Het was misschien wel het belangrijkste nieuws in decennia, of zelfs in eeuwen – of sinds 1637 om precies te zijn. Toen verscheen de befaamde Verhandeling over de methode van de Franse filosoof René Descartes, waarin de splitsing tussen geest en stof en tussen mens en dier het formele uitgangspunt van het westerse denken werd.
Sindsdien gold alles buiten de menselijke geest als pure stoffelijkheid, als dode materie, en gold de mens als het enige lichtpunt, als een kaars in het duister met het vermogen en ook de taak om de rest van het heelal met zijn kennis doorschijnend te maken.
De heerszuchtige houding van de Europese mens tegenover de aarde kreeg formeel zijn beslag; de mens had ‘carte blanche’ om de aarde onbeperkt en onbezwaard te beheren en exploiteren voor eigen gewin en gerief.
Op 23 april van dit jaar verscheen op de NOS-nieuwssite echter een artikel, waarin deze fundering onder de moderne cultuur compleet onderuit wordt gehaald. Het ging over een verklaring die enkele dagen eerder aan de overzijde van de oceaan het licht had gezien: de New York Declaration on Animal Consciousness. Ondertekend door een lange lijst meer en minder vooraanstaande wetenschappers, stelt deze verklaring dat zich een brede overeenstemming aftekent dat andere zoogdieren en ook vogels bewustzijn ervaren, en er aanwijzingen zijn dat dit ook geldt voor andere gewervelde dieren (reptielen, vissen) en veel ongewervelde dieren (insecten, kreeftachtigen).
De verklaring besluit met de morele gevolgtrekking dat wij onze omgang met alle dieren moeten afstemmen op de mogelijkheid dat zij bewustzijn hebben en dat wij rekening moeten houden met hun welzijn.
Mechanische trekpoppetjes
Het belang van deze verklaring is niet te onderschatten. Natuurlijk, de lijst ondertekenaars vertegenwoordigt niet de totale moderne wetenschap, dus wie de tekst terzijde wil schuiven kan dat (voorlopig) blijven doen. Maar dat zo’n grote groep zich geroepen voelt om deze verklaring op te stellen is niettemin een concrete manifestatie van wat we, met de wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn, een paradigmawisseling kunnen noemen: de overgang, niet slechts van het ene idee naar het andere, maar van het totale perspectief van waaruit we een verschijnsel bekijken.
Het typisch moderne beeld van dieren en planten is dat het een soort mechanische trekpoppetjes zijn die volledig worden aangestuurd door ‘instincten’ en daar verder helemaal niets bij weten, willen of voelen. Die van binnen donker en stil zijn, en waarmee je dus ook totaal geen empathie hoeft te voelen. Dit idee heeft enorm bijgedragen aan de ecologische verwoesting van de planeet, inclusief klimaatverandering.
Wanneer wij echter met de natuur willen omgaan vanuit het besef dat zich daarin net zo goed als bij ons een binnenkant bevindt waar van alles wordt beleefd, dan zal een veel zachtere en veel deemoedigere wereld zich vormen.
De mens tekent zich af als louter een debutant op het wereldtoneel
Nieuwe deugd
Ik gebruik bewust het begrip ‘deemoed’, hoewel al heel lang uit de mode. Want het gaat precies om het tegenovergestelde van de eeuwenlang heersende hoogmoed van de moderne mens, met zijn voorstelling van zichzelf als alleskenner en alleenheerser op aarde. Deemoed, bescheidenheid, lijkt mij de kardinale nieuwe deugd voor de 21ste eeuw.
Op twee manieren wordt deemoed gevoed door de nu gaande paradigmawisseling. Ten eerste verschijnt de natuurlijke wereld nu als veel complexer en vernuftiger, en daarmee ook als oneindig veel groter. Waardoor de menselijke wereld, de maatschappij en de economie en de politiek en de cultuur, relatief veel kleiner aanvoelt.
Heel lang hebben we kunnen denken en doen alsof de menselijke wereld het enige belangwekkende drama op aarde betrof, want voor de rest was het alleen maar stil en donker op deze planeet. We wisten wel dat de aarde al miljarden jaren bestaat, en er al honderden miljoenen jaren leven gaande is, in een duizelingwekkende variëteit aan vormen en ook afmetingen; maar dat was allemaal slechts een lange en in wezen betekenisloze aanloop tot het ontstaan van de homo sapiens, zo’n 300.000 jaar geleden.
Maar als alles wat leeft een binnenkant heeft, dan wordt er al honderden miljoenen jaren van alles gezien en gehoord en gevoeld en beleefd op deze planeet. Dan tekent de mens zich af als louter een debutant op het wereldtoneel, zoals de filosoof Jan Bransen het goed heeft gezegd. Wij zijn laatkomers, die er als kleuters en pubers binnen een mum van tijd een enorme bende van hebben gemaakt, maar die nu misschien dan toch, hopelijk, tot zinnen komen en zich als verantwoordelijke volwassenen gaan gedragen.
Ten tweede wordt deemoed gevoed door de drastische relativering van ons eigen bewustzijn. Heel lang dachten wij de wereld te zien op een heldere, objectieve wijze. Maar nu blijkt dat we er, met een beeldspraak van de Engelse dichter William Blake, steeds naar hebben gekeken als door een heel klein spleetje. Niet alleen viel het overgrote deel van de werkelijkheid letterlijk buiten beeld, maar ook stoelde het beperkte beeld dat we ervan hadden op compleet ongefundeerde vooroordelen.
