Vroege barokopera en moderne seriële muziek, gaat dat wel samen in één concert? Voor sopraan Elisabeth Hetherington is de combinatie heel natuurlijk: „Het lijken misschien tegenpolen, maar de overeenkomsten zijn soms bijna spooky in wat de componisten vragen van een zanger.” Voor dat bruggenbouwen tussen uiteenlopend repertoire ontvangt ze vrijdagavond de Nederlandse Muziekprijs. De prijs wordt gezien als de hoogste onderscheiding van overheidswege voor klassieke musici.
„De manier waarop je je stem gebruikt, hoe je de tekst kleurt, het gebruik van ongewone technieken – niet alleen als zanger maar ook als performer – is helemaal niet zo verschillend”, vertelt Hetherington een dag voor de eerste orkestrepetitie van haar uitreikingsconcert, in een koffiezaakje in haar woonplaats Amsterdam. Met aanstekelijk enthousiasme wijst ze op de parallellen tussen verschillende tijdvakken: „Twintigste-eeuwse componisten als John Cage en George Crumb stellen in het voorwoord van een muziekstuk eisen aan een zanger die sterk lijken op wat je tegenkomt in traktaten uit de zeventiende eeuw.
„Ik ben bijvoorbeeld gefascineerd door het idee van virtuositeit. Wat is een virtuoze zanger? In de zeventiende eeuw wilde dat zeggen dat je je stem op zo’n manier kon gebruiken dat je het publiek ermee emotioneerde, maar niet jezelf. Dat was de sport. Om dat te bereiken waren er technieken om ieder woord op zijn eigen manier voor te dragen en te kleuren. Zo kon de tekst echt van het papier spatten en de luisteraars ontroeren. Een goede zanger was feitelijk een soort acteur. Dat idee zie je vanaf de jaren 50 en 60 weer helemaal terugkomen bij moderne componisten. Die vragen van een zanger om de tekst niet alleen te zingen, maar echt uit te beelden met hun stem.”
Wordt een virtuoze zanger juist niet vaak ervaren als iemand die vooral technisch heel begaafd is? Iemand die razendsnelle nootjes kan zingen; vocaal vuurwerk produceert? „Dat zou kunnen”, denkt Hetherington hardop. „De definitie is in de geschiedenis vaak veranderd. Een virtuoos is wat mij betreft iemand die zijn eigen instrument goed kent, en weet hoe-ie daarmee mensen kan raken. En als dat door middel van vuurwerk is – geweldig! Maar virtuositeit kan ook heel klein en intiem zijn.”
Lees ook
‘Zingen is als een zwaan: sereen, maar verwoed peddelend’
Intiem en grillig
‘Elisabeth Hetherington schakelt met een verbluffende vanzelfsprekendheid tussen intiem en grillig, verstild en beweeglijk’, schrijft de commissie van het Fonds Podiumkunsten, die de Muziekprijs toekent, in haar rapport over Hetherington.
Aan de uitreiking van de prijs gaat een intensief begeleidingstraject van twee à drie jaar vooraf, waarin de kandidaat zijn of haar artistieke groeipotentieel aantoont. Het toekennen van de prijs is niet gebonden aan een kalenderjaar maar hangt af van hoeveel kandidaten er in het traject zitten. De meest recente uitreiking was in maart, aan organist Laurens de Man.
Vrijdagavond ontvangt Hetherington de Nederlandse Muziekprijs uit handen van minister Bruins van Cultuur, tijdens een concert in de Rotterdamse Doelen. Samen met het Belgische barokorkest B’Rock en musici van de Haagse percussiegroep HIIIT brengen ze muziek van Cavalli en Monteverdi in dialoog met die van Stockhausen en de eigentijdse componist Miroslav Srnka.
„Mijn uitgangspunt is mythologie. Ik wilde nadenken over de vraag: welke verhalen vertellen we onszelf? Die waren vierhonderd jaar geleden niet wezenlijk anders dan nu, alleen is onze mythologie niet meer gebaseerd op goden en grote helden, maar eerder op technologie. De angsten en verlangens die we daarop projecteren zijn echter nog heel vergelijkbaar.”
