Hossein Nikman staat in de hal van het centraal station van Rotterdam. In die hal is maandagavond om zes uur een sit-in begonnen om aandacht te vragen voor de oorlog in Palestina. Vliegtuigen komen en gooien bommen op kinderen, zegt Nikman. „Dat is niet eerlijk.”
Om zes uur staan er zo’n honderd mensen, maar die groep zwelt aan. Er wapperen steeds meer Palestijnse vlaggen. Veel demonstranten hebben een Palestijnse sjaal om hun schouders, een enkeling heeft de sjaal als een nikab om het hoofd gewikkeld. Alleen de voorste mensen zitten op de koude tegels.
Een jonge vrouw roept „Free, free Palestine”, door een microfoon. Het galmt door de hal.
„Free, free Palestine”, roept de menigte.
„From the river to the sea.”
Uit honderden kelen: „From the river to the sea!”
Aisha Baloglu loopt rond met een grote zak met gehaakte stukjes watermeloen die je met een veiligheidsspeld op een jas kan spelden. De watermeloen, in de kleuren van de Palestijnse vlag, is een nationaal symbool geworden voor Palestijnen. Ze vliegen als verse broodjes uit haar plastic zak. „Het geld gaat naar Palestina”, zegt ze. „Het is voor de kinderen.” Ze heeft er met een groep vrouwen als een bezetene voor zitten haken.
Hamasmilitanten
Plukjes agenten kijken van een afstandje toe. Treinreizigers kunnen er makkelijk langs, de hal is groot genoeg. De een kijkt niet op of om, een ander kijkt verschrikt, weer een ander neem voorzichtig een flyer aan.
Een man in pak met een klein rolkoffertje maakt foto’s van een afstand. Het leed aan zowel Palestijnse als Israëlische kant moet een plek krijgen, zegt hij. „Maar precies een jaar na 7 oktober?” Op die dag vielen Hamas-militanten Zuid-Israël binnen en doodden 1.200 mensen. „Ik krijg de rillingen dat ze die dag hebben gekozen om te demonstreren.”
„Nou en”, zegt Niknam. „Die daad was een reactie. Op de bezetting van Palestina door de Israëliërs.”
Maud Mahyou probeert elke demonstratie bij te wonen. „We moeten laten zien dat wij de bezetting niet accepteren”, zegt ze. „Het is onrechtvaardig. We staan hier voor rechtvaardigheid.”
Ik vind het lastig om te zien dat sommige mensen hun schouders ophalen en denken: c’est la vie.
Het gaat om de bezetting, zegt ook Rowan van Veelen, die fungeert als perswoordvoerder van de sit-in. Het liefst heeft hij dat geen van de demonstranten wordt geïnterviewd. Vragen kan hij beantwoorden.
Toch vertelt Hakima Mahyou, het zusje van Maud, zelf waarom ze daar staat. „Weet je, ik heb rechten gestudeerd. Nu vraag ik me soms af, waarom eigenlijk?” De almaar voortdurende oorlog in Gaza vindt ze een dieptepunt voor de mensheid. „Het is tegen alle regels en verdragen. En toch staan onze politici er glazig naar te kijken en doen niets.”
De bezetting moet worden beëindigd, pas dan kunnen we verder kijken, zegt ze. Daarom staat ze daar. Want ook na een jaar wil ze dat punt blijven maken. Ze kijkt naar de reizigers die zonder op of om te kijken langslopen. „Ik vind het lastig om te zien dat sommige mensen kennelijk hun schouders ophalen en denken: c’est la vie.”
Ismael Nor loopt ook snel langs. Maar als hij wordt ingehaald, zegt hij niet ‘c’est la vie’. Hij zegt: „Ik vind het heel goed dat zij hier vandaag staan. Dát is vrijheid.”
‘Friesland for Palestine’
Vlak voor het centraal station in Leeuwarden zit een handjevol demonstranten op de grond. Ze worden omringd door mensen met Palestijnse vlaggen en borden met leuzen zoals: „Friesland for Palestine”. Op hun hoofd of om hun nek dragen ze de bekende wit met zwarte Palestijnse sjaal.
Het is niet zo druk. „Het is Friesland, hé”, zegt Jacco de Boer. „Friezen zijn niet zulke protesteerders.” Hij deelt flyers uit met tien What you need to know-feiten over het Israël-Palestina-conflict. Volgens Jacco wordt het pro-Palestinageluid wel breedgedragen, want hij komt best van zijn flyers af. Het tegengeluid hoort hij ook weleens als hij aan een demonstratie meedoet: „Er was net nog een voorbijganger die tegen de borden aan trapte en riep: ‘Alle gijzelaars vrij’”.
Volgens Aniek (38) is 7 oktober 2023 de dag waarop de genocide begon. „Ik zit hier voor rechtvaardigheid. Ik zit hier voor de toekomst. Ik wil dat mijn kinderen in een rechtvaardige wereld opgroeien.” Op de vraag wat ze op een reguliere maandagavond doet, antwoordt ze: „Voor mijn kinderen zorgen.”
Toeteren
„Free Palestine, free Palestine, free, free Palestine”, roepen de demonstranten in koor. Op een krukje staat een jongetje van zeven jaar met een Palestijnse vlag te zwaaien. Zijn moeder staat ernaast. „Ik kijk iedere ochtend Het Jeugdjournaal op school. Ik word boos als ik zie hoe Palestina kapot is gemaakt.”
Zijn moeder, Geerte Nuur (45), verteld dat ze zelf uit een oorlogsgebied komt en dat ze weet hoe erg het is. „De oorlog moet eindigen. Genoeg.”
Zo nu en dan rijdt een auto met een Palestijnse vlag op het dak toeterend voorbij. Yentl Smeden (19) is een van de organisatoren van het protest. „Het is geen oorlog, maar genocide”, zegt hij, terwijl hij rood aanloopt. Jacco komt erbij staan: „Wij zijn tegen geweld, tegen terroristische groeperingen en voor een staakt-het-vuren en bovenal: voor de Palestijnen”.
Het is kwart voor zeven ’s avonds. „Ik ga ervandoor. Het is toch zo afgelopen en ik moet nog koken en eten”, zegt Jacco terwijl hij wegloopt.
Lees ook
Op veertien NS-stations een sit-in houden voor Gaza: betogers hebben dat recht, zeggen de burgemeesters. ‘Zolang het maar veilig blijft’