Het afgelopen jaar werkte de Palestijnse fotograaf Bashar Taleb (35) vrijwel onafgebroken in Gaza. Hij werkte voor onder meer NRC en het Franse persbureau AFP. Voor NRC maakte Taleb een selectie van de foto’s die hij het afgelopen jaar maakte.
Kort na het begin van de Israëlische invasie in Gaza vorig jaar oktober verbleef Taleb met een groep collega’s in de buurt van het al-Shifa-ziekenhuis in Gaza-Stad, zijn woonplaats. „Veel journalisten bleven dicht bij het ziekenhuis vanwege de elektriciteit en het internet,” vertelt hij aan de telefoon vanuit Khan Younis.
Begin november, toen hij aan het werk was voor AFP, fotografeerde Taleb in de buurt van het ziekenhuis een ontploffende Israëlische granaat. Uit een witte rookwolk kruipen lange rookslierten naar beneden, en verdwijnen achter de huizen. Het is het zeer omstreden witte fosfor, zo bevestigt later onderzoek van NRC, met gebruikmaking van Talebs foto.
Rond de eerste Israëlische belegering van het al-Shifa-ziekenhuis, half november vorig jaar, vluchtte Taleb richting het zuiden en stopte tijdelijk met fotograferen. „Echt alles in de stad was een doelwit geworden”, zei hij destijds tegen NRC. „Het was onvoorstelbaar gevaarlijk. We konden ons werk niet meer doen.” Noodgedwongen trok hij naar Rafah in het zuiden, en toen ook daar het Israëlische leger binnenviel naar Deir al-Balah, in de centrale Gazastrook. Vandaaruit maakte hij foto’s en video’s van de honderdduizenden ontheemden die na het begin van de inval in Rafah afgelopen mei richting de centrale Gazastrook vluchtten.
De gedwongen ontheemding die Taleb fotografeerde, is ook het verhaal van hemzelf: zeker vier keer moest hij vluchten. „Dat is nog weinig”, zegt hij. „Veel mensen in Gaza zijn tien keer gevlucht.” Hij staat in lange rijen voor voedseldistributie, ziet reddingswerkers die lichamen onder het puin proberen te halen na een Israëlische luchtaanval, of die een collega moeten begraven. Steeds blijft hij, net als veel van zijn collega’s, in de buurt van ziekenhuizen voor de elektriciteit, en ziet de doden en gewonden die daar worden binnengebracht. Door een luchtaanval op een tent vlak bij de tent waarin hij zelf verbleef, in Deir al-Balah, verloor hij een deel van zijn archief op een harde schijf.
Taleb groeide op in Gaza-Stad, waar hij journalistiek en public relations studeerde aan de – inmiddels platgebombardeerde – al-Azhar-universiteit. Tijdens zijn studie, op zijn achttiende, begon hij met fotograferen. In eerste instantie voor vrienden van de universiteit, daarna voor ngo’s en lokale en internationale media. Ook tijdens eerdere Gaza-oorlogen werkte hij als fotograaf.
Foto’s Bashar Taleb
Een deel van zijn familie is gevlucht naar Zuweida, dicht bij Deir al-Balah, waar hij momenteel ieder weekend vanuit Khan Younis naartoe gaat. Alle verplaatsingen – voor zijn werk, om zijn familie te zien – zijn gevaarlijk. „Ik voel me ook verantwoordelijk voor de mensen met wie ik reis, zoals de bestuurder van de auto”, zegt hij. „In Gaza weet je nooit of je veilig bent. Er kan ieder moment een luchtaanval zijn.” Zijn werk gaat gepaard met angst en uitputting, en hij vraagt zich constant af hoe het met zijn familie is. Vooral in de eerste maanden van de oorlog kon hij zijn familie nauwelijks bereiken omdat elektriciteit en mobiele netwerken langdurig waren afgesloten. „Mijn moeder heeft me vaak gezegd om te stoppen met dit werk, omdat er zoveel journalisten worden gedood”, zegt Taleb. Het afgelopen jaar verloor hij vrienden en collega’s.
