Een roerige tijd voor de Nederlandse film en vooral voor het Nederlands Film Festival is vanavond afgesloten met het Gouden Kalveren-gala in de Stadsschouwburg te Utrecht. De belangrijkste Kalf, die voor beste speelfilm, ging vrijdagavond naar De Terugreis: een dramedie over een bejaard stel (Martin van Waardenberg en Leny Breederveld) dat in een krakkemikkig autootje één laatste reis naar Spanje maakt. Onderweg blijkt één van hen Alzheimer te hebben, en worstelen ze komisch met alle ongemakken van de (te) moderne tijd. De film won ook de genderneutrale Kalf voor Beste hoofdrolspeler in een speelfilm – Leny Breederveld als aan alzheimer lijdende Maartje. Het werd deze maand ook bekend dat de film de Nederlandse inzending voor de Oscars is.
Het was een matig jaar voor de Nederlandse film, zonder één grote uitschieter. Prijzen werden dus ook grotendeels verdeeld onder enkele genomineerden. In tegenstelling tot vorig jaar, toen één film vrijwel alle grote Gouden Kalveren ophaalde – Sweet Dreams won er toen zes.
Dit is geen kerstfilm was de andere grote winnaar van de avond, met drie Gouden Kalveren: beste regie (Michael Middelkoop), scenario (Lotte Tabbers en Isis Mihrimah Cabolet) en bijrol (Laura Bakker). Het is een kerstfilm (ja, toch wel) waarin verschillende personages worstelen met ‘woke’ en politieke correctheid, voordat ze ‘de ware betekenis van kerst’ leren. Steve McQueens De Bezette Stad, won voor Beste documentaire en opmerkelijk genoeg ook voor montage en camera – prijzen die doorgaans vaak naar speelfilms gaan. De film mengt beelden van Amsterdam tijdens de coronapandemie met verhalen van de bezetting tijdens WOII, gebaseerd op het boek Atlas van een Bezette Stad, van Bianca Stigter.
De film met de meeste nominaties was Hardcore Never Dies: regisseur Jim Taihuttu’s (De Oost) misdaadthriller over de Rotterdamse gabbercultuur in de jaren negentig. Daarvan werden maar vier nominaties verzilverd, allemaal in technische categorieën: beste geluidsdesign, productie design en kostuum en muziek. Taihuttu won in 2013 een Gouden Kalf voor beste regie, voor Wolf.
Ook bij de series waren de prijzen verdeeld. Favoriet De Joodse Raad won zoals verwacht de prijzen voor beste dramaserie en scenario. Maar beste hoofdrol (Abke Haring) en regie (Michiel van Erp) in een dramaserie gingen naar Een van ons, de serie gebaseerd op de moord op Marianne Vaatstra. De serie raakte twee weken geleden in opspraak omdat nabestaanden van Vaatstra via een advocaat lieten weten niet blij te zijn dat het verhaal als inspiratiebron is gebruikt.
Onrustig
Het was een roerig tijd voor het Nederlans filmfestival. Onlangs werd bekend dat het NFF geen subsidie meer krijgt van de gemeente Utrecht. Het betekent dat het festival in de komende vier jaar, vanaf 2025, zo’n zes ton minder te besteden heeft. Het zal verder moeten krimpen; eerder ging het NFF al terug van anderhalve week naar één week. Waar de klappen vallen is nog niet duidelijk.
Op de dag van de uitreiking ontstond er wat nieuwe ophef. Regisseur en producent Johan Nijenhuis (Verliefd op Ibiza) stuurde een wat losjes geformuleerde open brief over het Filmfonds aan de Tweede Kamer en minister Eppo Bruins (Onderwijs, cultuur en wetenschap). Daarin stelt hij dat de 80 procent van de toegewezen filmsubsidies naar arthousefilms gaan en slechts 20 procent naar publieksfilms. „Falend beleid”, schrijft hij, „Er worden steeds meer duurder wordende films per jaar gemaakt, maar er komt niemand naar kijken. Zet weer in op de grote Nederlandse publieks- en bioscoopfilm, want die wordt wél gewaardeerd en bezocht.” De brief werd ondertekend door andere regisseurs en producenten van publieksfilms, zoals Roel Reiné (Michiel de Ruijter), Ben Sombogaart (Knielen op een bed violen) en Dave Schram (Spijt!).
De timing is niet alleen vanwege de Gouden Kalveren saillant, maar ook vanwege de nieuwe regering in Nederland. De populistische toon lijkt te willen aansluiten bij het veronderstelde cultuurbeleid van het kabinet Schoof, dat meer op ‘de gewone Nederlander’ gericht is.
Het zoemde op het NFF al rond deze week dat de brief eraan zat te komen. Zeker na een eerdere oproep op het LinkedIn-account van Johan Nijenhuis, waarin hij opriep „16 jaar mislukt kunstbeleid” te corrigeren. Het Filmfonds kwam daarom óók vandaag met een ‘fact check’ die aantoont dat in 2023 veertig procent (ruim 54 miljoen euro) van de subsidie naar ‘mainstream-films’ ging, méér dan naar filmhuisfilms: 27 procent (ruim 37 miljoen).
Wie gelijk heeft, lijkt af te hangen van wat je definieert als arthouse en publieksfilm, en wat je wel of niet rekent tot subsidie. De Tatta’senDe Tatta’s 2 worden in de brief als voorbeeld gebruikt als publieksfilms die géén subsidie kregen. Maar via het Film Production Incentive van het Filmfonds (waarmee films een deel van hun productiegeld achteraf vergoed krijgen) kregen die films in totaal ruim 500.000 euro.
Nijenhuis’ oproep past bij een industrie die moeite heeft een goede balans te vinden tussen artistieke ambities en commercieel succes. Het NFF probeert ‘de publieksfilm’ extra aandacht te geven omdat die zelden tot nooit een Gouden Kalf wint – daarover stemmen de vakgenoten van de ‘Dutch Academy for film’. Daarom werd de Gouden Kalf van het Publiek in het leven geroepen; dit jaar won Bon Bini: Bangkok Nights, de vijfde film van Jandino Asporaats komediereeks over FC Kip-eigenaar Judeska. Er was voor het eerst ook een Gouden Kalf van het Publiek Documentaire. Die ging naar Human Forever, over de 24-jarige Teun Toebes die in een verpleeghuis woont met mensen met dementie.