N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Stadsinfrastuctuur Zet de Amsterdamse fietsenstalling bij het CS niet meteen bij het oud vuil, bepleit Tijs van den Boomen. Het is een ongenaakbaar monument.
Hij is afgedankt, de trotse fietsflat in het water voor Amsterdam CS. Het ijzeren gevaarte van drie verdiepingen ligt er nog, en her en der staan zelfs nog fietsen gestald, maar sinds kort blokkeren hekken de ingangen. Onwetende fietsers worden door stadswachten naar een hypermoderne onderwaterstalling om de hoek verwezen, waar ze, eenmaal beneden, met groene lichtjes naar vrije plaatsen worden geloodst. In één klap is de fietsflat een overbodige roestbak geworden.
Meer dan twee decennia stond hij ramvol, zeker op de begane grond gingen de rekken schuil onder een vlechtwerk van in elkaar gehaakte fietsen. Met de fiets aan de hand liep je hoger en hoger, speurend naar een lege plek. Dat je helemaal boven beloond werd met een magnifiek uitzicht over de stad, was een schrale troost als je moest rennen voor de trein.
Zizaggend dek
Bovendien had je al je aandacht nodig om je parkeerplek te onthouden, want wat een simpel schuin omhoog zigzaggend dek lijkt, is in werkelijkheid een dubbeldek dat listig in elkaar is gevouwen en waar ook nog eens een onafhankelijk systeem van trappen doorheen zit gevlochten. En net als je dacht de routing onder de knie te hebben – zo moeilijk kan het toch niet zijn? – stond je toch weer op de foute verdieping.
Ook al dateert hij pas van 2001, de fietsflat doet denken aan een industrielandschap op zijn retour: imposant en ongenaakbaar. Een ingezondenbrievenschrijver pleitte al voor de monumentenstatus. Zo gek is dat niet, want ook de lang verguisde kantoorgebouwen Peper en Zout aan de Singelgracht zijn onlangs erkend als gemeentelijk monument.
Een derde onderwaterstalling staat gepland, maar die is pas in 2030 klaar en ondertussen blijft het aantal fietsen groeien
Slechts drie jaar zou de fietsflat nodig zijn, maar de stad bleek de 2.500 plaatsen meteen al niet meer te kunnen missen en dus mocht hij steeds opnieuw blijven. Nu de nieuwe garage met zevenduizend plaatsen open is en er later deze maand aan de achterkant van het station een tweede onderwaterstalling met vierduizend plaatsen volgt, aarzelt Amsterdam.
Een derde onderwaterstalling staat gepland, maar die is pas in 2030 klaar en ondertussen blijft het aantal fietsen groeien. Voor de zekerheid blijft de flat voorlopig dus liggen – leeg, dat wel. Volgens een gemeentewoordvoerder wordt er gekeken of er „in de tussentijd iets leuks kan worden verzonnen”. Kunnen mensen ideeën aandragen? Of komt er een prijsvraag? „Nee, eerst moet duidelijk worden hoelang de tussentijd gaat duren. Misschien hebben we hem volgend jaar alweer nodig.”
Dat wordt dus niks met een nieuwe bestemming, maar kan het niet veel simpeler? De nieuwe parkeergarages zijn niet berekend op bakfietsen, ligfietsen, zitfietsen, fatbikes, scooters en andere noviteiten op twee of meer wielen, die moeten nu nog steeds op straat worden geparkeerd. Bakfietsen zou je mooi op de begane grond van de flat kwijt kunnen en de rest op de schuine dekken. Misschien zou je daar ook snelladers voor elektrische fietsen kunnen plaatsen, want daarin voorzien de nieuwe parkeergarages evenmin.
Het zou een fraaie paradox opleveren: de oude barrels in een parkeergarage met de uitstraling van een luchthaven en de poenige paradepaardjes tentoongesteld in een roestige flat.