Florida maakte donderdag de schade op van orkaan Milton, die sinds woensdagnacht (Nederlandse tijd) over de Amerikaanse staat is getrokken. Uit eerste berichten van lokale autoriteiten en die op deelstaatniveau blijken de meeste doden vooralsnog te zijn gevallen door tornado’s die her en der in de staat ontstonden rond het stormsysteem. Deze zouden zeker vier levens hebben geëist.
Onduidelijk blijft nog of er ook dodelijke slachtoffers zijn gevallen door hoog water. De orkaan deed op sommige plekken langs de kustlijn een vloedgolf van twee meter hoog over de kust slaan, elders ontstonden plotse overstromingen door hevige regenval. Op sommige plekken zal het water eerst moeten zakken, voordat vastgesteld kan worden of er mensen verdronken zijn.
Om eventuele slachtoffers te lokaliseren heeft de federale rampenbestrijdingsdienst FEMA op last van president Biden een zoek-en-reddingsactie in gang gezet. Hiervoor worden in totaal 2.200 mensen ingezet, van wie er zich duizend al in de staat bevonden en nog eens 1.200 worden ingevlogen. Er zijn daarnaast vijfhonderd ambulances, zestig hoog-water-voertuigen en miljoenen noodrantsoenen beschikbaar gemaakt.
Drie miljoen mensen zonder stroom
Het ergste scenario waar begin deze week voor gevreesd werd – een huizenhoge vloedgolf die de dichtbevolkte Baai van Tampa zou verzwelgen – is niet uitgekomen. In de laatste uren voordat Milton als categorie-3-storm aan land kwam, boog hij iets af richting het zuidelijker gelegen Sarasota. Tampa ontsprong daardoor – niet voor het eerst in zijn geschiedenis – nipt de dans.
De materiële schade is ondertussen groot. Van veel gebouwen zijn de daken afgerukt, waaronder dat van het Tropicana Field, het overdekte stadion van de lokale honkbalclub Tampa Bay Rays in St. Petersburg. Ook waaide een bouwkraan om tegen het redactiegebouw van de plaatselijke Tampa Bay Times.
Zeker drie miljoen inwoners en bedrijven zaten donderdag zonder stroom. Florida’s elektriciteitsbedrijf zegt een legertje van 17.000 monteurs uit veertig verschillende staten te hebben opgetrommeld om de – bovengronds aangelegde – stroomkabels te zo snel mogelijk te herstellen. Zij krijgen versterking van nog tienduizenden andere kabelwerkers, zei gouverneur Ron DeSantis.
Onder de noemer Giro555 collecteren Nederlandse hulporganisaties sinds donderdag voor „alle slachtoffers van geweld in het Midden-Oosten”. Het hoogtepunt moet de ‘Nationale Actiedag’ worden die volgende week woensdag plaatsvindt en waar verschillende omroepen en media aan meewerken.
Vier vragen over de actie.
1 Waarom een Nationale Actiedag?
„Het conflict escaleert steeds verder”, zegt Giro555-woordvoerder Wouter Booij. „De nood om de vele slachtoffers te helpen is dus ontzettend hoog.” Een jaar na de aanval van Hamas in Israël, waarbij zeker 1.139 mensen werden gedood en ruim tweehonderd mensen werden gegijzeld, doodde Israël zeker 42.000 Palestijnen. Het geweld elders in het Midden-Oosten, zoals op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever, in Libanon en in Noord-Israël, is het afgelopen jaar verhevigd.
Verschillende organisaties, ook Nederlandse, gaven het voorbije jaar al noodhulp. Dat is met name lastig in Gaza, dat veruit het zwaarst is getroffen. Israël laat maar zeer beperkt goederen en hulpverleners toe. „Je haalt geen geld op om het daarna jaren op een bankrekening te laten staan”, zegt Booij van Giro555. „Hoewel we nog altijd te weinig toegang hebben tot Gaza, zijn onze organisaties de afgelopen maanden steeds bedrevener geworden in bijvoorbeeld voedseldistributie, de reparatie van watervoorzieningen en het aanbieden van medische zorg.”
