven.”
Wat zijn de morele dilemma’s bij zulke mogelijke deals waarbij vluchtelingen naar Oeganda worden gestuurd als een vorm van ‘outsourcing’ van asielopvang?
„Mijn grootste zorg is dat dergelijke deals het wereldwijde asielsysteem ondermijnen. Ze ondergraven de principes van internationaal vluchtelingenrecht en stellen rijkere landen in staat hun verantwoordelijkheden te omzeilen. Voor Oeganda kunnen de financiële voordelen groot zijn, maar dit legt ook druk op al beperkte middelen en dwingt kwetsbare mensen om dicht bij hun conflictgebieden te blijven, wat hun onveiligheid vergroot. Oeganda draagt een onevenredige verantwoordelijkheid, terwijl rijkere landen zoals Nederland hun plichten ontlopen.”
Cynisch
Historisch gezien heeft Oeganda zijn solidariteit met vluchtelingen bewezen. Waarom Oeganda’s beleid zo veel lof oogst? Vluchtelingen krijgen een bijzondere vrijheid van beweging, toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, en zelfs de mogelijkheid om te werken en eigen stukken land te bewerken. Oeganda huisvest ongeveer 1,7 miljoen vluchtelingen, voornamelijk afkomstig uit Zuid-Soedan en de Democratische Republiek Congo. Het schept een cynische paradox: Oeganda als gastheer van slachtoffers van oorlogen waar het zelf een hand in heeft.
Hoe past het vluchtelingenbeleid van Oeganda in de bredere regionale context?
„Oeganda valt regionaal op door zijn inclusiviteit en openheid, maar de dynamiek verandert. Kenia neemt steeds restrictievere maatregelen en ondertussen sloot Rwanda zijn eigen controversiële vluchtelingenovereenkomsten, zoals de deal met het VK. Het verschil is dat Oeganda een veel grotere troef heeft: met bijna een miljoen vluchtelingen heeft Oeganda meer invloed dan Rwanda, wat het een aantrekkelijkere partner maakt voor dit soort deals.”
„Het opvangen van vluchtelingen biedt Oeganda een diplomatiek dekmantel”
Intussen zorgt de betrokkenheid van Oeganda bij oorlogen in Congo en Zuid-Soedan voor een bijkomende dimmensie aan deze discussie.
„Het maakt zulke deals sluiten nog complexer. De regering weet aandacht af te leiden van haar betrokkenheid en presenteert zich als een neutrale toevlucht. Dit beleid dient als een schild voor minder aangename aspecten van haar buitenlandse politiek, zoals interventies in Zuid-Soedan en exploitatie van hulpbronnen in Oost-Congo [en de steun aan de M23-rebellen, red.]. Het opvangen van vluchtelingen biedt Oeganda een diplomatiek dekmantel, dat de regering blijft benutten.”
Lees ook
De PVV zoekt bewust de randjes op, van ‘kopvoddentaks’ tot Oegandese ‘terugkeerhubs’