Lees ook
Zij kunnen de catastrofe niet meer laten zien: dit zijn de 103 gedode journalisten in Gaza
Van Talebs collega’s Nidal al-Waheidi en Haitham Abdelwahid is niks meer vernomen sinds ze op 7 oktober, de dag van de aanval van Hamas op Israël, werden opgepakt door het Israëlische leger. Een collega met wie hij een tijd in het noorden verbleef en eten en een slaapplek deelde, cameraman Rami al-Rifi, werd afgelopen 31 juli samen met Al Jazeera-journalist Ismail al-Ghoul gedood door een doelgerichte Israëlische luchtaanval op hun auto. Ze droegen persvesten en hadden op hun auto gemarkeerd dat zij media waren.
Inmiddels verblijft Taleb met collega-journalisten in een tent in Khan Younis. „Overdag is iedereen aan het werk. ’s Avonds proberen we elkaar op te vrolijken, en vechten we om wie zijn telefoon het eerst mag opladen.” In Khan Younis is het, na de zware belegering en vernietiging van de stad eerder dit jaar, relatief rustiger, zegt hij. „Het afgelopen jaar was vol verdriet, angst, en onzekerheid. Het leven als vluchteling is het zwaarst. Hopelijk kan ik ooit terug naar huis, in het noorden.” Hij blijft fotograferen, „zodat de wereld weet wat er in Gaza gebeurt”.
Zonder katapult de straat op. Het was lang ongebruikelijk in het Thaise Lop Buri, een toeristische trekpleister ten noorden van Bangkok. Inwoners gebruikten hun katapult om makaken af te schrikken die agressief waren omdat ze eten wilden. Het waren er duizenden.
Foto’s: Chalinee Thirasupa/Reuters
De inwoners hadden een haat-liefde verhouding met de makaken. Hun aanwezigheid bij de Khmer-tempels was voor toeristen onderdeel van de Lop Buri-ervaring. Jaarlijks werd een speciaal diner voor de dieren georganiseerd, bestaande uit groente en fruit en cakejes toe. Maar als de makaken geen eten kregen, kwamen ze het halen. Desnoods met geweld. Bewoners en winkeliers barricadeerden hun huizen en winkels.
Verschillende sterilisatieprogramma’s sinds de coronapandemie hadden niet het gewenste effect, de populatie bleef groeien, tot meer dan 2.500 apen. Als ze over voldoende voedsel beschikken, kunnen de vrouwtjes tot twee keer per jaar zwanger worden. Nadat in mei een intensief sterilisatie- en opvangprogramma is gestart, leven nu 1.600 makaken in opvangcentra in de omgeving. Bewoners halen opgelucht adem, en vergeten hun katapulten thuis. Dierenbeschermers begrijpen de wens om de makaken te steriliseren maar vinden hun opsluiting niet diervriendelijk. De hokken zouden te klein zijn waardoor de dieren geen natuurlijk gedrag kunnen vertonen.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Veterinarians from the Department of National Parks, Wildlife and Plant Conservation carry out sterilisation procedures on long-tailed macaques, due to the increase of the macaque population in the urban areas and tourist spots of the city, after officials captured the monkeys in Lopburi, Thailand, May 24, 2024. In May, local authorities stepped up the push against unruly monkeys, including boosting sterilisation efforts that began during the pandemic. "Our goal is to neuter all the monkeys, 100 percent of them," local veterinarian Patarapol Maneeorn from the government wildlife department said in September. The monkeys would then be put into a designated area where they will be looked after, he said. Five months after the start of the government's campaign, Lopburi's primate pandemonium has finally come under control, with around 1,600 monkeys in captivity.? REUTERS/Chalinee Thirasupa SEARCH "THIRASUPA THAILAND MONKEYS" FOR THIS STORY. SEARCH "WIDER IMAGE" FOR ALL STORIES.<img alt data-description="Veterinarians from the Department of National Parks, Wildlife and Plant Conservation carry out sterilisation procedures on long-tailed macaques, due to the increase of the macaque population in the urban areas and tourist spots of the city, after officials captured the monkeys in Lopburi, Thailand, May 24, 2024. In May, local authorities stepped up the push against unruly monkeys, including boosting sterilisation efforts that began during the pandemic. "Our goal is to neuter all the monkeys, 100 percent of them," local veterinarian Patarapol Maneeorn from the government wildlife department said in September. The monkeys would then be put into a designated area where they will be looked after, he said. Five months after the start of the government's campaign, Lopburi's primate pandemonium has finally come under control, with around 1,600 monkeys in captivity.? REUTERS/Chalinee Thirasupa SEARCH "THIRASUPA THAILAND MONKEYS" FOR THIS STORY. SEARCH "WIDER IMAGE" FOR ALL STORIES.
