Vierenhalf jaar na de start van de coronapandemie kan de Nederlandse long covid patiënt nog steeds niet rekenen op daadkrachtig overheidsbeleid. In het 138 pagina’s tellende regeerakkoord van het nieuwe kabinet wordt met geen enkel woord gerept over deze of soortgelijke post-infectieuze aandoeningen. Ook in de rijksbegroting blijft dit onderwerp grotendeels onbelicht. Er is geen geld voor onderzoek, wat er wel was onder Rutte IV, en daarnaast is de tijdelijke bekostiging voor long-covid herstelzorg recent beëindigd. De aanvankelijk hoopgevende geluiden van onder andere zorgminister Fleur Agema (PVV) vertalen zich niet in ambitieus beleid.
Dit is teleurstellend en toch niet onverwacht. De afgelopen jaren hebben voornamelijk linkse partijen concrete stappen ondernomen om degelijk long covidbeleid te realiseren, waarbij zij veelal de nadruk legden op de morele plicht van de overheid om voor haar kwetsbare burgers te zorgen. Deze plicht is een belangrijke reden waarom overheidsingrijpen noodzakelijk is, maar er zijn er meer. Naast het persoonlijke leed van zogenoemde ‘longhaulers’ en hun omgeving, raakt long covid ons land namelijk als geheel, in de vorm van forse economische schade en een significante uitval van arbeidskrachten. Het is dus niet alleen moreel verwerpelijk om de vele duizenden getroffenen achter hun gordijnen weg te laten kwijnen, maar bovendien volkomen irrationeel.
Verlies aan arbeidskrachten
Een belangrijke component van de economische schade betreft het verlies van arbeidskrachten, aangezien een deel van de longhaulers hun werk noodgedwongen heeft moeten neerleggen. Een simpele long covid monitoring was voor voormalig zorgminister Ernst Kuipers te veel gevraagd, maar het zogeheten Maatschappelijk Impact Team (MIT) schat dat in Nederland ongeveer 90.000 mensen door de ziekte ernstig geïnvalideerd zijn en daarmee thuis zijn komen te zitten. Vertaald naar euro’s: arbeidsverzuim door long covid kost werkgevers ongeveer 8 miljard euro per jaar, zo meldde de NOS vorig jaar. De tweede kostenpost ziet op de zorgkosten van getroffenen. Deze worden door het MIT op jaarlijks 645 miljoen euro geschat.
Ik vraag niet om empathie, ik vraag om een rekensom te maken
Het meest opzienbarende prijskaartje van deze aandoening is geïntroduceerd door Harvard-econoom David Cutler, die de totale long covid schade in de Verenigde Staten op 3.7 biljoen dollar schat. U leest het goed, biljoen. In deze schattingen zijn overigens niet eens de zeer ingrijpende én langer bestaande gevolgen van andere post-infectieuze aandoeningen zoals ME/CVS meegenomen.
Het beperkte bewustzijn in de politiek over deze economische schade laat zich illustreren door het recente onderzoeksvoorstel van de parlementaire enquête over de corona-aanpak. De enquêtecommissie stelt in dit voorstel de effectiviteit van de maatregelen enerzijds tegenover de maatschappelijke impact op economisch vlak anderzijds. Deze tegenstelling is vrij vroeg in de coronacrisis al breed uitgemeten en populair gemaakt door opiniemakers als Jort Kelder: „Hoeveel economische schade is ons het redden waard van mensen die waarschijnlijk daarna binnen twee jaar waren doodgegaan?”
Maar deze tegenstelling klopt niet. Effectieve covid-maatregelen kunnen juist een economisch gunstig effect hebben doordat de gezondheidsschade vermindert. Het feit dat de onderzoekers deze mogelijkheid in hun voorstel volledig uitsluiten, zegt veel over de politieke onwetendheid rondom de economische gevolgen van long covid.
Serieus, duurzaam onderzoek
Een lichtpuntje voor (en dankzij) patiënten is dat er komende november enkele poliklinieken geopend zullen worden. Hier kan kennis gecentraliseerd worden, en kunnen bestaande medicijnen worden getest. Verder kunnen de ‘lucky’ few eindelijk een specialist zien, terwijl patiënten nu vaak enkel hun huisarts als aanspreekpunt hebben. Echter; er is geen structurele financiering. Men moet maar hopen dat het huidige, wegkijkende kabinet geld uittrekt om dit project na 2025 in de lucht te houden. Zelfs dit kleine straaltje hoop kan daarmee zomaar verdwijnen als Den Haag niet snel beseft wat de schaal van dit gezondheidsprobleem is.
De beperkte politieke aandacht voor de gevolgen van long covid en de gebrekkige financiering vertegenwoordigen kortom een kortetermijnvisie op de economie, die op dit gebied funest is. Ik vraag de regeringspartijen dan ook niet om empathie; ik vraag hen om een rekensom te maken en zich af te vragen hoeveel welvaart we in de toekomst zullen mislopen als we de groep mensen met long covid én andere post-infectieuze ziekten geen perspectief bieden. Serieuze langetermijninvesteringen in duurzaam onderzoek en poliklinieken hoef je niet te doen vanuit medemenselijkheid, maar kun je ook zien als een impuls voor een gezonde arbeidsmarkt en een welvarende economie in 2040.