De rechter heeft schoon genoeg van het ‘gekissebis’ tussen broer en zus over de erfenis: ‘Hakken in het zand? Dat kan ook!’

Kees zit links. Stevig. Kaal. T-shirt. Zwart armbandje. Achter Kees zit een vrouw. Goed in de make-up, zwarte glittertop, stevige knot in het haar.

Kees’ zus Karin zit rechts. Tenger, witte blouse, zwart omrande bril, linnen tasje op de vloer. Achter Karin zit een man. Lichtblauwe blazer, ronde bril, suède schoenen.

En de rechter zit met z’n armen over elkaar.

„Gisteravond ben ik begonnen met stukken lezen. De meeste zijn nu niet relevant. Gaan we het kort of lang houden vandaag? Advocaten?”

De advocaat van Karin, de eisende partij, krijgt het woord. „Er zijn meerdere vorderingen.” Ze leest snel voor. „De eerste gaat om een bedrag dat Kees ten onrechte van de ervenrekening [bankrekening van overledene, beheerd door erfgenamen] heeft opgenomen. Ongeveer 30.000 euro. Karin wist van niets. Dit bedrag moet aan haar worden betaald. Of aan de ervenrekening. Dat zou netjes door Kees worden afgewikkeld, maar Karin heeft daar geen vertrouwen in.”

Gaandeweg wordt het perspectief van broer en zus duidelijk. Vader overleed in 2013. Moeder zou de erfenis verdelen, maar dat is nooit gebeurd. Ze overleed in 2023. Kees is aangewezen als executeur testamentair [uitvoerder van het testament]. De erfenis gaat onder meer over de waarde van onroerend goed, en een BV. Partijen zijn het niet eens over het totale bedrag van de erfenis. Volgens de advocaat van Karin gaat het om „tonnen in totaal”. En dan is er nog de verklaring van tante Dini…

Rechter: „Goed! 80 procent gaat over zaken die vandaag niet van belang zijn. Ik kan vandaag een uitspraak doen over de vordering van mevrouw. Maar voor de afwikkeling van de nalatenschap maakt dat niet uit. Wanneer heeft dit kort geding voor u iets opgeleverd?”

De advocaat van Kees: „Het is heel ongelukkig dat het laatste gesprek hierover niet is doorgegaan. Nu worden we gegijzeld met een kort geding, maar je moet wel in vrijheid kunnen handelen.”

„Nou, nou, niet zo zwaar aanzetten”, zegt de rechter.

De advocaat van Kees: „Mijn cliënt zou bijdehand opereren. En voor mevrouw zou het nooit genoeg zijn. Dat zijn de wederzijdse indrukken van elkaar. Dat moet je onderkennen.”

Rechter: „Mediation, zou dat iets voor jullie kunnen zijn?”

Advocaat van Kees: „Mijn cliënt is bereid tot normaal overleg. Kees heeft geen rare dingen gedaan. Het is stemmingmakerij. Wij zitten graag aan tafel.”

„Zegt u het maar”, zegt de rechter tegen Karin.

De advocaat van Karin: „Als er geen bereidheid is om de opname van de ervenrekening te corrigeren, dan… Maak dat bedrag gewoon over!”

Advocaat van Kees: „Kees heeft als executeur een beperkte taak en alles met goede bedoelingen gedaan. Hij kan een bedrag van 16.000 euro terugbetalen. Kan Karin haar rekeningnummer opgeven?”

Karin en de man achter haar lachen hardop. De vrouw achter Kees werpt een donderblik hun kant op.

Rechter: „Er moet onderkend worden dat er hier een executeur met een strijdig belang zit. Dit sijpelt in het betoog door.”

Karin werpt een blik naar achteren. Zij en de man knikken allebei instemmend.

Nou, nou, niet zo zwaar aanzetten

De rechter
tegen advocaat van Kees

Rechter: „Er moet misschien een andere executeur komen. Of laat de rol in stand, maar vraag dan hulp van een persoon die u beiden vertrouwt. Of: hakken in het zand. Dat kan ook! Maar wilt u dat?”

Advocaat van Kees: „Door vader en moeder zijn er destijds betalingen voor het levensonderhoud van Karin geweest. De kinderen hebben nu eenmaal een andere levensloop gehad. Dat bedoel ik niet badinerend. Karin heeft constant geld van vader en moeder ontvangen.”

Rechter: „Ik kan alleen een vonnis wijzen als u ophoudt met gekissebis over niet relevante punten. Wilt u overleggen? Ik schors wel even.”

Partijen vragen om een aanhouding van de zaak, waarmee de beslissing van de rechter wordt uitgesteld. Oftewel: voorlopig blijven de hakken in het zand.