De een klampt zich vast aan de kleurrijke verhalen van oma, de ander barst in tranen uit op een Balinees vliegveld, en een derde spant zich in om doorwerkend trauma te ontmantelen. In de podcast Radio Pedis spreken Neal Petersen en Malou Holshuijsen jonge Nederlanders over hun wortels in Indonesië. Al na de eerste afleveringen is duidelijk: er is geen eenduidige ervaring op deze generatie te plakken. Er zijn wel degelijk overeenkomsten: de meesten hebben te maken gehad met een vorm van discriminatie, of verbazen zich over een gebrek aan kennis over dit deel van de Nederlandse geschiedenis – ook bij henzelf.
Maar er zijn ook grote verschillen tussen de gasten. In hoe het koloniale verleden doorwerkte in hun opvoeding bijvoorbeeld (spreek je je uit of hou je je in?), in de beleving van die wortels (ben je trots, in tweestrijd, voel je überhaupt connectie?), of in hun verwachtingen van de toekomst (kijk je terug of vooruit?). Radio Pedis is een uitgelezen kans om te leren wat lang niet altijd in schoolboeken staat: een veelstemmige blik op Nederlandse geschiedenis.
Natúúrlijk worden juist zij eruit gepikt: „We zijn twee jonge gasten, we zien er wat slaperig uit en we rijden ook nog eens een dure auto”, zegt Daniël van Doorn (33). Ondanks zijn dikke wollen trui staat hij deze woensdagavond rillend naast zijn BMW. Het is fris. Naast hem steekt Vincent Greveling (33) een sigaret op. Net hebben ze een halfuur lang toegekeken hoe een paar Duitse agenten hun auto uitkamden. De mannen komen uit Dordrecht en rijden naar Tsjechië, waar Van Doorn familie en een weekendhuis heeft. „Ik heb pantoffels voor m’n oma mee”, zegt hij. „En koeken en thermoskannen.”
„Daar keken ze ook in”, zegt Greveling. „Het viel mij vooral op dat het allemaal erg officieel ging.” Van Doorn: „We moesten eerst onze handen naar voren houden. En daarna meelopen om te kijken wat de agenten deden, of ze niet zomaar in onze portemonnees zaten enzo.” De paspoorten van de mannen zijn ook gecheckt. Nu mogen ze weer door.
Op deze rustplaats, waar de A1 van Hengelo overgaat in de Bundesautobahn 30 richting Osnabrück, houdt de Duitse politie sinds half september – 24 uur per dag, zeven dagen per week – grenscontroles. Die zijn onderdeel van het Duitse beleid tegen illegale immigratie. Twee rijstroken op de driebaansnelweg zijn afgezet met oranje kegels. Alle vrachtwagens, busjes en personenauto’s worden één baan ingesluisd, richting rustplaats. Het gevolg is een kleine file en in de spits zo’n twintig minuten vertraging.
Afgelopen anderhalve week gebeurden bij deze grensovergang bij De Lutte twee dodelijke ongelukken. Dinsdagavond botste een 31-jarige man uit Polen op een vrachtwagen in de file voor de grenscontrole. De week ervoor overleed op dezelfde manier een 26-jarige man uit Hengelo. De Nederlandse politie doet op het moment onderzoek naar de precieze oorzaak van de twee ongelukken. Rijkswaterstaat plaatste dinsdagavond extra mobiele waarschuwingsborden.
Vrij Europa
Het is niet het langzaam rijdend verkeer dat Van Doorn en Greveling dwars zit. „In een vrij Europa is dit wel erg beperkend”, zegt Van Doorn. Greveling valt hem bij. „En ik ken dit ook gewoon niet meer. Dit komt door die rechts-nationalistische golf die door Europa gaat.” Van Doorn: „Mijn moeder is in de jaren tachtig uit Tsjechië gevlucht. Toen was het ook fijn dat ze in Nederland terecht kon.”
