De Amerikaanse regering kan handenwringen wat ze wil, de Israëlische premier Netanyahu trekt zijn eigen plan in een explosieve regio. En telkens blijkt Washington onmachtig of onwillig om iets anders te doen dan ten slotte zijn steun uitspreken aan Israël. Of tenminste, zoals alle topfunctionarissen, van president Biden en presidentskandidaat Harris tot minister Blinken van Buitenlandse Zaken, het steevast formuleren, „het recht van Israël om zichzelf te verdedigen tegen zijn tegenstanders”. Intussen geven de Israëlische militaire manoeuvres – steeds vaker zonder waarschuwing vooraf aan zijn bondgenoot – de VS voortdurend het nakijken.
Netanyahu lijkt bij de snelle escalatie van de strijd tegen Hezbollah optimaal gebruik te maken van een ongemakkelijke periode in de Amerikaanse politiek. Geen denken aan dat de Amerikanen in de vijf weken die nog resten tot aan de verkiezingen van 5 november een drastische koerswijziging zullen doorvoeren ten aanzien van hun „belangrijkste bondgenoot in het Midden-Oosten”.
Duizenden extra militairen
De jongste ontwikkeling, Israëls inval in Libanon op maandag, heeft Washington genoodzaakt zijn militaire aanwezigheid in de regio op te schroeven. De Amerikaanse regering stuurt „enkele duizenden” militairen naar het Midden-Oosten, zo maakte het ministerie van Defensie bekend. De precieze aantallen bleven vaag (tussen 2.000 en 3.000, tekende The New York Times op van een anonieme ambtenaar), maar er gaan in elk geval ook eskaders van de luchtmacht mee, aldus een Pentagon-woordvoerder. Genoemd werden met name de F-15, F-16 en F-22 gevechtsvliegtuigen en de A10, een toestel dat geschikt is voor het verlenen van luchtsteun op het slagveld en het uitschakelen van pantservoertuigen.
Als reden voor de uitzending werd aangevoerd de „veiligheid van de Amerikaanse troepen” die zich al in de regio bevinden. Dat zijn zo’n 40.000 militairen, in landen als Irak, Syrië en op het vliegdekschip USS Abraham Lincoln in de Golf van Oman. Een ander vliegdekschip stoomt nog op naar het Midden-Oosten, en de Lincoln kreeg het bevel langer in de regio te blijven. Volgens een woordvoerder van het Pentagon wordt hiermee „onze paraatheid om te reageren op allerlei mogelijke voorvallen verhoogd”.
Een preciezere reden viel op te maken uit de samenvatting van een telefoongesprek tussen de Amerikaanse Defensieminister Lloyd Austin en zijn Israëlische ambtgenoot Yoav Gallant. Daarin stond dat Austin Gallant had „duidelijk gemaakt dat de Verenigde Staten goed in staat zijn hun personeel, bondgenoten en partners te beschermen tegen de dreiging van Iran en de door Iran gesteunde terreurorganisaties”. Verder bespraken de twee bewindslieden „de serieuze gevolgen voor Iran in het geval dat Iran een directe militaire aanval op Israël uitvoert”.
Ook als Iran door de snelle acties van Israël lijkt te zijn verzwakt, dan nog vrezen de VS de gevolgen van deze nieuwe wending die het conflict in het Midden-Oosten heeft genomen.
Afschrikking en diplomatie
„Amerikaanse afschrikking in combinatie met diplomatie voorkomt dat de oorlog uitbreidt en escaleert”, zei minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken enkele dagen geleden nog. „Nee”, zei president Biden nog maar een dag geleden, op de vraag of hij extra troepen naar het Midden-Oosten zou sturen. Het zijn pijnlijke aanwijzingen dat de Amerikanen op dit moment vooral achter de dadendrang van premier Netanyahu aanhobbelen.
Lees ook
Israëls offensief tegen Hezbollah volgt op bijna twee decennia inlichtingen verzamelen
De woordvoerder van Bidens nationale veiligheidsraad zei dat de president pas hoorde van de Israëlische bomaanvallen waarbij vrijdag Hezbollah-leider Hassan Nasrallah werd gedood, toen de vliegtuigen al in de lucht hingen – volgens analisten met hun Amerikaanse BLU-109 bommen van elk zo’n duizend kilo.
Zolang Israël de inval in Libanon „beperkt, plaatselijk en toegespitst” blijft noemen, kunnen de anonieme Amerikaanse bronnen die maandag aan The New York Times vertelden dat zij Israël hadden weten te overtuigen van zo’n ‘beperkte’ invasie, zichzelf voorhouden dat zij invloed hebben op de strategie van hun belangrijkste bondgenoot in de regio. Daarmee gaan ze voorbij aan de officiële lijn van de Amerikaanse regering. Die stelde donderdag op de VN-top nog samen met onder meer de Franse president Macron een 21-daags staakt-het-vuren voor. „Een belangrijke doorbraak”, zei een hoge Amerikaanse ambtenaar tegen de internationale pers. Premier Netanyahu liet nog op de VN-top weten dat hij „niet eens had geantwoord” op het voorstel. Even later verspreidde zijn kantoor een foto van de premier die vanuit zijn hotelkamer in New York telefonisch toestemming gaf voor de aanslag op Nasrallah en andere Hezbollah-topstukken. Het was een ‘zie mij maar eens tegen te houden’-boodschap aan het adres van de VS.
Politieke zelfmoord
Voor de Amerikaanse regering komt de Israëlische aanval op het allerongelukkigste moment. Of misschien moet je zeggen dat voor premier Netanyahu de Amerikaanse verkiezingen op een uitgelezen moment komen. President Biden is verzwakt sinds hij na een desastreus verkiezingsdebat in juli als presidentskandidaat plaats heeft moeten maken voor zijn vicepresident Kamala Harris. En zij kan als vicepresident weinig anders doen dan de lijn-Biden uitdragen. Zo heeft Netanyahu nog wekenlang vrij spel.
In de toespraak waarmee ze de nominatie van de Democratische Partij accepteerde, zei Harris dat ze het recht op zelfverdediging van Israël ten volle steunt en dat de Amerikaanse regering ook onder haar leiding ervoor zou blijven zorgen dat Israël zich kan verdedigen tegen zijn vijanden. Ze kan ook haast niet anders, want hoewel er protesten klinken uit de linkervleugel van haar eigen partij, is steun voor Israël een van de weinige kwesties waar Democraten en Republikeinen het in grote meerderheid over eens zijn. Een rigoureuze koerswijziging zou politieke zelfmoord zijn in de aanloop naar de verkiezingen.
De steun aan Oekraïne, toch ook verwikkeld in een oorlog die de Amerikanen als existentieel karakteriseren, is inmiddels volkomen gepolitiseerd. Republikeinse politici vragen hardop waarom Amerikaans geld wordt weggegeven aan een vreemd land terwijl het ‘thuis’ zo hard nodig is. Die vraag hoor je niet waar het steun aan Israël betreft. Dus blijven de dollars vanuit Washington naar Jeruzalem vloeien. Israël rekende vorige week voor dat het opnieuw 8,7 miljard dollar (7,8 miljard euro) aan Amerikaanse steun ontvangt, waarvan 3,5 miljard ter ondersteuning van zijn militaire operaties en 5,2 miljard voor verdedigingssystemen zoals het raketschild Iron Dome.