Wie een mening heeft, moet daar ook voor durven uitkomen. Deze op zichzelf terechte constatering was aanleiding voor Tweede Kamerleden Joost Eerdmans (JA21) en Chris Stoffer (SGP) om tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen een motie in te dienen waarin het kabinet werd gevraagd om een verbod op gezichtsbedekkende kleding tijdens demonstraties. Net als een meerderheid van de Kamer ergeren ze zich eraan dat de politie niet weet wie de relschoppers zijn en dus als het uit de hand loopt moeilijk tot aanhouden kan overgaan, zoals het geval was bij de herhaalde bezetting van de A12 door Extinction Rebellion en de anti-Israël-betogingen op universiteiten.
Het protest van vreedzame demonstranten werd ‘gekaapt’, aldus Eerdmans, door gemaskerde relschoppers. Behalve Extinction Rebellion en de pro-Palestina demonstraties aan de universiteiten noemde hij ook voetbalhooligans en demonstraties van Black Lives Matter. Op de hooligans na gaat het dus om politiek gekleurde demonstraties die doorgaans niet in de lijn van JA21 liggen.
Eerdmans gedachte dat je een mening moet kúnnen en dúrven uiten, en je je doelwit dus met open vizier tegemoet moet treden, is begrijpelijk. Problematisch is dat zijn voorstel zo ondoordacht is. Er zijn voor demonstranten namelijk goede redenen om voor gezichtsbedekking te kiezen. Dankzij sociale media wordt bijvoorbeeld breed vastgelegd dat je aan een demonstratie hebt meegedaan. Gezichtsherkenning is echter niet alleen een probleem op sociale media, ook politie en instanties maken er gebruik van, om bepaalde groepen in de gaten te houden of bij voorbaat aan te pakken.
Het was dan ook typerend dat Eerdmans geen antwoord had op de vraag of de gezichtsbedekking dan ook gold voor bijvoorbeeld demonstraties tegen regimes waar de meeste Kamerleden – die nu voor de motie stemden – ook geen fan van zijn, zoals vrouwen die tegen het regime in Iran demonstreren. De motie van JA21 en de SGP, die de steun kreeg van ChristenUnie, FVD, CDA en de coalitiepartijen PVV, VVD en BBB, is dan ook vooral voor de bühne: de Wet op openbare manifestaties geeft burgemeesters namelijk al de mogelijkheid om beperkingen te stellen aan demonstraties, waaronder het verbieden van gezichtsbedekkende kleding.
Dat demonstraties met steeds meer gezichtsbedekking als beklemmend wordt ervaren is begrijpelijk. Dat Kamerleden willen dat organisaties weten met wie ze aan tafel zitten bij onderhandelingen is ook begrijpelijk. Wie in gesprek gaat met de partij waartegen gedemonstreerd wordt, moet dat inderdaad met open vizier doen. Net zoals de politie relschoppers bij demonstraties makkelijker moet kunnen identificeren. Maar Eerdmans gaat hier voorbij aan de nuance. Niet elke demonstrant met gezichtsbedekking is een relschopper. De samenleving zit wat dat betreft ingewikkelder in elkaar dan de Donald Duck waar je Boris Boef en de Zware Jongens er zo uitpikt op basis van hun ongeschoren kin en trui met gevangenisnummer.
Demonstreren is een recht, en je hebt daarbij ook het recht om dat anoniem te doen, want ook privacy is een grondrecht. Burgemeesters kunnen al het recht gebruiken beperkingen op te leggen aan demonstraties waar een reëel risico is op veiligheidsproblemen. Het inperken van het demonstratierecht door deze aangenomen motie is symboolpolitiek waar niemand op zitten te wachten, en waar de politie niet veel aan zal hebben.
Wie een mening heeft, moet daar ook voor durven uitkomen. Deze op zichzelf terechte constatering was aanleiding voor Tweede Kamerleden Joost Eerdmans (JA21) en Chris Stoffer (SGP) om tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen een motie in te dienen waarin het kabinet werd gevraagd om een verbod op gezichtsbedekkende kleding tijdens demonstraties. Net als een meerderheid van de Kamer ergeren ze zich eraan dat de politie niet weet wie de relschoppers zijn en dus als het uit de hand loopt moeilijk tot aanhouden kan overgaan, zoals het geval was bij de herhaalde bezetting van de A12 door Extinction Rebellion en de anti-Israël-betogingen op universiteiten.
Het protest van vreedzame demonstranten werd ‘gekaapt’, aldus Eerdmans, door gemaskerde relschoppers. Behalve Extinction Rebellion en de pro-Palestina demonstraties aan de universiteiten noemde hij ook voetbalhooligans en demonstraties van Black Lives Matter. Op de hooligans na gaat het dus om politiek gekleurde demonstraties die doorgaans niet in de lijn van JA21 liggen.
