‘A je to!’: hoe Buurman & Buurman ooit werden gecensureerd, maar na vijftig jaar nog steeds enorm populair zijn

Buurman is op zijn gemak het gras aan het maaien, wanneer de grasmaaier er plotseling mee ophoudt. „Buur, heb je wel getankt?”, roept Buurman vanuit het raam. Maar ook na het bijvullen werkt de grasmaaier niet. Ze proberen het apparaat te repareren: moet er hier iets worden vastgeschroefd, of moet daar een nieuw touwtje aan? Tijdens hun geklungel trekken ze per ongeluk de bovenkant van de grasmaaier eraf. Geen probleem, ze maken gewoon een nieuwe grasmaaier van een oude wasmachine en wat scharen. Tevreden sluiten ze de aflevering af met het befaamde: „A je to!”

De poppenanimatie Buurman & Buurman is al bijna vijftig jaar een culthit in Nederland, met tien seizoenen op televisie, een speelfilm, een boek en zelfs een musical. Dit weekend gaat de zesde editie van die musical, geschreven en geregisseerd door Jelle Kuiper, in première. In die voorstelling gaan de klungelige klussers naar de maan. Na een dag hard werken dromen de buurmannen, gespeeld door Levi Middendorp en Polle Vrienten, ervan om hun huis vanaf de maan te kunnen bekijken. Hiervoor moet er flink wat gebouwd worden: een raket, een lanceerbasis en natuurlijk ruimtepakken.

Dat er veel gemaakt moet worden, belooft uiteraard niet veel goeds. Geen enkele klus weten de twee buurmannen vlekkeloos af te ronden, maar optimistisch als ze zijn vinden ze wel (bijna) altijd vindingrijke oplossingen voor alles wat onderweg misgaat. Terwijl ze hun succes vieren, roepen de kinderen uit het publiek „A je to!”

De klussende buurmannen zijn al jarenlang favoriet bij jonge kinderen én volwassenen. De serie verscheen aanvankelijk nog zonder groot succes bij de NCRV, maar dat veranderde toen het in 1985 werd overgenomen door VPRO’s Villa Achterwerk. Lezers van de VPRO-gids riepen de serie uit tot hun favoriete Villa Achterwerk-programma aller tijden.

Een groot deel van hun roem danken Buurman en Buurman aan de stemmen van Kees Prins en Simon van Leeuwen, die op hilarische wijze het voor de hand liggende nog altijd even extra duidelijk maken. De stemacteurs vertelden aan RTL dat zij de dialoog compleet improviseren. Deze is eigenlijk overbodig omdat in het origineel niet gesproken wordt. „Als de buurman een idee krijgt, steekt hij immers al zijn vinger in de lucht. Het enige wat wij doen is benoemen wat de buurmannen aan het doen zijn”, zei Van Leeuwen, de stem van de buurman met de rode trui.

De dialoog maakt de Nederlandse serie bovendien uniek: Nederland is het enige land waarin de buurmannen stemmen hebben. Ook in het destijds communistische Tsjechoslowakije – waar de wortels van het duo liggen – zijn ze zonder stemmen.


Walt Disney van Oost-Europa

Buurman & Buurman – ‘Pat a Mat’ zoals ze in hun thuisland heten – zijn bedacht door Lubomir Beneš. In de jaren zeventig werkte hij in de studio van de legendarische Jiri Trnka in Praag, die ook wel de ‘Walt Disney van Oost-Europa’ werd genoemd. De Tsjechische televisie had echter geen interesse in de stop-motionserie. Hoewel ze het leuk vonden dat het over iets typisch Tsjechisch – namelijk klussen – ging, stelde de zender dat televisie bedoeld was om kinderen te onderwijzen.