Dierenartsen met gevangen makaken van wie ook het gebit en de gezondheid wordt geïnspecteerd.
Foto’s: Chalinee Thirasupa/Reuters
Zondag ontsnapten meer dan 200 apen uit hun hok. De constructie bleek niet bestand tegen de kracht van de apen. Grote aantallen apen trokken het naastgelegen politiestation binnen, meldt de Bangkok Post. Van de 200 apen kwamen er veertig terug de kooi in toen daar eten werd aangeboden.
1.600 makaken zijn sinds mei in Lop Buri gevangen en worden na sterilisatie in gevangenschap gehouden. Het doel is volgens een dierenarts van het project om ,,100 procent” van de makaken in de stad te steriliseren.
In 2010 plaatste het Amsterdamse fotomuseum FOAM, heel eervol, al een deel van die foto’s in FOAM Magazine. Eind dit jaar wordt in FOAM haar fotoboek Julian & Jonathan gelanceerd.
Herman is altijd al gefascineerd geweest door broers en zussen, vertelt ze. „Misschien omdat ik als enig kind ben opgegroeid. Ik idealiseerde broers en zussen. Ik fantaseerde erover.” Ze woonde als kind bij haar moeder en ging om het weekend naar haar vader. „Mijn ouders zijn nooit getrouwd geweest en ze waren al min of meer uit elkaar toen ik kwam, al zijn ze nog steeds goed bevriend.”
En toen kreeg ze, toen ze net het huis uit was, alsnog een broertje: een halfbroertje, zoon van haar vader en zijn nieuwe vriendin. Herman ging dat jaar naar de Kunstacademie in Den Haag en begon vrijwel meteen met het fotograferen van Julian en Jonathan. „In mijn vergeefse pogingen om dichterbij te komen”, zegt ze. Dicht bij haar halfbroer komen vindt ze al ruim twintig jaar niet eenvoudig. „Hij zegt nu zelf ook dat het moeilijk is om dicht bij hem te komen.”
Foto’s: Sarah Mei Herman
Tussen Jonathans zesde en twaalfde fotografeerde ze de twee het meest. Jonathans ouders waren toen net uit elkaar en Herman deed een masteropleiding fotografie in Londen. „In de vakanties ging ik hen fotograferen. Jonathan vond dat toen soms moeilijk. Soms zei hij: je mag maar drie foto’s nemen. Maar hij heeft nooit nee gezegd.”
In die tijd waren Julian en Jonathan heel close. „Zij deelden iets waar ik geen onderdeel van uitmaakte. Ik voelde me soms een buitenstaander in hun mannenwereld. Maar als fotograaf plaatste ik mij er zelf ook buiten.”
Het maakt dat er een hoopvol verlangen uit haar foto’s lijkt te spreken. Maar vrolijk zijn ze niet. Er wordt bijvoorbeeld niet op gelachen. „Ik fotografeer mensen nooit lachend”, zegt ze daarover. „Ik vang ook geen momenten. Er wordt een moment gecreëerd doordat ik die foto maak. Mensen die in zichzelf keren, stilte – daar zoek ik naar. Lachen zou dan onnatuurlijk zijn.”
Uiteindelijk zijn de fotoshoots „een belangrijk onderdeel geworden van wat we samen hebben”, zegt Herman. Ze fotografeert haar vader en broer nog steeds. „Ik stop eigenlijk nooit met fotoprojecten.” Eerder maakte ze in een artist residence in Xiamen, Zuid-China, een fotoboek over de Chinese lhbti-gemeenschap, en ook die mensen volgt ze nog steeds. „Het gaat mij om intieme relaties en het verstrijken van de tijd daarbinnen. Het feit dat we de ander heel erg nodig hebben terwijl je eigenlijk toch alleen bent en de ander nooit helemáál kunt begrijpen – dat is het uitgangspunt in al mijn werk.”
Foto’s: Sarah Mei Herman
Herman is trouwens niet zelf (half) Chinees: „Mijn vader wilde dat ik Sarah ging heten en mijn moeder vond dat die naam zo vaak voorkwam, dat ze er iets aan vast wilde. Dat werd Mei, een naam die ze in een boek had gelezen.”