Eerdmans gedachte dat je een mening moet kúnnen en dúrven uiten, en je je doelwit dus met open vizier tegemoet moet treden, is begrijpelijk. Problematisch is dat zijn voorstel zo ondoordacht is. Er zijn voor demonstranten namelijk goede redenen om voor gezichtsbedekking te kiezen. Dankzij sociale media wordt bijvoorbeeld breed vastgelegd dat je aan een demonstratie hebt meegedaan. Gezichtsherkenning is echter niet alleen een probleem op sociale media, ook politie en instanties maken er gebruik van, om bepaalde groepen in de gaten te houden of bij voorbaat aan te pakken.
Het was dan ook typerend dat Eerdmans geen antwoord had op de vraag of de gezichtsbedekking dan ook gold voor bijvoorbeeld demonstraties tegen regimes waar de meeste Kamerleden – die nu voor de motie stemden – ook geen fan van zijn, zoals vrouwen die tegen het regime in Iran demonstreren. De motie van JA21 en de SGP, die de steun kreeg van ChristenUnie, FVD, CDA en de coalitiepartijen PVV, VVD en BBB, is dan ook vooral voor de bühne: de Wet op openbare manifestaties geeft burgemeesters namelijk al de mogelijkheid om beperkingen te stellen aan demonstraties, waaronder het verbieden van gezichtsbedekkende kleding.
Dat demonstraties met steeds meer gezichtsbedekking als beklemmend wordt ervaren is begrijpelijk. Dat Kamerleden willen dat organisaties weten met wie ze aan tafel zitten bij onderhandelingen is ook begrijpelijk. Wie in gesprek gaat met de partij waartegen gedemonstreerd wordt, moet dat inderdaad met open vizier doen. Net zoals de politie relschoppers bij demonstraties makkelijker moet kunnen identificeren. Maar Eerdmans gaat hier voorbij aan de nuance. Niet elke demonstrant met gezichtsbedekking is een relschopper. De samenleving zit wat dat betreft ingewikkelder in elkaar dan de Donald Duck waar je Boris Boef en de Zware Jongens er zo uitpikt op basis van hun ongeschoren kin en trui met gevangenisnummer.
Demonstreren is een recht, en je hebt daarbij ook het recht om dat anoniem te doen, want ook privacy is een grondrecht. Burgemeesters kunnen al het recht gebruiken beperkingen op te leggen aan demonstraties waar een reëel risico is op veiligheidsproblemen. Het inperken van het demonstratierecht door deze aangenomen motie is symboolpolitiek waar niemand op zitten te wachten, en waar de politie niet veel aan zal hebben.
Van buiten lijkt de Cybertruck wel wat op het karakter van zijn bedenker, Elon Musk: lomp, hoekig en veel ruimte innemend. Tesla’s eerste model elektrische pick-uptruck oogt als een kruising tussen een geodriehoek op wielen en een pantserwagen. „Al was dat rechthoekige stuur echt even wennen; het interieur is verrassend subtiel”, zegt Max Prange, na een proefrit te hebben gemaakt op een stekkerauto-evenement nabij de Californische stad San Diego.
Prange en zijn vriend Anthony Zepeda rijden al elektrisch, in een Ford Mustang Mach E, een SUV-model. Ze willen graag overstappen op een truck, maar het stel overweegt geen moment om de Cybertruck te kopen. Dat ligt boven alles aan Tesla-topman Elon Musk, die zich dit Amerikaanse verkiezingsjaar heeft bekeerd tot het trumpisme en via zijn eigen sociale netwerk X luidruchtig campagne voert voor de Republikeinse presidentskandidaat. „Hij is echt niet helemaal lekker”, verklaart Prange hun afkeer van Musk.
Niet alleen Musk is deze presidentsrace een politieke factor van belang. Ook de elektrische auto zelf is tot politieke totempaal uitgegroeid, waarbij voor- en tegenstanders grotendeels langs de bekende breuklijnen van Amerika’s cultuurstrijd uiteenvallen. Republikeinse kiezers zijn veel sceptischer over elektrisch rijden, terwijl Democraten de aanschaf van een EV vaker overwegen, wees een breed opinieonderzoek van Pew deze zomer nog uit. Slechts 13 procent van de Republikeinen zei daarin open te staan voor aanschaf van een EV, onder Democraten was dit 45 procent.
Om die weerstand binnen zijn electoraat te verwoorden, vaart Trump geregeld uit tegen e-cars. De subsidies, regels en belastingkortingen die de regering-Biden invoerde om de elektrificatie van het Amerikaanse wagenpark te versnellen, belooft Trump „vanaf dag één te beëindigen”, omdat ze de nationale auto-industrie zouden „vernietigen”.
Deze zomer vertelde de ex-president ook meermaals een lastig te volgen verhaal, waarin hij bezwaren tegen elektrisch rijden verknoopte met accu’s in boten, het gevaar van elektrocutie en mensenetende haaien. Tegelijkertijd laaft de Republikeinse ex-president zich aan de enthousiaste steunbetuigingen én financiële donaties die hij ontvangt van Musk – tevens ’s lands grootste EV-verkoper.