Achter Giro555 zitten de organisaties CARE Nederland, Cordaid, Kerk in Actie, Nederlandse Rode Kruis, Oxfam Novib, Plan International, Stichting Vluchteling, Terre des Hommes, Unicef Nederland en World Vision. Met de Nationale Actiedag willen zij komende woensdag extra aandacht vragen voor alle slachtoffers in het Midden-Oosten. Op radio en televisie zullen spotjes verschijnen. Ook in radio- en televisieprogramma’s komen slachtoffers en hulpverlening aan bod. Of eveneens een gezamenlijke uitzending volgt, zoals bij eerdere Giro555-acties, is nog niet bekend. De Nationale Actiedag wordt ondersteund door de NPO, RTL, Talpa, DPG Media en Mediahuis.
2 Voor wie is de hulp bedoeld?
De Giro555-actie is nadrukkelijk bedoeld voor „alle slachtoffers” van „het escalerende geweld in het Midden-Oosten”. De actie moet geld ophalen voor hulpprojecten in Gaza, Libanon, de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever, Syrië en Israël. De aanstichters van het geweld worden in het midden gelaten: Giro555 wil ‘politiek neutraal’ zijn. Het gaat om de slachtoffers.
„Laat duidelijk zijn dat de humanitaire nood het hoogste is in Gaza en Libanon”, zegt Booij. „Daar zal het grootste deel van de hulp logischerwijs naartoe gaan.”
Maar er zal ook geld naar Israël gaan. „Ons basisprincipe is dat we mensen in nood helpen”, zegt Booij. „Als in Israël ook hulp nodig is, is het duidelijk dat we die hulp bieden. Het schuurt eigenlijk helemaal niet.” Booij noemt medische transporten en psychosociale ondersteuning als voorbeelden van hulp die in Israël met 555-donaties kan worden gefinancierd.
In een vergadering met omroepen zou woensdag een verdeelsleutel zijn besproken, meldde De Telegraaf. 60 procent van de hulp zou naar Gaza gaan, 35 procent naar Libanon en 5 procent naar Israël. Booij nuanceert dat. „Die percentages waren meer ter illustratie. Uiteindelijk maken we een professionele inschatting van de hulpbehoeften.”
3 Wat vinden de omroepen?
Voor de radio- en tv-uitzendingen van Giro555-acties slaan publieke omroepen de handen ineen. „Er zijn zorgen bij sommige omroepen over de balans in de berichtgeving tijdens de actie”, zegt EO-directeur Arjan Lock. Hij zit ook het College van Omroepen voor en heeft de kwestie daarin donderdag besproken. „Als je terecht aandacht vraagt voor slachtoffers in Libanon, hoe zorg je dan dat je ook slachtoffers in Israël niet vergeet?”
Welke omroepen hun zorgen hebben geuit, wil Lock niet zeggen. Alle omroepen zijn het er volgens hem over eens dat mensen in nood moeten worden geholpen. „Daarom willen we wegblijven van de politieke insteek.”
4 Wat zeggen andere organisaties?
Oxfam, een van de Giro555-organisaties, benadrukt dat het wel hulp biedt in Gaza, Syrië, Libanon en de bezette Westelijke Jordaanoever, maar niet in Israël. „Oxfam financiert en werkt nauw samen met Israëlische mensenrechtenorganisaties die zich inzetten voor de verdediging en bevordering van de mensenrechten van Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever, in Oost-Jeruzalem en Gaza”, zegt Oxfam-woordvoerder Roos Groen.
Ook Save the Children, niet meer betrokken bij Giro555, ziet de moeilijkheid van noodhulp aan Israël. „Er komt bij mensen ook gevoel bij kijken”, zegt woordvoerder Jos de Voogd. „Maar de burgerbevolking heeft hier geen debet aan en onze hulpverlening is strikt neutraal.” Een woordvoerder van Artsen zonder Grenzen, dat jaren geleden ook uit Giro555 is gestapt, zegt: „Wij kiezen geen partij bij conflicten. Iedereen moet de zorg krijgen die nodig is, dus ook in Israël.”