1858 Slavernij: Abraham Lincoln vs Stephen Douglas
Zeven debatten voerden de Republikein Abraham Lincoln en Democraat Stephen Douglas maar liefst in de aanloop naar de senaatsverkiezingen voor Illinois van 1858. Daarmee waren ze de voorlopers van de traditie van presidentiële debatten, die door hen een belangrijke plaats kregen in de verkiezingscampagne. Deze debatten kregen ongekend veel belangstelling van de kranten, die stenografen naar de evenementen stuurden om zo precies mogelijk verslag te doen. Met het nog betrekkelijk jonge medium fotografie werden de sprekers vastgelegd.
Stephen Douglas en Abraham Lincoln in de jaren 1850.
Foto’s Library of Congress
Belangrijkste thema’s: de slavernij (waar de Democraten de voorvechters van waren) en de uitbreiding van de Verenigde Staten met nieuwe gebieden. De thema’s waren verknoopt omdat de belangrijkste vraag bij de toelating van nieuwe staten luidde: mogen de inwoners van die gebieden wel of niet zélf beslissen of ze een ‘slavenstaat’ willen zijn of niet. Lincoln, herinnerd als een van de meest begaafde sprekers uit de Amerikaanse geschiedenis, verloor de Senaatsrace van Douglas, maar in de debatten had hij zichzelf wel ‘op de kaart gezet’. In 1860 won hij de presidentsverkiezingen.
1872 Eerste vrouwelijke kandidaat: Victoria Woodhull
Op 2 april 1870 stond er een historische boodschap in de New York Herald – op pagina 5. Victoria Woodhull, bekend als oprichter van de Woodhull & Claflin’s Weekly, de eerste Amerikaanse krant die het Communistisch Manifest van Karl Marx afdrukte, als feministisch activiste en als de eerste vrouwelijke effectenmakelaar, kondigde in een korte brief aan dat zij zich kandidaat stelde voor het presidentschap. ,,Ik ben me er terdege van bewust dat ik in eerste instantie meer hoongelach dan enthousiasme zal ontmoeten.”
Ze was kandidaat namens de Equal Rights Party, die vlak voor de verkiezingen van 1872 werd opgericht. Op dat moment hadden vrouwen nog geen actief kiesrecht en als ze daadwerkelijk de meeste stemmen in het kiescollege zou hebben gekregen, was haar aantreden ongetwijfeld onmogelijk gemaakt door haar (grondwettelijk te) jonge leeftijd van 34 jaar.
In de campagne van 1884 kreeg ze concurrentie van Belva Ann Lockwood, de eerste vrouwelijke advocaat die ten overstaan van het Hooggerechtshof mocht pleiten, en die de presidentsrace in ging met een vrouwelijke running mate.
1916 Wilson en de Eerste Wereldoorlog
,,Vrouwen, of het nu komt door hun aard of de omstandigheden, trekken hun conclusies over maatschappelijke thema’s op grond van logica, terwijl stevige en verstandige conclusies in dit soort zaken alleen kunnen worden getrokken op basis van ervaring – ervaring in de wereld – en die hebben vrouwen nooit gehad, en ook niet kúnnen hebben, tenzij ze helemaal naar open terrein worden getrokken, waar ze helemaal niet meer veilig zijn. Getrouwde vrouwen kunnen de benodigde ervaring helemaal niet krijgen, tenzij de huidige situatie met het gezin als hoeksteen en de huidige verdeling van taken tussen man en vrouw compleet worden veranderd.
Women, whether by nature or circumstance, draw their conclusions about public affairs from logical reason, whereas safe and wise conclusions in such affairs can be drawn only from experience – experience of the world – such as women have not had and cannot have unless drawn entirely into the open and safe-guarded in no way. Married women could never get the necessary experience unless the present constitution of the family and the present division of duties between husband and wife is to be absolutely altered.
Dit is wat Woodrow Wilson, president van 1913-1921, aan een vriend schreef over vrouwen – en waarom ze geen kiesrecht moesten krijgen. Dat was in 1908.
In de campagne van 1916 ging Wilson voor zijn herverkiezing op pad met twee beloftes: hij zou de Verenigde Staten buiten de oorlog houden die vanaf 1914 in Europa woedde. En hij zou zich sterk maken voor het vrouwenkiesrecht. Reden waarom vrouwelijke trompetters op de campagnewagens meereden. De eerste belofte zou hij breken; de VS verklaarden enkele maanden na de aanvang van Wilsons tweede termijn, de oorlog aan Duitsland. En wat het vrouwenkiesrecht betrof, dat zou Wilson lange tijd uitstellen. In 1919 werd het in de VS ingevoerd.
