Het Vrijdagconcert had gerust de héle symfonie van Otto Ketting mogen spelen

Waarom nou toch maar één deel uit een symfonie van Otto Ketting? Het Vrijdagconcert in TivoliVredenburg Utrecht opende vrijdag met het ‘Adagio’ uit de Derde symfonie (1990) van de Nederlandse componist. Ketting was bij leven een van de meest gespeelde Nederlandse componisten, maar sinds zijn overlijden in 2012 hoor je hem eigenlijk nauwelijks meer. Waarom, vraag je je af bij dat ‘Adagio’, dat een kleine tien minuten duurt maar de sfeer in de zaal direct doet omslaan: omineus, duister maar helder met buisklokken en celesta bij hoog vibrerende strijkers.

Muziek die goed te volgen, maar toch een uitdagende kluif is om bij te acclimatiseren. De strijkers van het Radio Filharmonisch Orkest spelen optimaal strak, het koper is subtiel maar zonnestraalt er af en toe even bovenuit. Prachtig. Maar het blijft een losse flodder van tien minuten. Luister de hele symfonie maar eens online: het had prima het hoofdgerecht van het concert kunnen zijn zonder het toegankelijke Vrijdagconcert onbegaanbaar te maken.

Ronald Brautigam, de pianist en fortepianist die zijn sporen in klassieke en vroeg-romantische muziek flink verdiend heeft, wordt dinsdag 70. Om dat alvast te vieren kwam hij het Derde pianoconcert van Beethoven spelen. Zijn toucher voor de zachtere fortepiano nam hij mee op de moderne concertvleugel.

Bij Brautigam is Beethoven niet de driftige rebel, zoals hij dikwijls geschetst wordt. Hier klonk Beethoven in kalmte: geen grote volumeverschillen, weinig accenten, maar gelijkmatig geprononceerd spel. Alsof Brautigam duidelijke taal sprak met zachte stem.

Mooi, vooral voor de radiomicrofoontjes die boven de vleugel hangen. Als zaalluisteraar moest je wel zelf op zoek naar contrasten. De cadens in het eerste deel kreeg een mespuntje meer pit, maar werd nogal verstoord door een hoestkoor uit het publiek. Het tweede, rustige, deel was mooi zacht, maar miste net dat vleugje innerlijke rust en bedachtzaamheid. Het derde deel, dat toch moet bruisen van energie, had dan weer baat gehad bij wat duidelijker speelcontrast met het tweede deel.


Lees ook

Componist Otto Ketting mogen we niet vergeten

Otto Ketting maakte school met baanbrekende muziekstukken.

Sprookjesbosklank

Om Brautigam goed uit te laten komen, eiste dirigent Lawrence Renes dikwijls volumestand 1 van zijn orkest. Het lukte ze wonderwel: een ideaal, prachtig afgewogen fundament. Alleen de hoorns worstelden soms met hun inzetten, maar hun taak was met dit zachte volume ook schier onmogelijk.

In plaats van Kettings Derde als hoofdmoot, klonk na de pauze Brahms’ Vierde symfonie. Het duurde een paar minuten voor het orkest samen zijn focus vond, maar vanaf daar viel er veel te genieten. Wat is dat einde van het eerste deel toch hyperspannend, met die hoofdrol voor de pauken die hier uitstekend gespeeld werd. Vooral het derde deel kreeg daarna een fijne sprookjesbosklank.

Het concert is terug te luisteren op NPO Klassiek, maar je kunt Brautigam deze week ook nog eens live horen. 4 oktober speelt hij – handig – hetzelfde pianoconcert met het Residentie Orkest onder leiding van Jan Willem de Vriend.