Belangengroep CIDI (Centrum Informatie en Documentatie Israël) stelt dat het „bizar” zou zijn mocht Israël niet een deel van het gedoneerde geld ontvangen. „De oorzaak van het probleem, de aanvallen van Hamas en Hezbollah op Israël, zou anders worden weggepoetst”, zegt directeur Naomi Mestrum. Ze pleit voor medische zorg voor gijzelaars en hulp aan door aanvallen van Hamas en Hezbollah ontheemde Israeliërs.
Lees ook
Nederland geeft extra 4 miljoen uit aan hulp in Libanon
Een coalitie van Palestijnse en Nederlandse maatschappelijke organisaties klaagt de Nederlandse staat aan omdat Nederland niet genoeg zou doen om „genocide in Gaza en andere Israëlische schendingen van het internationaal recht” te voorkomen.
Advocaat Wout Albert maakte de aanklacht bekend tijdens een speciale editie van het wekelijkse ambtenarenprotest voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. Elke donderdag om twaalf uur verzamelen ambtenaren zich daar voor een ‘sit in’ tegen de oorlog in Gaza en Libanon. Tijdens deze speciale editie waren onder meer zangeres Eefje de Visser en voormalig minister van Buitenlandse Zaken Jan Pronk aanwezig om stil te staan bij een jaar lang „ambtelijke tegenspraak en protest”.
Op een klein podium met achter hem de woorden „CEASE FIRE NOW” prees advocaat Albert de „ambtenaren die al een jaar lang onvermoeibaar protesteren” en zich uitspreken in de „hoofdstad van het internationaal recht”. Enkele tientallen mensen kwamen kijken. Er werd koffie geschonken en er hingen grote tekeningen van kinderen uit Gaza. Albert zei in zijn toespraak dat Nederland zich op een „keerpunt” bevindt: „Het is onze morele en juridische plicht om op te komen voor het Palestijns recht om te bestaan.”
De aanklagers eisen onder meer een verbod op de export en doorvoer van wapens, wapenonderdelen en andere militaire goederen. Ook eisen de Palestijnse belangenbehartigers een verbod op „alle Nederlandse handelsactiviteiten en investeringen die Israëls illegale bezetting van en nederzettingen in Palestijns gebied ondersteunen”.
De advocaat spreekt voor een coalitie van maatschappelijke organisaties, zoals Een Ander Joods Geluid, het European Legal Support Center en Stichting Palestina.
Ondergrens
„We hebben nog nooit zo duidelijk te horen gekregen dat Nederland actieve stappen moet nemen om het geweld in Palestina te ontmoedigen en te verbieden”, zegt Daan de Grefte, jurist bij de betrokken organisatie European Legal Support Center (ELSC), tegen NRC. Een rechtszaak is nodig, stelt De Grefte. „De staat zegt dat ze genoeg doet om genocide te voorkomen en andere schendingen van het oorlogsrecht door Israël te ontmoedigen, wij vinden dat onjuist.” Met deze rechtszaak wil de coalitie de Nederlandse staat verplichten om de bepalingen van het internationaal recht op te volgen.
„De regering heeft altijd de vrijheid om te bepalen op wat voor manier ze aan juridische verplichtingen voldoet. Maar er is een ondergrens. Het is aan de rechter om te toetsen of de Nederlandse regering die haalt en of er genoeg wordt gedaan om de verplichtingen te waarborgen die Nederland volgens het internationale recht heeft.”
Het ministerie van Buitenlandse Zaken wilde niet reageren op de aanklacht van de Palestijnse en Nederlandse ngo’s.
Internationaal recht
Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) oordeelde in januari dat Israël er alles aan moet doen om genocide tegen Palestijnen in Gaza te voorkomen. Het risico op genocide was volgens het Gerechtshof „reëel”. Alle staten hebben volgens internationaal recht de verplichting om genocide te voorkomen. In juli deed het ICJ de uitspraak dat Israëls aanwezigheid in de Palestijnse gebieden illegaal is. Israël moet van het hof de situatie van vóór de bezetting herstellen. ‘Derde staten’, waaronder Nederland, hebben een beschermingsplicht en moeten volgens het internationale recht actief beleid voeren om mensenrechtenschendingen in de bezette gebieden te voorkomen.
