Wat vindt NRC | Het is goed dat de rechter de almacht van de FIFA aanpakt

De voetbalwereld moet naar de tekentafel. Onlangs zette het Hof van Justitie een streep door de hardvochtige behandeling door de FIFA van voetballers die onder een contract uit proberen te komen. De uitspraak legt mogelijk een bom onder het huidige transfersysteem, dat drijft op de aanname dat clubs min of meer eigenaar zijn van hun spelers. Dat de Europese rechter voetballers hun zelfbeschikking teruggeeft, is op zichzelf goed nieuws, maar de financiële gevolgen voor clubs – vooral de minder grote – zijn mogelijk enorm.

De zaak was aangespannen door de Franse oud-voetballer Lassana Diarra, die in de zomer van 2014 in conflict kwam met Lokomotiv Moskou. Diarra kreeg wegens ‘contractbreuk zonder geldige reden’ door de FIFA een boete opgelegd van 10,5 miljoen euro en werd vijftien maanden geschorst. Diarra mocht ook pas naar een andere club als het conflict met zijn voormalige werkgever was opgelost. Clubs die Diarra toch een nieuw contract zouden aanbieden, riskeerden een jarenlang transferverbod en zouden opdraaien voor de aan Diarra opgelegde boete. Kortom: de voetballer was jarenlang ‘radioactief’.

Dat de inrichting van een voetbalcompetitie inkadering behoeft, wordt niet bestreden door de rechter. Clubs investeren volop in jeugdspelers en dat ze die investering willen beschermen, is logisch. Competities zijn bovendien gebaat bij enige stabiliteit. Een toernooi waarin sporters er op elk willekeurig moment de brui aan kunnen geven, is niet alleen slecht voor de merchandising, het is ook niet leuk voor de toeschouwer. Aan de andere kant is de conclusie van de rechter dat de FIFA te streng is, heel goed te begrijpen. Gelet op het feit dat een voetbalcarrière doorgaans tien tot vijftien jaar beslaat, is een sanctie die daar enkele jaren van af haalt, buiten proporties.

Grote clubs zullen naar verwachting minder last hebben van de uitspraak. Clubs in de subtop en in de middenmoot des te meer. Zij houden financieel en competitief nu al vaak met moeite het hoofd boven water. De extra onzekerheid die daar nu bijkomt, kan ze de das omdoen. Het risico is dat de nu al grote verschillen tussen clubs nog groter zullen worden, terwijl het ‘winner takes all’-gehalte in de voetbaleconomie al heel groot is: clubs die rijk en succesvol zijn, worden dat steeds meer, terwijl kleinere clubs elkaar in de race naar de top vertrappen. Ironisch genoeg waren de FIFA-sancties juist bedoeld om deze onwenselijke dynamiek in toom te houden.


Lees ook

Nog geen paniek, maar onrust bij clubs over transferopbrengsten neemt toe na Diarra-uitspraak

Jorrel Hato brak vorig seizoen vanuit de jeugd door bij Ajax. Opleidingsclubs worden kwetsbaar als ze geen geld meer kunnen verdienen aan transfers van hun talenten.

Is het daarmee een slechte uitspraak van de rechter? Zeker niet. Het is goed dat spelers eindelijk wat te zeggen krijgen en de almacht van FIFA wordt gebroken. Wat de uitspraak duidelijk maakt, is dat de FIFA het verkeerde probleem heeft zitten oplossen. Niet het gebrek aan loyaliteit van voetballers is het probleem, maar het gebrek aan (financiële) solidariteit tussen clubs. De huidige voetbalwereld is vooral een feest voor de grootste clubs met de duurste spelers. Voor de overgrote meerderheid dus niet.

Uiteindelijk is het ook in het belang van de rijkste clubs dat de armere kunnen overleven, want voor leuk voetbal heb je behalve een ronde bal ook een serieuze tegenstander nodig. Het is dan ook te hopen dat de FIFA deze crisis aangrijpt om de sterke financiële ongelijkheid in de voetbalwereld fundamenteel aan te pakken, bijvoorbeeld door herverdeling van voetbalinkomsten. Daar zou iedereen blijer en beter van worden, de voetbalfan voorop.