Nederland gaat drones maken met Oekraïne, wat komt daarbij kijken? ‘Het onderscheid civiel en militair vervaagt’

Voor de militaire samenwerking met Oekraïne stelt Nederland 400 miljoen euro beschikbaar. Dat maakte minister Ruben Brekelmans (VVD, Defensie) zondag bekend tijdens zijn eerste bezoek als bewindsman aan het land. Wat kan Nederland bieden en hoe ver is de industrie?

Een overzicht.

1. Om wat voor verbeteringen gaat het?

Laagvliegende drones moeten veel minder dan de huidige toestellen gevoelig worden voor Russische stoorzenders (‘jamming’); deze brengen de Oekraïense toestellen nu nog (te) vaak van hun koers. Ook moeten ze langer kunnen vliegen, bijvoorbeeld om meer doelen in Rusland te kunnen raken, zoals Oekraïne graag wil. Verder passen technici steeds meer drones aan om te dienen als luchtafweer tegen zeer bloedige Russische drone-aanvallen op hun steden. Daartoe worden Oekraïense drones met een explosief uitgerust om Russische aanvalsdrones neer te halen.

Hoogvliegende drones zijn nu nog kwetsbaar voor Russische radars, en krijgen wellicht meer stealth-technologie, om onzichtbaar te zijn voor de radar. De optische instrumenten voor de hoog vliegende drones worden verder verfijnd om hun verkenningscapaciteit te vergroten.

Het gaat in de kern om de ontwikkeling en productie van „de meest geavanceerde drones”, aldus Brekelmans. Wat hij daarmee bedoelde, werd niet duidelijk, vermoedelijk om militaire redenen. Maar inmiddels is de lijst van kwetsbaarheden en beperkingen van de huidige generatie drones lang en bekend genoeg om aanknopingspunten te bieden voor verbeteringen.

2. Hoe ziet de taakverdeling eruit tussen Nederland en Oekraïne?

„Bijna de helft” van de betrokken ontwikkeling en productie van de drones vindt plaats in Nederland, aldus de minister. Nederland levert geld, know how en halffabrikaten voor de nieuwe generaties drones. Van zijn kant maakt Oekraïne deze halffabrikaten af en neemt ze in massaproductie. Daarvoor zijn inmiddels bijna tien fabrieken beschikbaar, verspreid over Oekraïne.

Een deel van de samenwerking loopt wellicht via samenwerkingen (joint ventures) van Nederlands-Oekraïense wapenbedrijven. Vorig jaar al werd een model uitgewerkt en opgetuigd voor de samenwerking tussen Europese en Oekraïense bedrijven. Daarbij was het Franse bedrjjf Thales betrokken dat een grote vestiging in Nederland (Hengelo) heeft.

3. Heeft Nederland een eigen drone industrie?

Er zijn tientallen bedrijven en start-ups die drones voor de commerciële markt produceren (Deltaquad, Zenith, Avalor AI) Een deel daarvan, zoals Avalor en Deltaquad, reisde vorig jaar mee met toenmalig minister van Defensie Kajsa Ollongren (D66). Die ‘nam’ toen 60 miljoen euro ‘mee’ naar Oekraïne voor verbetering van – ook al – drones.

Daarnaast zijn er instellingen als de TU Delft en TNO die over nuttige kennis beschikken voor de ontwikkeling van militaire toepassingen voor drones. Bedrijven als Nedinsco in Venlo verkopen optische apparatuur die ook voor militaire drones kan worden gebruikt.

„Nederland heeft nu nog geen echte industriesector voor militaire drones”, zegt defensiespecialist Peter Wijninga van The Hague Centre for Strategic Studies (HCCS). „Maar door de afspraken met Oekraïne zou die er wel kunnen komen.” Dat komt doordat het onderscheid civiel en militair vervaagt, zegt Wijninga. „Dat zag je de afgelopen jaren al in Oekraïne. Daar werden drones die wij hier bij de MediaMarkt kopen, massaal en effectief omgebouwd voor militair gebruik.”

