Column | Machteloze supermacht tegenover Israël

Benjamin ‘Bibi’ Netanyahu doet in Gaza wat hij wil en Joe Biden, in theorie de machtigste man ter wereld, laat het gebeuren. Sinds de terreuraanval door Hamas negeerde Israëls premier keer op keer de verzoeken van zijn Amerikaanse bondgenoot om in de vergelding terughoudendheid te betrachten. „Niet Gaza blind platgooien”, „niet Rafah binnengaan”, „niet Zuid-Libanon binnenvallen”, betoogden de president en zijn diplomaten vanuit humanitair en/of strategisch perspectief – voor Israël het telkens toch deed.

De operatie in de Gazastrook, bezwoeren de Israëliërs het Witte Huis vorig najaar, zou „voor de Kerst” (2023) zijn afgerond. Toen werd het januari, februari van het nieuwe jaar, daarna mei, juni en inmiddels is er een tweede oorlogsfront in Libanon. Hoe rode lijnen te trekken? Na wereldwijde kritiek op de vernietigende bombardementen in de stedelijke ruimte van Gaza krijgen Amerikaanse generaals van hun Israëlische collega’s terug: dat hebben we van jullie aanpak in Mosul, Irak, geleerd.

Het beeld van een Witte Huis dat achter de feiten aanrent rijst op uit de gedetailleerde reconstructie van een jaar diplomatieke inspanningen in The Atlantic. „Anatomie van een mislukking”, noemt auteur Franklin Foer het fascinerende relaas. Bidens strategie van de „aardige oom” die zijn kwajongensachtige neef Bibi met een dosis gestrenge liefde intoomt, faalt volkomen. Voor de buitenwereld oogt de president behalve zwak zo ook medeplichtig.

Zeker, een enkele keer gaat iets goed. CIA-directeur William Burns overtuigde de Israëliërs in november 2023 met Hamas te onderhandelen, waarna 105 joodse gijzelaars vrijkwamen. Ook onthult Foer dat het Israëlische leger, nog onder de schok van de brute 7 oktober-aanval, Zuid-Libanon bijna al meteen was binnengevallen: op 11 oktober werden zweefvliegers nabij de grens gesignaleerd, was een inval door Hezbollah-commando’s ophanden? „Kalmte nu, geen wilde actie zonder sluitend bewijs”, adviseerde het Witte Huis. Achteraf bleek het om een zwerm vogels te gaan.

Na zijn eerste ontmoeting met Netanyahu in 1996 zei Bill Clinton tegen zijn adviseurs: Who the fuck denkt hij dat hij is? Wie is hier de supermacht?” Drie jaar later zette de Amerikaanse president met succes druk op Netanyahu om concessies aan Palestina te doen. Zonder financiële en militaire steun van de VS is Israël in gevaar. Dan kun je wat vragen. Gezagvol dreigde president George H.W. Bush in 1991 een lening van 10 miljard dollar in te trekken als Yitzhak Shamir niet zou stoppen met zijn nederzettingenpolitiek. Shamir gaf toe. Idem Ronald Reagan, die in 1982 premier Menachem Begin dwong een staakt-het-vuren in Beiroet te aanvaarden. Er zijn meer van zulke voorbeelden.

De weifelende Biden daarenteggen haalde tegenover Netanyahu nimmer de zware drukmiddelen uit de kast. Op 6 oktober 2023, één dag voor Hamas’ terreuraanvallen, hoopten zijn adviseurs nog op een magische doorbraak in het Midden-Oosten, waarin regionale grootmacht Saoedi-Arabië Israël zou erkennen, in ruil voor een tweestatenoplossing met Palestina. Dit diplomatieke succes moest het presidentschap bekronen. De volgende dag was alles anders. Gaza vergalde Bidens laatste ambtsjaar.

Na de aftocht afgelopen zomer van de 81-jarige president ten gunste van Kamala Harris is de Amerikaanse verkiezingsrace tussen haar en Trump helemaal open.

Netanyahu hoopt op een zege van Trump. Hij buit het machtsvacuüm in Washington uit, afgelopen weken door inzake Hezbollah en Iran onverantwoord veel risico op regionale escalatie te nemen. Chaos in het Midden-Oosten zou zwevende Amerikaanse kiezers waarschijnlijk eerder naar sterke man Trump dan naar de vicepresident doen bewegen.

Harris en haar rivaal gaan volgens de recentste peilingen nek aan nek in de zeven sleutelstaten, zoals Pennsylvania, Ohio en ook Michigan. Daar is de groep Arabisch-Amerikaanse kiezers het grootst. Voorheen prefereerden zij met twee tegen een de Democraten, na één jaar Gaza-oorlog staat het fifty-fifty tussen beide partijen. „In dertig jaar onderzoek”, schrijven de peilers over die kiezersgroep, „hebben we nog nooit zo’n grote mobilisatie gezien als rond dit thema.”

Betrokkenheid bij Palestina, sterker onder Democratische kiezers, kan op 5 november ook uitmonden in teleurgesteld thuisblijven. Ook dat zou vooral de tussen pro-Israël en pro-Palestina laverende Harris schaden.

De marges tussen beide kandidaten zijn zo nagelbijtend klein – en de toestand in het Midden-Oosten is zo volatiel – dat het oude adagium dat in het stemhokje de economie de doorslag geeft, ditmaal niet bij voorbaat opgaat.

Luuk van Middelaar is politiek filosoof en historicus.