Alle auto’s en vrachtwagens passeren bij de rustplaats allereerst een witte partytent met daarin twee Duitse agenten. Zij sorteren hier enkel de vrachtwagens. We kijken vooral naar nummerborden”, zegt een jonge agent (24) met in zijn handen een groot geweer. Hij wil zijn naam niet in de krant. „Trucks die niet uit de EU komen, uit Turkije bijvoorbeeld, sturen we richting controle”, vertelt hij. Maar veruit de meeste vrachtwagens mogen meteen doorrijden. „Als we die allemaal door de check sturen, krijgen we een opstopping”, zegt de agent. Een man in een wit busje rijdt voorbij, kijkt de agenten aan en schudt afkeurend zijn hoofd.
Ze zijn jong en waren naar Amsterdam. Dan zijn er misschien drugs in het spel
Alle personenauto’s worden doorgestuurd naar de tweede check. Dat is een blauw tentje van waaruit de boomlange agent Dean (25) af en toe zijn hoofd naar voren buigt en door de achterruiten kijkt. Soms begint hij een praatje. Dan stuurt hij de auto’s de snelweg weer op óf naar de parkeerplaats voor een uitgebreide controle. „Ik kijk naar het soort auto, het nummerbord”, vertelt Dean. Geblindeerde ramen zijn verdacht. „Ik kijk of mensen veel tassen bij zich hebben, slecht gekleed zijn of stinken.” Dat zijn tekenen dat iemand lang onderweg is. Dean gebaart terwijl hij praat naar twee blonde mensen in een auto met Nederlands kenteken, zij mogen door. „Guten Abend”, zegt hij tegen een man van kleur in een auto met Duits nummerbord. „Sprechen Sie Deutsch?”
Twee zwarte mannen van middelbare leeftijd in een Audi worden stopgezet. Een groep Duitse jongens wordt een voor een uit hun auto gehaald en gefouilleerd, dan mogen ze doorrijden. „Ze zijn jong en waren naar Amsterdam”, zegt een agent. „Dan zijn er misschien drugs in het spel.”
‘Chauffeur kent de mensen niet’
Er komt een Flixbus aangereden. Deans collega begint in het Pools een gesprek met de chauffeur en dan moet de bus afslaan naar de parkeerplaats. „De Flixbussen controleren we áltijd”, zegt Dean. „Want de chauffeur kent de mensen in de bus niet.”
Spannend vinden Dean en zijn collega’s het hier op zijn zachtst gezegd niet. Hiervoor werkte hij vooral bij demonstraties en voetbalwedstrijden, zegt Dean. Illegale immigratie zien ze op deze grens weinig. Na ongeveer een week liet de Duitse politievakbond zich sceptisch uit over de controles aan de Duitse westgrens. Het zou wat illegale migratie betreft niet veel opleveren en controleposten worden omzeild. „Dat klopt”, zegt Dean desgevraagd. „Zo denken alle agenten er hier over.”
De grote groene Flixbus staat een halfuur stil op de parkeerplaats. De Nederlandse Bastiaan Sizoo (26) steekt zijn hoofd uit de deur. Hij is op weg naar zijn vriendin in Berlijn. „Tja, ik moet iets langer wachten. Ik koos voor de Flixbus, dus een beetje ongemak hoort erbij”, zegt hij. „Maar zo’n controle ziet er wel grimmig uit als je komt aanrijden”, zegt hij. „En het voelt niet heel erg Europees.”
Lees ook
De grens iets meer dicht ‘om de kwaaien’ tegen te houden? Prima, zolang de goedkope koffie maar bereikbaar blijft
Het is de laatste Britse kolonie in Afrika: de Chagos-archipel in het hart van de Indische Oceaan. De ringvormige eilandengroep, omgeven door weelderige vegetatie en lange witte zandstranden, is al decennialang inzet van juridisch en diplomatiek getouwtrek – en van een slepende strijd voor gerechtigheid van de oorspronkelijke bewoners.
Donderdag kondigde de Britse regering na jarenlange onderhandelingen een akkoord aan met Mauritius over de gedeeltelijke teruggave van de soevereiniteit van de eilandengroep, die ondanks de Mauritiaanse onafhankelijkheid in 1968 onder Britse controle bleef.
