‘Er komen alleen maar doden uit deze vervloekte flat’

Reportage

Reddingsoperaties Turkije Op een binnenplaats in Adana kijken bewoners toe wie er onder het puin vandaan wordt gehaald. Slechts één meisje wordt gered.

De reddingswerkers beginnen bovenop het puin van een ingestort flatgebouw ineens druk met hun armen te zwaaien. De graafmachines en de hijskraan die dinsdag door de brokken beton en het verwrongen betonijzer ploegen, vallen stil. De herrie verstomt in het park in de Zuid-Turkse stad Adana, waar familieleden en omwonenden vuurtjes stoken en wachten op nieuws van vermisten. Ze richten hun blik hoopvol op de reddingswerkers. Hebben ze een overlevende gevonden? Iedereen houdt zijn adem in. Het blijkt de zoveelste dode. Het graven gaat weer door.

Familieleden van vermiste flatbewoners rennen wanhopig naar de plek waar het geborgen lijk wordt neergelegd. Ze willen weten wie het is. De onzekerheid knaagt twee dagen na de verwoestende aardbevingen in Zuid-Turkije en Noord-Syrië die aan meer dan 7.200 mensen het leven hebben gekost.

Maar de nieuwsgierige toeschouwers worden tegengehouden door de politie, die zegt dat hun gedrang het reddingswerk bemoeilijkt. Toch gaat de naam van de dode al snel rond in het park. Een jonge vrouw begint luid te huilen. Een oudere vrouw belt snikkend met familie, terwijl een agent haar onwennig troost.

Oorlogsgebied

De reddingsoperaties waren dinsdag in volle gang in Adana en andere steden het zuiden van Turkije, waar duizenden gebouwen zijn ingestort. Reddingswerkers haasten zich om overlevenden te vinden die vastzitten onder het puin. Het is een race tegen de klok, want na twee ijskoude nachten wordt de kans steeds kleiner dat mensen ingeklemd onder het puin de ramp hebben overleefd.

In de moderne miljoenenstad Adana, die wordt gedomineerd door torenflats, valt de schade nog mee. Er zijn ‘slechts’ een tiental gebouwen ingestort. De steden dichter bij het epicentrum van de beving zien eruit als een oorlogsgebied.

Er is nog maar één persoon gered uit het ingestorte gebouw in Adana. „Gisteren werd een meisje onder het puin vandaan gehaald”, vertelt boer Mustafa Ertegün, die samen met andere buurtbewoners op plastic stoelen in het park zit te wachten op nieuws. De mannen houden zich warm met dekens, een kampvuur en bekertjes linzensoep. „Mijn oom, zijn vrouw en drie kinderen liggen nog onder het puin”, vertelt Ertegün. „Ik heb weinig hoop dat ze nog in leven zijn. Want behalve dat ene meisje heb ik alleen maar doden geborgen zien worden uit dit vervloekte appartementsgebouw.”

Welke gebouwen blijven staan en welke zullen instorten, lijkt een loterij. Want de flats rond het bezweken gebouw staan allemaal nog fier overeind, zonder een scheurtje. Toch was de ingestorte flat niet goedkoper dan de rest. De appartementen van 300 vierkante meter met uitzicht over het stuwmeer van Adana behoorden zelfs tot de duurste in de wijk. Ze gingen voor 10 miljoen lira (495.000 euro) van de hand. „De prijs komt niet overeen met de kwaliteit”, zegt Ertegün. „Het bouwbedrijf had beter materiaal moeten gebruiken. Het lijkt erop dat ze hebben gesjoemeld om de kosten te drukken.”

Op de tweede dag na de aardbeving is de frustratie over de hulpverlening flink toegenomen. Duizenden mensen zijn dan nog verstoken van steun. Reddingswerkers wisten sommige steden en dorpen pas na twaalf uur te bereiken doordat veel luchthavens gesloten en veel wegen onbegaanbaar zijn. Wie wel ter plaatse is, klaagt over een chaotische organisatie. Vooral in de provincie Hatay is de situatie erg slecht. Waarom kondigt president Erdogan niet de noodtoestand af zodat het leger kan worden ingezet, vroegen critici zich maandag af. Dinsdag geeft Erdogan aan de smeekbeden gehoor en roept hij voor drie maanden de noodtoestand uit in het bevingsgebied.