Als ik Verdi of Bellini zong voelde het alsof ik een persiflage deed van een operazangeres, maar van oude muziek werd mijn stem oprecht blij
Muzikaal gezin
Hetherington (Toronto, 1992) komt uit een muzikaal gezin. Haar ouders ontmoetten elkaar tijdens de lessen harmonieleer op het conservatorium, jongere zus Alex is mezzosopraan. Elisabeth ging bij een kinderkoor en had al jong een passie voor dans: „Ik kon nooit stil blijven staan tijdens het zingen. Het meisje achter me in het koor moest mijn armen in bedwang houden.”
In haar voorstellingen gaan theater, dans en muziek vaak hand in hand. Al blijft er naast die brede blik ook ruimte voor hyperfocus: als Hetherington zich ergens in vastbijt laat ze niet zo gauw los. Een toevallige nieuwsgierigheid naar de uitspraak van het Engels in de tijd van Shakespeare maakte haar tot een specialist op dat gebied. Ze geeft zelfs met enige regelmaat lezingen en masterclasses over het onderwerp.
„De uitspraak van het Engels is in vierhonderd jaar behoorlijk veranderd”, legt ze uit. „Veel woorden zijn tegenwoordig hun karakter een beetje kwijtgeraakt. We zingen allemaal als Mary Poppins. Neem het woordje ‘burning’ – in het nette BBC-Engels wordt de r niet uitgesproken: buh-ning. Maar in Shakespeares tijd lag er juist nadruk op die r. Dat wekt zo’n woordje tot leven. Er zit veel meer emotie en schuring in, het klinkt als datgene wat het wil uitdrukken. Als zanger biedt dat me een rijker palet aan klanken en expressie om de muziek uit die tijd te kleuren.”
Oude muziek kwam pas laat op Hetheringtons pad. Halverwege haar bachelor Voice Performance in Toronto hoorde ze een opname van het barokensemble L’Arpeggiata. Ze was op slag verkocht: „Dat repertoire past veel beter bij mij dan de muziek die we op het conservatorium leerden. Als ik Verdi of Bellini zong voelde het alsof ik een persiflage deed van een operazangeres, maar van oude muziek werd mijn stem oprecht blij.”
Lees ook
Verbazing en woede over de subsidietoekenning van het Fonds Podiumkunsten: ‘De kwaliteit van je werk telt niet mee. Hoe kan dat?’
Open brief aan minister
Na haar bachelor verhuisde ze naar Nederland, waar ze een masteropleiding Oude Muziek Zang aan het Conservatorium van Amsterdam cum laude afrondde. Bij het gezelschap Holland Opera kreeg ze de kans om op het operapodium te staan. „En ik ben niet eens een operazanger”, bekent ze. „Ik zing natuurlijk ook wel eens opera, maar dat is echt wat anders dan een operazanger. Dat Holland Opera me zonder ervaring auditie liet doen voor operarollen, is dus best bijzonder.”
Ze maakt zich zorgen of die kansen er straks ook nog zijn voor nieuw talent. De subsidieaanvraag van Holland Opera werd door het Fonds Podiumkunsten afgewezen. Ook andere gezelschappen die Hetherington een warm hart toedraagt, zoals LeineRoebana, Pynarello en Holland Baroque, vallen buiten de boot. Daarom richtte ze zich eerder deze week in een open brief aan dezelfde minister die haar vrijdagavond de Nederlandse Muziekprijs uitreikt. „Door het huidige subsidiesysteem leven veel gezelschappen in onzekerheid over hun voortbestaan”, licht ze de brief toe. „Dat leidt uiteindelijk tot een verschraling van het culturele landschap. Ik heb in Canada gezien wat dat kan betekenen: één nationaal orkest, één operagezelschap, en dat is het wel zo’n beetje. Toen ik hier aankwam zag ik Nederland echt als een utopie. Hier heb je zoveel geweldige concerten, zoveel verschillende ensembles – laten we dat koesteren.”