1932 In de crisisjaren: Franklin Delano Roosevelt vs Herbert Hoover
Geen man leek beter voorbereid op het presidentschap dan Herbert Hoover. Hij was een ondernemer, in onder meer mijnbouw, die zich met enorm succes op ingewikkelde maatschappelijke problemen had gericht. Zo was hij verantwoordelijk voor de voedselvoorziening in het totaal verwoeste België na de Eerste Wereldoorlog. Hij had progressieve plannen, zoals het afschaffen van kinderarbeid en de invoering van een minimumloon. Na enkele jaren minister te zijn geweest, won hij met overmacht de verkiezingen van 1928. Een jaar later crashte de beurs op Wall Street en raakte het land, en de wereld, in een grote crisis.
In 1932 was van Hoovers reputatie weinig over. Het land kraakte onder de werkloosheid en armoede. De New Yorkse gouverneur Franklin Delano Roosevelt begon maar aan zijn eigen steunprogramma, bij gebrek aan nationale actie. In de toespraak bij zijn nominatie als de Democratische presidentskandidaat beloofde Roosevelt een new deal for the American people.
In de campagne tegen Hoover maakte Roosevelt als eerste gebruik van het relatief nieuwe medium radio. Op zijn campagnebijeenkomsten, waarvan soms delen werden uitgezonden, klonk steevast het liedje Happy days are here again, een herkenbare tune voor Roosevelts optimisme in donkere dagen. Als president zou hij de bevolking regelmatig via de radio toespreken in de zogenoemde fireside chats.
1956 Eerste tv-debat: Eleanor Roosevelt vs Margaret Chase Smith
Het eerste debat dat op televisie werd uitgezonden ging in 1956 niet tussen de twee presidentskandidaten – de zittende president Eisenhower en de Democraat Adlai Stevenson – maar tussen twee zogenoemde surrogates, twee vrouwelijke plaatsvervangers. Voor de Democraten stapte partij-icoon, voormalig First lady Eleanor Roosevelt op het podium. De Republikeinen werden vertegenwoordigd door Margaret Chase Smith, Senator voor Maine, die onder meer naam had gemaakt toen zij het opnam tegen haar partijgenoot, communistenjager Joe McCarthy.
Het debat werd uitgezonden in het kader van het tv-programma Face the Nation dat toen nog maar twee jaar bestond (het bestaat nog altijd). De dertien jaar jongere Chase Smith, die achteraf zei dat ze zich beslist had voorgenomen om bescheiden en op rustige toon te debatteren, viel de grootmoederlijke Roosevelt hard aan, ,,in een krengerig staccato”, zou ze in haar autobiografie schrijven. De reacties waren gemengd. En Eisenhower werd herkozen als president.
1960 Hét tv-debat: Richard Nixon vs John Kennedy
De eerste twee presidentskandidaten die op televisie met elkaar in debat gingen, waren de zittende vicepresident en Republikeinse kandidaat Richard M. Nixon en de Democratische senator John F. Kennedy. En hun tv-debat was niet alleen het eerste in de geschiedenis, volgens de Amerikaanse mythologie was de live-uitzending ook doorslaggevend voor de uiteindelijke overwinning van de onervaren Kennedy.
Viermaal zouden de kandidaten met elkaar in debat gaan, maar de eerste is de geschiedenis in gegaan. Enquêtes zouden achteraf uitwijzen dat de kiezers die naar de radio hadden geluisterd, in meerderheid Nixon als winnaar aanwezen, terwijl degenen die op televisie hadden gekeken, in meerderheid vonden dat Kennedy had gewonnen. Was Kennedy domweg aantrekkelijker? Hij was in elk geval beter uitgerust dan Nixon, beter opgemaakt, veegde minder vaak het zweet van zijn voorhoofd en keek niet steeds nerveus naar de klok, zoals Nixon.
Kennedy en Nixon tijdens het laatste van hun vier televisiedebatten in 1960.