Enerzijds projecteerden wij op dieren en planten het simplistische plaatje van mechanische trekpoppetjes, en anderzijds projecteerden wij op onszelf het utopische plaatje van de objectieve alleskenner. Nu blijkt de natuurlijke wereld oneindig veel intelligenter te zijn, en blijken wij, bij weerslag, veel dommer te zijn geweest.
Lees ook
De mens heeft deze planeet zodanig verziekt dat een nieuw tijdperk is aangebroken
Coördinatie en manipulatie
Begin juli verscheen in NRC een artikel dat deze intelligente binnenkant van de natuur mooi illustreert: over mieren van een bepaalde soort die elkaar wondzorg bieden, afgestemd op de aard van de verwonding. Wanneer ze zien dat een mede-mier een verwonding heeft opgelopen aan het ‘scheenbeen’ (voorbij de ‘knie’), dan reinigen ze de wond met hun monddelen om verdere infectie te voorkomen.
Wanneer de wond zich echter in het meer vlezige ‘dijbeen’ bevindt, met een groter risico op verdere verspreiding van een infectie, dan wordt het hele been door een gerichte beet geamputeerd. Dat betekent dat deze mieren niet alleen herkennen wanneer een lotgenoot een verwonding heeft, maar ook op basis van de locatie van de verwonding voor verschillende zorgbehandelingen kunnen kiezen – waarbij de getroffen mier zelf ook beseft dat het gewond is en zich lijdzaam aan de behandeling onderwerpt.
Dergelijke staaltjes van doelbewuste gedragingen, communicatie en coördinatie zijn natuurlijk al langer bekend, bijvoorbeeld uit de bijenwereld. Alleen al het bekende dansje dat bijen uitvoeren om aan anderen de richting en afstand tot een voedselbron en zelfs de kwaliteit daarvan te communiceren verraadt een verbijsterend soort bewustzijn.
Het is in recente jaren ook steeds duidelijker geworden hoe alle levensvormen in feite zeer nauwkeurig georkestreerde ‘samenlevingsvormen’ zijn, van een groter organisme met ontelbaar vele kleine organismen, groepsgewijs microben genoemd. De Britse wetenschapsjournalist Ed Yong schreef daarover in 2017 een boek tjokvol zeer bizarre en indrukwekkende staaltjes van doelbewuste coördinatie en manipulatie, I Contain Multitudes.
Zo leven koala’s van eucalyptusbladeren, maar zijn ze volledig afhankelijk van specifieke microben in hun darmen om die te kunnen verteren (zoals mensen ook van microben afhankelijk zijn om van alles en nog wat te verteren, daar is moedermelk zelfs van begin af aan op afgestemd). Dus wanneer een koalajong de leeftijd bereikt dat het van melk overgaat naar bladeren, dan stimuleert het jong de moeder om een speciaal papje vol van die microben uit te poepen, dat dan door het kindje wordt opgelikt om zich op die manier de microben eigen te maken.
Bewustzijnsverruiming
Een heel ander voorbeeld betreft de bijenwolf, die bijen verlamt en in een ondergronds nest opbergt samen met haar eitjes, zodat de larven zich met de verse want nog levende bijen kunnen voeden. Maar voor haar vertrek bestrijkt ze de uitgang van het nest nog even met haar antennes, want daaruit perst zij een vloeistof die specifieke microben bevat die de larven tijdens hun lange verpopping beschermen tegen schimmels. Na de ontpopping smeert het nieuwe bijenwolfje zich met die vloeistof in, om zo met zijn eigen voorraadje te vertrekken.
En over schimmels gesproken: daarin schuilt misschien nog wel de allerbelangrijkste bewustzijnsverruiming van de afgelopen decennia, en dan niet alleen in de vorm van psychedelische ervaringen (geboden door allerlei soorten ‘paddo’s’ en ‘truffels’). Nog tot de jaren zeventig van de vorige eeuw werden ‘fungi’ (waaronder ook paddenstoelen en gisten vallen) beschouwd en goeddeels genegeerd als een onderverdeling van het plantenrijk.
Zoals de Britse mycoloog Merlin Sheldrake laat zien in zijn fantastische boek Entangled Life uit 2021, blijken fungi echter een volstrekt unieke en uiterst wonderlijke levensvorm te zijn, die een vitale rol speelt in alle ecologische netwerken.
Zoals wij afhankelijk zijn van microben om voedsel te verteren, zo zijn planten afhankelijk van ondergrondse schimmelnetwerken voor de aanvoer van nutriënten als stikstof en fosfor. Zonder fungi konden planten niet bestaan – en zonder planten geen dieren, dus ook geen mensen.
Volgens recent onderzoek blijken overigens ook planten communicatieve wezens met gevoel en intelligentie te zijn – en zo kan ik nog wel even doorgaan. Maar leest u vooral zelf de genoemde of soortgelijke boeken. Gegarandeerd dat uw verwondering over de ontstellende complexiteit en vernuftigheid van ‘de natuur’ met minstens een factor 10 zal vermenigvuldigen.
En daarmee ook het deemoedige besef van het onrecht dat wij de natuur zo lang hebben aangedaan met onze cartesiaanse vooroordelen en ons daarop gebaseerde gedrag. Lang leve deze revolutie!
Lees ook
De mens moet leren leven als korstmos en koraal