Wat vindt NRC | Europa moet zich schrap zetten voor een guur handelsklimaat

Varkensvlees met sterke drank: deze combinatie staat op de lijst van tegenmaatregelen die China heeft aangekondigd in een steeds hoger oplopend handelsconflict met de Europese Unie. Vorige week kwam de EU overeen dat er een heffing komt van 50 procent op elektrische auto’s uit China. Brussel verdenkt, na een jaar onderzoek, Beijing van het ‘dumpen’ van in China geproduceerde auto’s van dit type op de Europese markt. Dit drukt de Europese fabrikanten weg en zou het zeer moeilijk maken om een eigen competitieve bedrijvigheid op te bouwen. China reageerde snel met tegenmaatregelen, of het voornemen daarvan.

In deze handelsstrijd komt een groot aantal ontwikkelingen samen die de wereldeconomie op dit moment kenmerken. De eerste is een toenemend protectionisme, dat veel te maken heeft met de sterk verslechterende politieke verhoudingen in de wereld. Het tijdperk waarin de wereld ‘plat’ was en globalisering razendsnel voortschreed lijkt ten einde. Zelfvoorziening is de trend, waarbij afhankelijkheid van andere economische grootmachten wordt beperkt.

De EU staat daar zeker niet alleen in. In de VS begon de regering-Obama al met het frustreren van de beslechting van handelsconflicten in de wereldhandelsorganisatie WTO. Onder Donald Trump volgde een serie van handelsbeperkende maatregelen die niet alleen tegen China, maar ook tegen traditionele partners als de EU, Mexico en Canada waren gericht. De huidige president Biden nam daar weinig tot niets van terug. De tarieven op Chinese elektrische auto’s zijn daar nu 100 procent, hetgeen in praktijk uitwerkt als een importverbod.

Naast deglobalisering speelt ook de energietransitie een rol. Europese autobedrijven, met name de Duitse, zijn erg traag geweest met de ontwikkeling en introductie daarvan. Zij vrezen nu te worden weggespeeld door de goedkope Chinese import.

Tegelijkertijd kampt Europa met de gevolgen van de Inflation Reduction Act, een grootscheeps Amerikaans stimuleringsprogramma van Biden voor de nieuwe industrie rond de klimaattransitie, die alle kenmerken heeft van bedrijfssteun en industriebeleid – en veelbelovende Europese bedrijven naar de VS dreigt te trekken.

De toch al ingewikkelde kwestie rond vrijhandel en klimaat krijgt er in de EU nog een complicatie bij. China kan centraal opereren in dit spel. De VS in hoge mate ook, al is hier interne concurrentie tussen Amerikaanse deelstaten met hun eigen belangen. Europa heeft een nog veel grotere moeite om al zijn lidstaten op één lijn te krijgen. De angst uiteen te worden gespeeld door de tegenstanders in een handelsoorlog is reëel.

Duitsland verzette zich tevergeefs tegen de importheffingen op Chinese elektrische auto’s, omdat het vreest dat de Chinese markt voor luxe auto’s als Mercedessen en Audi’s wordt afgesloten. De Chinese tegenmaatregelen, met tarieven op sterke drank, lijken er op gericht om ook Frankrijk – een grote producent – aan het wankelen te brengen.

De dilemma’s zijn groot: Duitsland stemde ruim tien jaar geleden tegen een soortgelijke tariefactie door Brussel tegen goedkope Chinese zonnepanelen en had toen succes. Het gevolg: een snelle en relatief goedkope invoering van de opwekking van zonne-energie in Europa. Maar ook een in de knop gebroken Europese bedrijfstak op dit gebied.

De EU zal vaker te kampen krijgen met de dreiging van interne handelspolitieke fragmentatie. De kans dat het daar van komt is reëel. Mocht de Republikein Donald Trump volgende maand worden herkozen als president, dan kunnen de Amerikaanse invoertarieven – ook voor bondgenoot Europa – sterk stijgen. Maar de Democratische presidentskandidaat Kamala Harris zal eveneens doorgaans met handelsbelemmeringen, zij het meer gericht en niet over gehele linie zoals Trump.

De politieke verhoudingen in de wereld zijn guur geworden. Maar dat zijn de economische verhoudingen eveneens. Dat landen of blokken nu streven naar méér zelfvoorziening is een poging om afhankelijkheid van handelspartners te verkleinen en minder kwetsbaar te zijn als conflicten in de toekomst uit de hand lopen.

Intussen is de wereld nog steeds plat: producten en diensten blijven voorlopig stromen over de globe. Tarieven zijn minder schadelijk dan daadwerkelijke beperkingen van import. Maar het wordt langzamerhand wél de vraag wat te doen met een vlak speelveld, nu het prikkeldraad snel oprukt.