4. Gaat deze nieuwe forse uitgave voor Oekraïne ten koste van de eigen defensie?

Geld is tegenwoordig minder een probleem voor Defensie. De omvang van Defensie-uitgaven steeg van iets meer dan zeven miljard in 2014 naar 21 miljard euro dit jaar.

De recente Defensienota 2024 van minister Brekelmans kondigde vorige maand allerlei initiatieven op het gebied van drones en robots. Daarvan zou onder meer de landmacht moeten profiteren. Zo maakt de nota melding van een nieuw op te richten nieuwe tankbataljon, „voorzien van onbemenste platformen voor verschillende functies, zoals verkenning, logistiek en bescherming van de tanks tegen drones.”

Defensie gaat ervan uit dat de samenwerking met Oekraïne ook de Nederlandse (militaire) dronetak stimuleert en bijdraagt aan verbetering en het integreren van nieuwe systemen in de krijgsmacht. Vorig jaar zei Ollongren bij haar bezoek aan Oekraïne: „Deze hoogtechnologische innovaties zijn ook voor Nederland belangrijk, zowel voor de onderlinge industriesamenwerking als lessons learned voor onze eigen krijgsmacht.”

5. Welke haken en ogen zitten er aan de afspraken?

Dat zijn er best een aantal. Tijdens een rondetafelgesprek van vertegenwoordigers van de wapenindustrie (Rheinmetall Defence Nederland, Defenture, Robin Radar) met de Tweede Kamer, in juni, kwam een aantal problemen aan het licht dat zich waarschijnlijk ook voordoet bij het ontwikkelen en produceren van nieuwe drones.

Het ministerie van Defensie betaalt volgens veel bedrijven slecht – en laat. Ook is er te weinig kennis bij de financiële afdeling van het ministerie die nodig is voor het begeleiden van omvangrijke en ingewikkelde deals als deze.

Belangrijk struikelblok ook: de overheid, ook Defensie, biedt onvoldoende financiële garantstellingen voor de industrie. Bedrijven willen die wel graag hebben. Ze moeten eerst flink investeren in ontwikkeling en productie en zien pas op termijn de opbrengsten terug. „Tegen die tijd is de oorlog in Oekraïne misschien wel voorbij”, zegt expert Peter Wijninga van HCSS.

Verder zijn veel – maar soms schaarse – grondstoffen nodig voor massaproductie van drones en de bijbehorende wapens. Voor de bouw van de frames van de onbemande toestellen is bijvoorbeeld sterk behoefte aan grondstoffen als titanium en aluminium . Dat is een lastig rijtje. Zo is China de grootste titaniumproducent ter wereld. Vorig jaar nog legde Beijing de export van grondstoffen voor drones (inclusief chips) aan banden. Eveneens vorig jaar kelderde de aluminiumproductie in het Westen toen er een paar fabrieken dicht gingen (ook in Nederland) en elders werd gestaakt.

Een ander probleem is dat veel Nederlandse bedrijven hun eigen organisatie niet optimaal hebben ingericht voor omschakeling van het leveren van prototypes naar massaproductie (‘opschaling’). „Dat probleem geldt overigens voor heel Europa”, zegt expert Wijninga. „Toen de Europese Commissie vorig jaar aan Oekraïne 1 miljoen stuks munitie beloofde, kon ze slechts de helft leveren.”

6. Wanneer gaan de eerste nieuwe drones boven Oekraïne vliegen?

Dat zal sterk afhangen van de beschikbaarheid van productielijnen in Nederland, en de financiële afspraken die tussen de Nederlandse overheid en de industrie worden gemaakt, zegt Peter Wijninga. „Als hier bedrijven zijn met goede producten en een kant-en -klare productielijn, en als met Defensie goede financiële afspraken kunnen worden gemaakt, dan kan het snel gaan.”


Lees ook

Met varende drones wil Defensie vooral snel en wendbaar zijn

Met varende drones wil Defensie vooral snel en wendbaar zijn