De buurmannen zouden jonge kinderen alleen maar op het idee brengen om spullen kapot te maken, wat in strijd was met de opvoedidealen van het marxisme-leninisme. De Slowaakse televisie daarentegen was laaiend enthousiast. In 1976 werd de serie onder de naam ‘…A Je To’ (in het Tsjechisch en Slowaaks te vertalen als ‘en dat is het’) uitgezonden vanuit een studio in Bratislava.

Beneš vertelde in de Volkskrant dat hij een keer midden in de nacht werd gebeld. „Een koppel, hij een Tsjech en zij een Slowaakse, had een weddenschap over de herkomst van de buurmannen. Ik kon ze allebei blij maken: we zijn zelf Tsjechisch, maar we produceerden voor een Slowaaks publiek.”

Communistisch Tsjechoslowakije was een broedplaats voor animatiefilms. Geld en kijkcijfers speelden geen rol en er waren genoeg opgeleide creatievelingen om het arbeidsintensieve werk van stop motion te doen. Daarbij werd animatie aanvankelijk door het regime als relatief onschuldig gezien. Maar al bij de eerste aflevering was de communistische regering argwanend. De censor zag in de rode en gele trui van de buurmannen een verwijzing naar de verslechterde relatie tussen China en de Sovjet-Unie van de jaren zestig. De rode trui werd daarom grijs gemaakt.

Beneš stelde dat hij niet als doel had de spot te drijven met het regime, hij was niet zo bezig met politiek. A-politieke cultuurproducten in totalitaire regimes bestaan echter niet: alle kritiek op de Sovjetrealiteit, zoals problemen in het dagelijks leven, tekorten, huisvestings- of drankproblemen, werd streng gecontroleerd door censoren en vaak aangepast of verboden. Uiteindelijk konden zelfs de onschuldigste films en boeken als systeemkritiek worden opgevat.

Politiek gemotiveerd of niet, wel zei Beneš dat de serie Buurman & Buurman aanvankelijk satire voor volwassenen was. Tsjechoslowaken waren maar al te bekend met het gegeven dat kapotte spullen gerepareerd moesten worden, geld voor vervanging was er simpelweg niet. Schaarste in consumentengoederen en inferieure techniek waren de norm, dus was men gedwongen te improviseren. Tsjechoslowaken waren ook afhankelijk van de omgeving, van buren moest men het hebben. Het gepruts van de twee was voor velen maar al te herkenbaar.

In Slowakije wordt vandaag de dag nog gesproken van een ‘echte Slowaakse vakantie’, als er in de zomer veel aan het huis geklust kan worden. Typisch Tsjechisch is dan weer een gezonde dosis zelfspot volgens Václav Havel, theatermaker, dissident en later de eerste president van Tsjechië, in een essay. Humor maakte de ‘verpletterende ernst’ van het totalitarisme draaglijk.

Na 1989

In 1989 stortte het totalitaire regime in. De cultuursector werd niet meer gecensureerd, de rode trui van Mat kon uit de kast worden gehaald. Er is zelfs een aflevering uit begin van de jaren negentig waarin Pat een hamer en sikkel uit een laatje haalt. Hij bekijkt ze kort, maar legt ze dan weg. In deze periode overleed Lubomir Beneš en nam zijn zoon, Marek Beneš, het stokje over. Tegenwoordig maakt hij met zijn team nog steeds nieuwe afleveringen in een studio in Hostivce, een Praagse buitenwijk.

De afleveringen gaan met de tijd mee. De nieuwe woningen van de buurmannen doen denken aan huizen op het platteland in Tsjechië en Slowakije. Ze experimenteren met nieuwe technologie zoals drones en magnetronpopcorn. Briefjes op de koelkast zijn in het Engels geschreven. En dragen ze nou een Levi’s-broek? De communistische censuur zou het wel weten.

Desondanks zijn Buurman & Buurman zelf, op de rode lipjes van hun achterzakken na, de afgelopen decennia niets veranderd. Even optimistisch als altijd, werken ze vrolijk aan nieuwe projecten. De klussers hebben een tijdloze, archetypische uitstraling – geheel los van de moderne wereld.