Hoe lukte het in Iran om films te maken ondanks censuur en restricties?

No Bears Het verbod dat hij kreeg om te filmen sloeg regisseur Jafar Panahi (62) in de wind door sindsdien vijf films te maken, waaronder No Bears, dat deze week in Nederland uitkomt.

In ‘No Bears’ speelt de camera, en daarmee de betekenis van het fotografische en filmische beeld, een dubbelrol.
In ‘No Bears’ speelt de camera, en daarmee de betekenis van het fotografische en filmische beeld, een dubbelrol.

Regisseur Jafar Panahi weigerde eerder deze maand te drinken of eten „tot zijn mogelijk levenloze lichaam” de gevangenis mocht verlaten. Zijn hongerstaking én de wereldwijde aandacht ervoor leidden ertoe dat de Iraanse grootmeester – voorlopig althans – op borgtocht vrij is. Hij zat al zes maanden vast op basis van een vonnis uit 2010.

Jafar Panahi (62) werd afgelopen juli gearresteerd nadat hij had geprotesteerd tegen de arrestatie van collega-filmers Mohammad Rasoulof en Mostafa Al-Ahmad en, samen met hen, tegen gewelddadig optreden van de politie. Hij kreeg een decennium geleden al een gevangenisstraf van zes jaar opgelegd en een verbod om te filmen of het land te verlaten, wegens anti-overheidspropaganda in zijn films. Die gevangenisstraf is toen niet uitgevoerd. Het verbod om te filmen sloeg Panahi in de wind door sindsdien vijf films te maken, waaronder No Bears, dat deze week in Nederland uitkomt. In deze film, die Panahi voltooide voordat hij werd gearresteerd, zien we hem op dramatische wijze niet naar het buitenland gaan.

Ook zijn collega Mohammad Rasoulof werd in 2010 verboden verder films te maken, desondanks maakte hij sindsdien vier films, waaronder There Is No Evil, dat afgelopen najaar in Nederland uitkwam. Rasoulof was ook in juli gearresteerd maar werd inmiddels om gezondheidsredenen op borgtocht vrijgelaten.

Hoe lukte het in Iran om films te maken ondanks censuur en restricties? Oordelend naar de resultaten is het bijna ongelooflijk dat het maken van deze films de autoriteiten niet zou zijn opgevallen. Maar er waren – in elk geval tot nu toe – verschillende ‘trucs’.

Auto als filmstudio

Jafar Panahi maakt van de nood een deugd. In This is Not a Film uit 2011 zien we hem tijdens huisarrest thuis en maakt hij een film door te praten over een film die hij niet kan maken. Aan het eind gaat hij de straat op en filmt protesten tegen het regime, waarbij een buurman hem waarschuwt dat hij weer kan worden gearresteerd. De film is op usb-stick naar het buitenland gesmokkeld.

Misschien waren de prijzen waarmee het werk vervolgens werd overladen een reden voor de autoriteiten hem vooralsnog niet te arresteren. Of misschien ontging het ze allemaal.

In Taxi uit 2015 rijdt Panahi door Teheran als taxichauffeur en filmt met dashboard-camera (al dan niet geënsceneerde) ontmoetingen met passagiers. Hij raakt betrokken bij hun beslommeringen, waardoor de film vanaf zeker moment zelfs een spannende thriller wordt, en hij stapt aan het einde de taxi al filmend uit. Net als in This is Not a Film tartte Panahi ook hier weer de situatie.

Zijn laatste film, No Bears, speelt ver weg van Teheran, bij de Iraans-Turkse grens in de Iraanse provincie Oost-Azerbeidzjan, waar Panahi vandaan komt. Mede doordat hij het lokale Azeri redelijk spreekt kon de regisseur hier gemakkelijker zijn gang gaan dan in de Iraanse hoofdstad. Wat vervolgens teniet wordt gedaan doordat in deze streek de WiFi vaak hapert.