Ismail Koncuk, een parlementariër uit Adana van de nationalistische IYI Partij, komt ook een kijkje nemen bij de ingestorte flat. „Er liggen enkele familieleden onder het puin”, zegt Koncuk, een kale man met een grijze borstelsnor. Hoewel hij deel uitmaakt van de oppositie, vindt hij de kritiek op de gebrekkige hulpverlening prematuur. Hij wijst op de enorme omvang van het rampgebied, dat elf provincies omvat waarin 13 miljoen mensen wonen. „Ik ben ook van mening van de nationale hulpdienst zwak reageert op deze ramp. Maar het is in deze situatie niet juist om daar over te klagen of er politieke punten mee te scoren.”

Ik moest de lichamen van mijn vrienden zelf bergen

Semih Özer in Nurdagi

Verderop in de stad is een opvangkamp gebouwd naast een wijk met middelhoge flats. Lange rijen witte tenten staan op een geasfalteerde parkeerplaats. Daar wonen nu de inwoners van de wijk. Want, hoewel de meeste flats nog overeind staan, zijn de bewoners bang dat ze alsnog zullen instorten door de vele naschokken. Sommige mensen hebben hun naam op een stuk karton geschreven en die aan de tent gehangen om te voorkomen dat er vreemden binnenlopen. Erg comfortabel zijn de tenten niet, maar niemand klaagt. Mensen houden zichzelf warm met dekens en kampvuren. Naast veel tenten liggen stapels brandhout.

Treinwagons omgekieperd

Semih Özer, een jongeman met lang haar in een knotje, zit voor een tent op een klapstoel met een katheter aan zijn arm. Aan de tent hangt een zakje met gele zoutoplossing. Hij vertelt dat zijn situatie er erger uitziet dan die is. Özer was tijdens de aardbeving in Nurdagi, een stadje in de buurt van Gaziantep dat vlakbij het epicentrum ligt. „Ik ben niet gewond geraakt, maar raakte onderkoeld omdat ik de hele nacht buiten in de kou heb doorgebracht in een T-shirt.” Daarbij is hij zwaar getraumatiseerd, want veel van zijn collega’s zijn om het leven gekomen, onder wie zijn beste vriend en diens gezin.

Özer werkt voor het staatstreinbedrijf in Nurdagi. „Ik lag te slapen in het logement toen de aardbeving plaatsvond”, vertelt hij. „De ramen gingen uit zichzelf open en dicht. Ik viel op de grond en wist niet wat ik moest doen. De regen en natte sneeuw kwamen met bakken uit de hemel. De treinwagons van 80 ton werden omgekieperd alsof het speelgoed was. Alle gebouwen in Nurdagi zijn ingestort of zwaar beschadigd. Ik had geluk: ik verbleef in een flat die was gebouwd door TOKI [het departement voor sociale huisvestiging]. De TOKI-flats zijn de enige die overeind zijn blijven staan.”

Omdat de hulpverleners van AFAD twaalf uur op zich lieten wachten, heeft Özer zelf geprobeerd om mensen onder de ingestorte gebouwen vandaan te halen. „Ik wilde mijn vrienden redden, die lagen onder het puin”, vertelt hij. „Ik heb hun lijken eigenhandig geborgen. Daarna probeerden we weg te komen uit Nurdagi. Gelukkig had een vriend een auto. Normaal rijd je in een uur naar Adana. Maar de weg was op veel plaatsen zo slecht dat we er vijf uur over hebben gedaan.” Hij laat foto’s zien van de weg, die meer lijkt op een gestolde lavastroom. „Ik prijs me gelukkig dat ik nog leef.”