N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vreest dat het dodental na de aardbevingen in Turkije en Syrië in de komende weken kan oplopen tot boven de 20.000. Dat zouden meer dan acht keer meer slachtoffers zijn dan nu dan nu het geval is, zo zei Catherine Smallwood, verbonden aan het Europese kantoor van de WHO aan het Franse persbureau AFP. „Helaas zien we steeds hetzelfde gebeuren bij aardbevingen. De oorspronkelijke meldingen van het aantal doden en gewonden zullen in de loop der tijd ruim worden overtroffen”, aldus Smallwood. Dinsdagochtend was het dodental opgelopen tot 4.300.
De WHO waarschuwde maandag al voor het gevaar van de naschokken. Die kunnen beschadigde gebouwen doen instorten. Dinsdagochtend was in Turkije opnieuw een zware naschok te voelen met volgens het Europees-Mediterraan Seismologisch Centrum (EMSC) een kracht van 5.3. Sinds de zware bevingen maandag met een kracht van 7.8 en 7.5 volgden ruim honderd naschokken. Maandagavond was er ook al een beving met een kracht van 5.3.
Ook UNICEF uitte dinsdag haar zorgen over de duizenden kinderen en gezinnen die door de aardbeving in Turkije en Syrië gevaar lopen. De kinderrechtenorganisatie benadrukt dat bij grote rampen zoals deze het de kinderen zijn die het meest getroffen worden. Het vreest onder meer dat de beschadiging en verwoesting van scholen en ziekenhuizen een grote impact zal hebben op hun situatie. „Veel huizen zijn verwoest, gezinnen dakloos en blootgesteld aan extreme weersomstandigheden”, aldus een woordvoerder op Twitter. Inmiddels is de Nederlandse tak van UNICEF in overleg met de Turkse autoriteiten over de humanitaire hulp die het kan bieden.