In No Bears zien we hoe Panahi via mobiele telefoon filmopnames aan de Turkse kant van de grens probeert te regisseren. Hij zou eigenlijk zo naar Turkije kunnen oversteken, want de grens is alleen via gps te traceren. Maar als om de spot te drijven met zijn reisverbod, blijft hij in de film precies op de onzichtbare lijn tussen de twee landen staan.

Ver van Teheran filmen is sowieso een methode om de autoriteiten te ontwijken. Twee delen van Rasoulofs vierluik There Is No Evil zijn gemaakt op afgelegen locaties. In Hit the Road van Jafar Panahi’s zoon Panah reist een familie per auto naar de Turkse grens – om de oudste zoon weg te brengen, die het land ontvlucht.

In een auto filmen biedt ook voordelen. Auto’s zijn kleine rijdende studio’s. Irans filmpionier Abbas Kiarostami situeerde Taste of Cherry (1997) en Ten (2002) al in auto’s. Panah Panahi merkt op dat de relatieve geborgenheid de auto voor Iraniërs tot een tweede huis maakt, waar je tegelijkertijd thuis en buiten bent.

Zo draagt bijna geen Iraanse vrouw thuis een hoofddoek, maar zo mogen ze niet worden gefilmd. In de auto moeten vrouwen wél een hoofddoek op, maar zit die vaak niet helemaal volgens de regels. De auto geeft filmers dus een ‘excuus’ om vrouwen volgens de regels te filmen, terwijl de sfeer huiselijk blijft.

Nep-scripts

Ook nep-scripts zijn een uitweg. Voor het opnemen van Hit the Road bewandelde Panah Panahi de officiële weg en vroeg hij toestemming bij het ministerie van Cultuur en Islamitische Leiding, maar legde een nep-script met een compleet verschillend, optimistisch einde voor.


Lees ook deze recensie: Gaat de Iraanse filmmaker Jafar Panahi de grens over?

Ook Rasoulof werkte voor There Is No Evil met nep-scripts, en op naam van een assistent. Zo kon hij in een supermarkt, op straat en zelfs in een kazerne en een gevangenis filmen. Rasoulof was dan een onopvallend lid van het camerateam of kwam, soms vermomd met baard en zonnebril, ‘toevallig’ voorbij en gaf zo ‘advies’.

En dan is er het middel waarin Iraanse filmmakers ook excelleren, namelijk tonen via kinderen, een beproefde methode om zware onderwerpen ter sprake te brengen. Baanbrekend was Bahram Beyzaies Bashu (1989), over een weesjongen-vluchteling uit Zuid-Iran tijdens de Iran-Irak-oorlog, die in Noord-Iran racisme ondervindt, maar wordt opgevangen door een zelfstandig levende en denkende vrouw; de gruwelijke oorlog, racisme en de positie van vrouwen, drie heftige onderwerpen ineen.

Ook Kiarostami gebruikte de belevingswereld van kinderen in Where Is the Friend’s House? (1987) en And Life Goes On (1992). En is het niet het briljante jongere broertje in Panah Panahi’s Hit de Road dat honderduit praat en alles mag zeggen, waardoor wij, de toeschouwers, geleidelijk aan begrijpen wat er aan de hand is?

In Numb, dat afgelopen januari zijn wereldpremière beleefde in Rotterdam, en dus niet in Iran, gunt Amir Toodehroosta ons een authentieke blik op leven in Iran via de onbevangen ogen van kleuters. Als een televisieploeg de kinderen komt filmen en ze hun stuntelende, maar welwillende ouders nadoen, sluipen religie en moraal ook de kinderwereld binnen. Net als in de grote mensenwereld moeten de jonge meisjes een hoofddoek op, maar ze laten die zelf opzettelijk af en toe halverwege hun haar hangen, net als hun moeders waarschijnlijk. Harde maatschappelijke problematiek, van religieuze indoctrinatie tot incest, wordt gefilterd via de beleving van de kinderen die het transformeren tot iets wat binnen hun wereld van droom en werkelijkheid past.

Het levert een meesterwerk op dat vermoedelijk helemaal met de juiste papieren werd gefilmd.