Foto’s Getty Images
Tv werd meteen een belangrijk instrument in de campagne. Kennedy maakte speelse filmpjes met vrolijke deuntjes (Kennedy Kennedy Ke-Ne-dyyy), Nixon liet zichzelf liever filmen achter een bureau om zijn ervaring en ernst te accentueren. De uitslag was heel close: Kennedy kreeg uiteindelijk 120.000 stemmen meer dan Nixon, op een totaal van 68,8 miljoen stemmen.
1980 ‘There you go again‘: Jimmy Carter vs Ronald Reagan
,,There you go again.” Ronald Reagan was weliswaar al heel lang politicus van conservatief-Republikeinse snit, maar hij was eerst en vooral een great communicator. Als acteur met een lange staat van dienst in Hollywood had hij timing geleerd en een goed gevoel voor de one-liner (,,Mr. Gorbachov, tear down this wall”). In debat met de zittende president Carter, toch al impopulair door de matige economie en de vernedering van de langdurige gijzeling van Amerikanen door het nieuwe bewind in Teheran, was Reagan het zonnige optimisme zelve. Toen Carter hem aanviel op zijn standpunt over ziektekostenverzekering, antwoordde Reagan met een lachje en ‘there you go again’ (doe je het wéér), waarmee hij Carter goedmoedig neerzette als leugenaar.
1992 Drie kandidaten: George H.W. Bush vs Bill Clinton vs Ross Perot
Drie serieuze kandidaten – dat hebben de VS zelden gehad, maar in 1992 waren ze alledrie serieus genoeg om gedrieën in één en hetzelfde tv-debat tegen elkaar in het krijt te mogen treden. Zittend president George H.W. Bush voor de Republikeinen, gouverneur Bill Clinton voor de Democraten en zakenman Henry Ross Perot voor zichzelf. Het idée reçu is dat Perot de babyboomer Clinton destijds de overwinning bezorgde door vooral stemmen af te snoepen van Bush. Bij de exit polls bleek dat wel en niet het geval te zijn: verdeeld over het hele land (de zogenaamde popular vote) waren er inderdaad evenveel Ross Perot-kiezers die anders voor Bush dan wel voor Clinton zouden hebben gestemd. Maar door het systeem van kiesmannen bleek dat de aanwezigheid van Ross Perot op het stembiljet Clinton waarschijnlijk de staten Montana en Nevada heeft helpen veroveren.
Wat Bush in elk geval niet hielp, was dat hij, juist toen een vrouw uit het publiek het woord kreeg om een vraag te stellen, eventjes op zijn horloge keek. Zo wekte hij daarmee de schijn dat het debat, of de vraagstelster, hem niet bijster interesseerde – een suggestie die kleefkracht kreeg doordat Bush toch al niet bekend stond als een heel betrokken of warme politicus. Maar de echte nagel aan zijn doodskist had Bush zelf al eerder geslagen, in de campagne voor de verkiezingen van 1988, die hij won. ,,Read my lips„, zei hij toen, ,,er komen geen nieuwe belastingen.” Toen hij als president de belastingen toch moest verhogen, was dat een inkoppertje voor de Clinton-campagne.
2008 Eerste zwarte president: Barack Obama vs John McCain
Toen de Republikeinse presidentskandidaat John McCain bij een campagnebijeenkomst van een van zijn kiezers hoorde dat zij Obama niet kon vertrouwen, omdat hij… en daar werd ze vager, ze liet het woord ‘Arabier’ vallen, en de implicatie was duidelijk: was de zwarte Democraat met de wonderlijke naam wel een echte Amerikaan? Was hij wel een christen, en niet stiekem een moslim? McCain schudde zijn hoofd, nam de microfoon over en zei: ‘Mevrouw, ik kan u verzekeren, Barack Obama is een fatsoenlijke man en een goede Amerikaan. Ik verschil alleen van mening met hem.’
O, de zoete tijd van 2008. Toen politici racisme beteugelden in plaats van aanwakkerden. Toen de tegenstander in de race een rivaal was, geen vijand. Populisme was wel al een serieuze kracht in die campagne. De keurige senator McCain had zich genoodzaakt gevoeld de populistische gouverneur van Alaska, Sarah Palin, als running mate aan te wijzen. En er woedden al samenzweringstheorieën over het geboortebewijs van de in de staat Hawaii geboren Obama; was hij niet eigenlijk een Keniaan? McCain en Obama gingen drie keer met elkaar in debat. De begaafde redenaar Obama had weinig moeite om cool over te komen naast de driftiger McCain. De verkiezing ging inderdaad over verandering – kernwoord in Obama’s campagne. Na acht jaar een Republikein in het Witte Huis waren de Amerikaanse kiezer klaar voor een historische stap: de eerste zwarte president.