Hoewel de stap kan worden gezien als een trendbreuk van Labour-premier Keir Starmer met voorgaande Britse regeringen om meer zorg te dragen voor het internationale recht, zoals hij eerder had aangekondigd, is het echter de vraag of de rechten van de inheemse bevolking daadwerkelijk zijn hersteld.
Grimmige geschiedenis
Aan de zeven atollen (ringvormige eilanden) en meer dan zestig individuele eilanden tellende Chagosarchipel kleeft een grimmige geschiedenis. Vanaf de jaren zestig deporteerden Britse autoriteiten grote delen van de inheemse bevolking uit het gebied om plaats te maken voor een Amerikaans-Britse marinebasis op het grootste eiland, Diego Garcia. In wat wordt beschouwd als een misdaad tegen de menselijkheid, dreven de Britten zo’n 1.500 Chagossianen met geweld uit hun huizen. Zij werden aan hun lot overgelaten op Mauritius en de Seychellen.
Het akkoord is door verschillende Britse media geprezen als historisch en wordt toegejuicht door de Amerikaanse president Joe Biden. Toch klinkt vanuit mensenrechtenorganisaties kritiek. Onderdeel van het akkoord is de afspraak dat het Verenigd Koninkrijk, tegen betaling, de soevereiniteit over Diego Garcia voor een aanvankelijke periode van 99 jaar behoudt. Precies dat element was voor mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) aanleiding om scherp te zijn in haar kritiek.
„De overeenkomst claimt de onrechtvaardigheden tegen de Chagossianen aan te pakken, maar lijkt de misdaden voort te zetten”, aldus Clive Baldwin, juridisch adviseur bij HRW, in een schriftelijke reactie aan NRC. De mensenrechtenorganisatie spreekt van een „aanhoudende koloniale misdaad”, omdat Chagossianen nog zeker „een eeuw lang geweerd worden van Diego Garcia”.
De overeenkomst claimt de onrechtvaardigheden tegen de Chagossianen aan te pakken, maar lijkt de misdaden voort te zetten
Volgens de Britse minister van Buitenlandse Zaken, David Lammy, bleef de Diego Garcia-basis buiten schot in het akkoord omdat deze van belang is voor „de wereldwijde veiligheid en de bescherming tegen illegale migratieroutes in de Indische Oceaan”. Ook de Amerikaanse regering benadrukte de „cruciale rol in de nationale, regionale en wereldwijde veiligheid”.
De Chagossiaanse gemeenschap voelt zich uitgesloten van het besluitvormingsproces dat tot het akkoord heeft geleid. In een verklaring schrijft Chagossian Voices, een belangenorganisatie van de inheemse bevolking, de details van de overeenkomst via de media te hebben vernomen en zich „machteloos en stemloos” te voelen. De Chagossianen beschouwen zichzelf als consequent en opzettelijk genegeerd en eisen volledige betrokkenheid bij de opstelling van het verdrag.
Lees ook
Chagoseilanden zijn inzet van een geopolitiek spel, ook onder Mauritiaans bewind
Hoewel het Verenigd Koninkrijk jarenlang volhield dat de eilanden sinds de negentiende eeuw onder Britse controle stonden, heeft het recentelijk erkend dat Mauritius een legitieme claim heeft. In een niet-bindend besluit uit 2019 oordeelde het Internationaal Gerechtshof (ICJ) unaniem dat het VK nooit rechtmatig soeverein was over de eilanden en drong het aan op onmiddellijke teruggave.
Herhuisvestingsfonds
De Mauritiaanse roep om soevereniteit kreeg de afgelopen jaren bijval van internationale rechtsinstellingen, de Verenigde Naties en een groeiend aantal landen uit de internationale gemeenschap. Sommige analisten van de BBC wijzen zelfs op de Brexit als een factor voor de tanende internationale positie en invloed van het Verenigd Koninkrijk in dergelijke kwesties.
Hoewel de verdreven Chagossianen volgens het akkoord het recht hebben om terug te keren naar de overige eilanden, en er een ‘herhuisvestingsfonds’ wordt opgericht voor hen, is het onduidelijk of zij op korte termijn kunnen terugkeren. Grote delen van de eilanden zijn momenteel onbewoonbaar, en er zijn aanzienlijke investeringen nodig om ze weer leefbaar te maken.