Volgens Geert-Jan Knoops, advocaat werkzaam bij het Internationaal Strafhof, is het een „onjuiste aanname” om uit het tussenvonnis van het ICJ te concluderen dat het „aannemelijk” is dat Israël genocide pleegt in Gaza, zoals de demonstranten doen. Hij wijst daarbij op een interview van de BBC met Joan Donoghue, die president was van het gerechtshof ten tijde van de rechterlijke uitspraak. Daarin maakte ze duidelijk dat volgens het ICJ Palestijnen een „plausibel recht hebben om te worden beschermd tegen genocide” en dat Zuid-Afrika het recht heeft om daarover een claim bij het hof in te dienen. Maar het ICJ heeft volgens Donoghue toen niet beslist of het wel of niet aannemelijk is dat er genocide wordt gepleegd.
In het licht van dat BBC-interview zet volgens Knoops het persbericht van de Nederlandse en Palestijnse organisaties de lezer op het verkeerde been. De advocaat kan op dit moment geen oordeel geven over de haalbaarheid van de zaak. Wel zegt hij dat het een complexe zaak is waar internationale gerechtshoven zich nog over buigen. Daarbij is het „niet te vergelijken met de F-35 zaak”: dat betrof een ander internationaal verdrag, namelijk het Wapenhandelsverdrag.
„De rechter moet niet op de stoel van de regering gaan zitten”, stelt De Grefte. „Wij stellen de vraag of de Nederlandse staat genoeg doet om haar verplichtingen na te leven. Een rechtszaak is effectief, kijk maar naar de klimaatzaak van Urgenda.” Daar concludeerde de Hoge Raad in 2019 dat de Nederlandse overheid niet genoeg deed om de CO2-uitstoot te verminderen. De staat moest vervolgens extra maatregelen nemen om de CO2-uitstoot te beperken.
Lees ook
Mag de ambtenaar demonstreren? ‘Ik ben niet louter een radertje in het apparaat
In een tjokvolle Rotterdamse raadszaal kwam donderdag precies om vier uur Carola Schouten, de nieuwe burgemeester van Rotterdam, binnen in een zalmroze pak en met golvend geföhnd haar. Zowat alle raadsleden waren er, de wethouders, familie en vrienden van de nieuwe burgemeester en collega’s uit andere steden zoals de burgemeester van Amsterdam Femke Halsema en de burgemeester van Den Haag, Jan van Zanen. Voormalig burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb ontbrak vanwege een reis naar het buitenland.
In verschillende speeches werden alle toekomstige kwaliteiten van de nieuwe burgemeester alvast geroemd. De commissaris van de koning Wouter Kolff dichtte haar „harde en zachte kwaliteiten” toe, die maken dat ze precies de bestuurder is die de stad nodig heeft. De Haagse burgemeester Van Zanen noemde haar een schokdemper en verbinder. De voorzitter van de vertrouwenscommissie en raadslid namens de Partij voor de Dieren Ruud van der Velden memoreerde haar eigen woorden: „Dadelijk komen ze erachter dat ik ook maar een mens ben.”
Voor het eerst in de geschiedenis krijgt Rotterdam een vrouw als burgemeester. Dat feit werd in de speeches het vaakst genoemd. Wat Carola Schouten voor een burgemeester zal worden, zullen de Rotterdammers moeten afwachten. Net als Aboutaleb een aanlooptijd nodig had, zal dat ook voor haar gelden. Zelf gaf ze in haar speech een voorzetje door te zeggen dat ze er voor alle Rotterdammers wil zijn: „U staat er niet alleen voor. Ik zie ernaar uit om er met alle collega’s van de gemeente Rotterdam voor u te zijn. Want Rotterdam is nooit alleen ‘ik’. Rotterdam is altijd ‘wij’.”