2016 De stalker: Donald Trump vs Hillary Clinton
Hillary Clinton was in 2016 de eerste vrouwelijke kandidaat voor een van de twee grote partijen. Ze had een mensenleven aan ervaring in de nationale politiek: first lady, senator, minister van Buitenlandse Zaken. Ze was ook een geliefde kop-van-jut voor de Republikeinen. In het Congres hadden ze onderzoek na onderzoek ingesteld na een aanval op de Amerikaanse ambassade in Benghazi, Libië. Ze had het bovendien verdomd moeilijk in de campagne om de Democratische nominatie, waar de toen nog relatief onbekende Bernie Sanders tot het bittere einde een geduchte concurrent bleek – wiens aanhangers na afloop in verrassend grote getale liever op Trump dan op Clinton bleken te stemmen.
Donald Trump had ondanks felle tegenstand van de Republikeinse Partij de nominatie veroverd. Als kandidaat introduceerde hij een nieuwe stijl in de campagne: hij was grof in de mond, hij leek geweld aan te moedigen (‘ik zou hem in zijn gezicht willen stompen’, zei hij toen iemand op een van zijn campagnebijeenkomstenkwam protesteren) en hij schoot met scherp op Hillary Clinton. ‘Sluit haar op’, werd op al zijn rally’s gescandeerd, onder verwijzing naar het FBI-onderzoek naar haar gebruik van een privé-server voor staatszaken.
Bij het tweede tv-debat tussen de rivalen werd Clinton letterlijk op het podium achtervolgd door Trump. Als het haar beurt was om te spreken, ging hij vlak achter haar staan. De kijkers zagen Clinton dan spreken over gezondheidszorg of buitenlands beleid, en achter haar deinde Trump in beeld en bleef daar staan. Tot op de avond van de verkiezingen voorspelden peilingbureaus en media een overwinning voor Clinton. Zij kreeg inderdaad de meeste stemmen in het land, maar Trump won de meeste kiesmannen en werd president.
2024 Een kandidatuur-dodend debat: Biden vs Trump, dan Harris
Joe Biden was oud. Hij was 78 jaar toen hij de verkiezingen won in 2020 en toen hij drie jaar later aankondigde dat hij campagne wilde voeren voor een tweede termijn, ging er zoiets als een collectieve kreet op onder progressieve Amerikanen. Broze Biden, die zich door persconferenties heen stamelde, die zijn keel moest schoonhoesten voor hij een vraag kon beantwoorden, die verward om zich heen keek bij openbare gelegenheden en voor wie een vliegtuigtrap een gevaarlijke kermisattractie was – moest hij het nou echt opnieuw opnemen tegen Donald Trump?
In juli 2024 traden ze tegen elkaar aan voor een tv-debat. Trump hoefde nauwelijks iets te doen. Biden staarde zwijgend voor zich uit, de mond half open. Hij gaf warrige antwoorden, waarvan het warrigste uitliep in de zin: ‘We hebben eindelijk ons ziekenzorgsysteem verslagen.’ De president en zijn team noemden het een bad night, maar zijn partijgenoten zagen het anders. Ze voerden de druk op Biden op om zich terug te trekken en na een paar weken deed hij dat ook, maar niet voordat hij zijn opvolger naar voren had geschoven: vicepresident Kamala Harris. Zij werd bij acclamatie aangewezen als de Democratische kandidaat.
Nu was Trump ineens de oudste presidentskandidaat ooit. En zo soeverein als hij was geweest in het debat met Biden, zo warrig was híj nu in een debat met Harris. Na een paar provocaties van haar (‘mensen lopen weg bij zijn rally’s’) barstte Trump uit met een internetgerucht over Haïtiaanse migranten in Ohio die ‘honden, katten, huisdieren’ zouden eten. Overigens bleef dit voor hem, anders dan voor Biden, zonder consequenties. Zijn running mate en zijn partijgenoten bleven volhouden dat Haïtianen inderdaad huisdieren aten, hoeveel journalisten ook in het genoemde dorpje optekenden dat er geen spoor van bewijs voor was. En in de peilingen veranderde ook niets. Trump en Harris stormen nek aan nek op 5 november af.