Lees ook
In de laatste Britse kolonie kon je in 1973 nog als een beest worden gedeporteerd
Vrij Nederland maakt een frisse herstart. Afgelopen donderdag werd het vernieuwde maandblad feestelijke gelanceerd in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Volgens de nieuwe hoofdredacteur en uitgever Sander Heijne schreeuwt juist deze tijd om een progressief opinieblad. Andere nieuwsmedia dan de zijne zijn volgens hem niet in staat om de opkomst van extreemrechts in Nederland te onderkennen en te bestrijden.
Begonnen als illegaal verzetsblad in de Tweede Wereldoorlog, beleefde het lijfblad van de linkse intelligentsia zijn gloriejaren in de jaren zeventig en tachtig, met toonaangevende reportages, columns en interviews, en oplages die boven de honderdduizend uittorenden. Sindsdien liepen de lezers langzaam weg. In de afgelopen vijftien jaar daalde de betaalde oplage van 45.000 naar 13.000 en leed het blad een verlies van negen miljoen euro. Reden waarom uitgever DPG het blad dit jaar afstootte door het in een aparte stichting onder te brengen, onder leiding van Sander Heijne. Het grote verschil met de vorige pogingen tot reanimatie: dat waren vooral bezuinigingsrondes, terwijl Heijne nu een vertrekpremie van twee miljoen euro meekrijgt zodat hij kan investeren in bijvoorbeeld het aannemen van nieuwe mensen.
Naast de dagelijkse en wekelijkse online verspreiding verschijnt maandelijks een papieren tijdschrift. In die laatste uiting moeten langere, verdiepende beschouwingen komen, veel cultuur, en iedere maand een vast thema. Het nieuwe Vrij Nederland moet minder elitair en meer „streetwise” worden dan concurrent De Groene Amsterdammer.
Laat ik maar meteen de pleister eraf rukken: dat alles is nog niet gelukt. Het nieuwe maandblad heeft een onaantrekkelijke cover – met de kaart van Nederland in zwart silhouet op een wit vlak. De inhoud is een onoverzichtelijke, lange stroom van vooral columns en rubrieken. Geen lange beschouwingen, vrijwel geen cultuur. Het thema ‘(On)vrij’, dat een derde van het nummer vult, wordt zeer breed ter hand genomen. Keuzestress, Wilders, West-Papoea, verslaving, een clownscursus in Parijs? Nee, ik zie geen verband. Gemarteld worden door het Indonesische leger is iets anders dan overweldigd worden door het aanbod in de elitaire sportschool Saints & Stars. Op deze manier hol je het toch al brede thema uit.
Waar ik eigenlijk op had gehoopt was dat Vrij Nederland mij zou trakteren op prikkelende, nieuwe inzichten over de opkomst van radicaalrechts en daarmee gepaard gaande hetze tegen migranten. Maar de beschouwing over Wilders van Thijs Broer bakt alleen oude kliekjes op (weer die Droomvlucht). Dat de Partij van de Vrijheid geenszins naar vrijheid streeft, zoals hij betoogt, lijkt me een open deur.
Vergeten door te vragen
Voorin staat een interview met VDD-Kamerlid Ulysse Ellian die onweersproken poneert dat de islam een groot gevaar voor Nederland vormt. Wanneer je een VVD’er interviewt, lijkt me momenteel maar één vraag van belang: waarom zit de liberale partij in de regering met de PVV? Omfloerst wordt die vraag wel gesteld, waarop Ellian antwoordt: „Ik probeer zelf niet al te veel stil te staan bij deze samenwerking.” Een onthullend antwoord, dat schreeuwt om doorvragen. Wat niet gebeurt.
Oké, het is een opinieblad, maar na de lange stroom voor de hand liggende meningen, was ik blij verrast dat er eindelijk een reportage langs kwam. De drie reportages in dit nummer – over de omgang van de politie met verwarde personen, over mensen die geen advocaat kunnen betalen, en over onderdrukking in West-Papoea – zijn de hoogtepunten deze maand, alleen al omdat je er iets van opsteekt.