40 burgemeesters vragen Den Haag meer online middelen om rellen te voorkomen

Online gebiedsverbod De rechter verbood een digitaal gebiedsverbod. Maar om rellen te voorkomen hebben burgemeesters méér middelen nodig, schrijven ze in NRC.

Burgemeester Sharon Dijksma van Utrecht wil digitaal gebiedsverbod en meer middelen mogelijk maken ter voorkoming van rellen.
Burgemeester Sharon Dijksma van Utrecht wil digitaal gebiedsverbod en meer middelen mogelijk maken ter voorkoming van rellen.

Foto Jeroen Jumelet/ANP

De landelijke overheid moet het burgemeesters mogelijk maken online in te grijpen tegen mogelijke ordeverstoringen. Die oproep doen de Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma en 39 andere burgemeesters in een opiniestuk in NRC. Onder meer Ahmed Aboutaleb van Rotterdam en Femke Halsema (Amsterdam) roepen „Den Haag” op om met een wetswijziging het lokale gezag „instrumenten” te geven om vooraf in te grijpen tegen mogelijke rellen.

Hoe de wet precies veranderd moet worden weten de burgemeesters nog niet: volgens een woordvoerder van Dijksma willen ze daarover „met Den Haag in gesprek”. Het gaat hen er vooral om „online te kunnen optreden tegen online aangejaagde rellen of geweld”. De huidige wetgeving is volgens de burgemeesters namelijk „verouderd”: „Omdat onze huidige wetgeving van voor het digitale tijdperk is, gaat deze niet expliciet over het onderscheid tussen online en fysiek.”

Digitaal gebiedsverbod

Ze reageren daarmee op een uitspraak van de bestuursrechter vorige week. Die veegde een ‘digitaal gebiedsverbod’ van tafel dat de gemeente Utrecht in 2021 aan een toen zeventienjarige jongen had opgelegd. Hij had in een chatgesprek in de app Telegram opgeroepen om op een specifieke tijd en plaats te demonstreren tegen ‘2G’ en het vuurwerkverbod. „Neem je matties & vuurwerk mee.”

Opruiend, vond de gemeente Utrecht: een paar dagen eerder was een coronademonstratie op de Rotterdamse Coolsingel uitgelopen op zware ongeregeldheden. De jongen zou daarom niet alleen hebben opgeroepen tot een demonstratie, maar ook tot verstoring van de openbare orde. Op laste van een dwangsom moest de jongen zich volgens de gemeente “onthouden van online uitlatingen die zouden kunnen leiden tot wanordelijkheden in de stad”.

Maar volgens de bestuursrechter geldt een groepschat niet als „openbare plaats” zoals wordt bedoeld in lokale regels. Daarin gaat het om een „fysieke plaats”, aldus de rechter. Bovendien ging het gebiedsverbod in tegen de vrijheid van meningsuiting, die door gemeenten niet beperkt mag worden. Volgens de burgemeesters is hen met de uitspraak „een waardevol, preventief instrument uit handen” genomen.

Steeds meer middelen

De oproep van de burgemeesters past in de trend waarin zij steeds meer middelen willen om (mogelijke) ordeverstoringen aan te pakken. Zo stelden ze in 2019 voor om burgemeesters de bevoegdheden te geven om criminaliteit niet alleen te „bestrijden” maar ook te „voorkomen”. De Raad van State was daar zeer kritisch over: de burgemeester zou dan machtiger kunnen worden dan de politie en het Openbaar Ministerie. Bovendien hebben burgemeesters al veel middelen om criminaliteit aan te pakken, schreef de Raad toen. De burgemeester als een „crimefighter” paste aldus de Raad niet in het Nederlandse staatsbestel.