De muziek van Weyes Blood is van uitzonderlijke schoonheid

Recensie

Muziek

De Amerikaanse zangeres Weyes Blood (34) werkte zich op van de kelder van poptempel Paradiso naar de grote zaal. Daar bleek haar uitverkochte concert maandag een revelatie.

Zangeres Weyes Blood.
Zangeres Weyes Blood.

Foto Thomas Rungstrom

In Paradiso werkte ze zich in de loop der jaren op van de kelder tot hier, vertelde Natalie Mering terwijl ze zich verwonderde over de schoonheid van de grote zaal van de uitverkochte poptempel. „In 2007 was ik voor het eerst in dit gebouw. Toen schrééuwde ik nog, tien minuten lang. Intussen hebben we onze muziek wat opgeschoond.”

Een understatement, zo bleek, want Merings muziek onder de artiestennaam Weyes Blood is van een uitzonderlijke schoonheid. Bij haar eerdere groepen Jackie-O Motherfucker en Satanized maakte ze nietsontziende noise, maar nu behoort de zangeres en multi-instrumentalist tot de Amerikaanse school van muzikanten die de welluidende traditie van Carole King en Harry Nilsson vakkundig omarmd hebben. Haar zalvende stem heeft veel van die van Karen Carpenter en op sommige momenten, zoals in het ‘papapapa’-koortje van ‘Everyday’, lijkt het of de Californische sunshine pop van The Mamas & the Papas herleeft.

Maar de muziek van Weyes Blood heeft ook een diepere laag van bezorgdheid om de staat van de wereld, zoals op haar apocalyptische album Titanic Rising (2019) en ook in het meer hoopvolle And In The Darkness, Hearts Aglow.

Statige seance

In Paradiso begon ze, gekleed in een witte engelenjurk met cape die gerust een gewaad genoemd mocht worden, met het troostrijke ‘It’s Not Me, It’s Everybody’. „Ben ik de enige die zich alleen voelt op dit feestje?” vroeg ze zich af. „Nee, we voelen ons allemaal zo.” Die berustende constatering schiep meteen een intieme band met het publiek, dat zich liet meeslepen in een seance van statige popsymfonieën.

Het leek een wonder, hoe Natalie Mering haar muziek met maar vier ondersteunende muzikanten zo magistraal kon laten klinken. Op sommige momenten kwamen de violen misschien wat al te opzichtig uit een elektronisch kastje, maar ook de synthesizers klonken doorgaans echt alsof ze met een strijkstok beroerd werden. De melancholieke ballade ‘God Turn Me Into A Flower’ ging prachtig gepaard met een filmpje van de experimentele documentairemaker Adam Curtis. Beelden van Barbies, bruiden en majorettes gingen soepel over in de harde werkelijkheid van kleine zwarte jongetjes die een plaquette met ‘Am I next?’ ophielden: „Ben ik de volgende George Floyd?” De verloren onschuld van de Amerikaanse samenleving kon niet treffender verbeeld worden.

Twee keer brandde het lichtgevende rode hart onder Natalie Merings jurk: tijdens het smachtende ‘Twin Flame’ en een romantisch ‘Hearts Aglow’. De laatste woorden van ‘A Given Thing’ klonken als een apotheose. „Love everlasting,” de liefde overwint alles. Niet zoet, wel verheffend.


Lees ook dit interview met Weyes Blood


Pop Jazz World Bekijk een overzicht van onze recensies over pop, jazz en world