Luisterende burgemeester
Ze zal in elk geval een heel ander soort burgemeester zijn dan haar voorganger. Aboutaleb had zich onder meer ontwikkeld als een man van law and order, met veel aandacht voor de ontwrichtende internationale drugshandel die een groot negatief effect heeft op een stad als Rotterdam. Schouten zal andere accenten leggen. De verwachting is dat zij meer dan Aboutaleb een luisterende burgemeester zal zijn, zeker in het begin. Neem de tijd om de stad en de Rotterdammers te leren kennen als burgemeester, werd haar in verschillende speeches op het hart gedrukt. Ruud van der Velden: „U komt nu als burgemeester binnen en dat schept verwachtingen.”
Tegelijkertijd zal er al snel daadkracht van de burgemeester worden verwacht. Aan de skyline van Rotterdam met de glimmende wolkenkrabbers valt het niet af te zien, maar een van de prangende problemen van Rotterdam is de armoede. Een op de zes Rotterdammers leeft in armoede, een op de twintig Rotterdammers werd slachtoffer van het Toeslagenschandaal. Relatief zijn de bewoners van Rotterdam laag opgeleid, een op de zes inwoners heeft moeite met lezen en schrijven. Er zijn steeds meer daklozen en er is eenzaamheid.
Ze zal als oud-minister van Armoedebeleid weten dat de oplossing deels uit Den Haag moet komen als het gaat om hogere uitkeringen en minimum lonen. Naar haar zal worden gekeken als het gaat om de lokale aanpak. Volgens betrokken bewoners gaat de aandacht nu veel te vaak uit naar officiële instanties die log en traag reageren. Kleinere (buurt)initiatieven van mensen die precies weten wat er nodig is en die hulp op maat bieden, krijgen weinig steun.
Vertrouwen
De stad hoopt ook dat de nieuwe burgemeester het vertrouwen van de Rotterdammers in de gemeente kan verbeteren. Hoewel Aboutaleb zijn benen uit het lijf liep om met Rotterdammers in gesprek te gaan, is er veel wantrouwen. Dat uitte zich bijvoorbeeld in de 38,9 procent van de Rotterdammers die ging stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022. Met name aan de zuidkant van de Nieuwe Maas, waar ook veel minder kinderen worden gevaccineerd dan gemiddeld in het land én waar de meeste arme mensen wonen, bleven Rotterdammers thuis.
Daarnaast is een belangrijk dossier het tekort aan woningen. Dat is overal een probleem, maar zeker ook in Rotterdam. Op de rol staat Feyenoordcity 2.0; de ontwikkeling van Oost-Rotterdam waar tot 9.500 nieuwe woningen en allerlei voorzieningen zullen komen. Door een nieuwe stadsbrug moet de oostflank van Rotterdam een soort eenheid worden. Het plan is recent goedgekeurd, de uitvoering is een jarenplan. De burgemeester zal er dus niet over hoeven beslissen maar moet het wel begeleiden omdat het een groot deel van de stad opschudt.
Veiligheid is een ander thema, al zal Schouten dat anders aanvliegen dan haar voorganger. Ze zal er niet aan ontkomen zich bezig te houden met criminaliteit en drugshandel. Alleen al dit jaar tot oktober waren er 94 explosies, die veelal te relateren waren aan drugs. Zelf zei ze er nog niet veel over, behalve dat „meedogeloze criminelen die persoonlijk gewin boven maatschappelijke vrede stellen” een evenzo meedogenloze burgemeester zullen treffen.
Er is meer. Het nachtleven. De haven. De bedrijven, de vele start-ups. De kunst, cultuur en architectuur. Politie en justitie. Carola Schouten ziet het. Ze noemde het. Ze gaat de stad in, zegt ze. Rotterdammers opzoeken, met de belofte hen echt te zien. Want dat vindt ze het belangrijkste: dat Rotterdammers elkaar zien. Ook als ze het fundamenteel oneens zijn. Dat ze elkaar dan heel houden en de vrede bewaren. Want, zegt ze, „vrede in onze steden is ons meest kostbare bezit en daarmee misschien wel de belangrijkste opdracht aan mijzelf”.
Lees ook
Carola Schouten burgemeester van Rotterdam. ‘De stad is bij haar in goede handen’