Het lukt premier Dick Schoof niet om de verschillende standpunten over het uitroepen van een asielcrisis in zijn kabinet recht te trekken. Hij is erachter gekomen „dat je dit proces, dat zo gevoelig is, niet alleen in het kabinet kan doen”. Daarom wil hij vaker in overleg met de partijleiders van PVV, VVD, NSC en BBB. Dat meldde hij vrijdag na afloop van de ministerraad. Hij wil bij politiek gevoelige beslissingen „enige zekerheid hebben hoe dat landt bij de diverse partijen”.
De coalitiepartijen PVV en NSC koersen af op een botsing over het thema asiel. Over één tot drie weken wil Schoof een asielcrisis uitroepen, waarmee PVV-minister Marjolen Faber (Asiel en Migratie) delen van de Vreemdelingenwet kan opschorten en daarmee de rechten van asielzoekers kan negeren.
Tijdelijk NSC-leider Nicolien van Vroonhoven heeft aangegeven dat haar partij de asielcrisis niet zal steunen zonder „dragende motivering” – volgens juridisch experts is dat niet mogelijk, Van Vroonhoven zelf heeft daar ook „een hard hoofd” in. PVV-leider Geert Wilders heeft aangegeven dat hij het niet zal accepteren als er geen asielcrisis wordt uitgeroepen.
Ministers Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken, NSC) en Faber komen daardoor recht tegenover elkaar te staan: Uitermark moet namelijk beslissen of het crisisplan van Faber wel in lijn is met de Grondwet. Om een directe botsing in de ministerraad te voorkomen lijkt Schoof daarom direct met hun partijleiders te willen overleggen.
Overigens is asiel niet het enige thema waarover de coalitiepartijen in de clinch liggen. Landbouwminister Femke Wiersma (BBB) is woensdag tijdens een debat hard aangevallen door Kamerleden van PVV, VVD en NSC omdat zij een verbod op „stroomstootapparatuur” niet wilde invoeren. Uiteindelijk gaf ze toe aan de Kamer.
Minder frictie, minder Kamer
Coalitieoverleggen vonden tijdens het derde kabinet van voormalig premier Mark Rutte (VVD) geregeld plaats. De fractieleiders van coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie, de premier en de vicepremiers onderhandelden aan het begin van de week al over de onderwerpen die vrijdag in de ministerraad besproken zouden worden.
Daarmee voorkwamen deze vier partijen frictie en onzekerheid, maar het gevolg was tevens dat de oppositie tijdens debatten met voldongen feiten werd geconfronteerd omdat een Kamermeerderheid sowieso al was gevormd tijdens het overleg.
Onder meer na felle kritiek van Pieter Omtzigt, die later NSC zou oprichten, zijn de overleggen afgeschaft in Rutte IV. Daarmee zou de Kamer meer macht hebben en de oppositie meer ruimte krijgen om zelf ook inhoudelijk bij te dragen aan het landsbestuur.
Ook de nieuwe ‘extraparlementaire’ coalitie wilde geen coalitieberaad houden, over de onderlinge verschillen wilden de vier partijen juist open en bloot discussiëren in de Kamer. Dat bleek begin deze maand niet houdbaar: het coalitieberaad werd opnieuw ingevoerd.