Science-fictionfilm
Tesla lanceerde ruim vijftien jaar geleden zijn eerste stekkerauto (de Roadster) en domineerde lang de Amerikaanse markt voor EV’s. Begin dit jaar dook het marktaandeel van het bedrijf voor het eerst onder de 50 procent, een teken dat de keuze aan andere merken steeds breder wordt. Die toenemende concurrentie is terug te zien op het evenement in San Diego, dat e-car-consultant EV Options deze septemberzaterdag met het lokale energiebedrijf SDGE organiseert. Er kunnen ook e-modellen van Ford, Kia, Volkswagen, Chevy, Polestar en Cadillac worden uitgeprobeerd.
In deze sterk Democratisch stemmende stad staat echter veruit de langste wachtrij voor de twee Tesla Cybertrucks. „Mensen willen weten waar de hype over gaat. En ze hebben er sterke meningen over, ook ertegen”, legt Allen Jimenez van EV Options uit, kort voordat we de parkeerplaats afzoeven voor een testritje. „Ik bedoel, kijk naar hoe deze wagen eruitziet. Het lijkt wel een rekwisiet voor een science-fictionfilm.”
Jimenez spreekt genoeg testrijders die over Musk beginnen. „Deze wagen is net zo groot als zijn ego. En ja, sommigen mensen geven hoog van hem op en anderen juist niet. Ik ben daar zelf neutraal over. Hij doet goede dingen met [zijn ruimtevaartbedrijf] SpaceX, maar op andere vlakken is hij een idioot. Ik ben niet enthousiast over hem, maar houd van de speeltjes die hij maakt.”
Van Elon genieten of hem negeren
Voor verstokte Tesla-fans van het eerste uur, die hun wagen kochten toen Musk nog niet zo politiek uitgesproken was, is zijn radicalisering soms wel lastig, zegt Bob Unger. Hij leidt de officiële Tesla-rijdersclub van San Diego en ziet dat veel leden vergroeid zijn geraakt met het merk en nooit meer anders willen, zegt hij tijdens een barbecue van een autodealer in San Diego, waar clubleden krasjes op hun velgen kunnen laten overspuiten bij een broodje hamburger. „Dus of we negeren Elon of we genieten van Elon.”
Musk negeren is alleen niet altijd makkelijk – zo veel nieuwskoppen genereert hij met zijn verschillende bedrijven en bemoeienis met de wereldpolitiek. Deze week reikte hij een prijs uit aan de rechtse Italiaanse premier Giorgia Meloni en ontmoette hij de anarcho-kapitalistische president van Argentinië, Javier Milei. Het weekend daarvoor veroorzaakte hij nog een relletje door de Cybertruck uit te schakelen waar de Tsjetsjeense leider en Poetin-vazal Ramzan Kadyrov in rondrijdt.
Sinds zijn overname van het voormalige Twitter, dat hij omdoopte tot X, haalt Musk in de VS zelf de media met tweets. Alleen al deze septembermaand veroorzaakte hij ophef door zich na de tweede verijdelde moordaanslag op Trump hardop af te vragen „waarom nooit iemand Biden/Harris probeert te doden?”; pompte ook hij Trumps leugen rond dat Haïtiaanse immigranten in Ohio huisdieren zouden opeten; en bood hij aan het zelfverklaarde ‘kinderloze kattenvrouwtje’ Taylor Swift te bezwangeren nadat de popdiva haar steun voor Harris had uitgesproken.
Oprichter van de Tesla-rijdersclub Dave Guggenheim is ook afgekomen op de barbecue en is evenmin enthousiast over Musks omarming van het trumpisme. Zijn vrouw vraagt hem zelfs „om haar dood te schieten” als Trump in november herkozen wordt. Guggenheim noemt het „onfortuinlijk” dat Musk zich zo uitlaat. „Het is jammer, want in het begin was hij niet zo. Maar hij lijkt over het randje te zijn gevallen.”
Toch hebben Guggenheim en Unger besloten hun auto en zijn maker los van elkaar te zien. Unger: „Dat heb je ook met filmsterren of sporters. Iemand kan een geweldige quarterback of topscoorder zijn, maar ook zijn vrouw in elkaar slaan. Kijk je dan nooit meer een wedstrijd van hem?” Guggenheim: „Je koopt geen Elon Musk, je koopt een Tesla.”
Kogelwerend
Op het testrit-evenement zijn er genoeg bezoekers die nog geen Tesla rijden en Musks uitlatingen geen obstakel vinden er ooit een aan te schaffen. Zo zegt Brea Hollis, die met haar tienjarige zoon een ritje heeft gemaakt, dat ze „uiteindelijk toch voor de auto gaat die het best past bij wat mijn gezin nodig heeft. Ik maak me niet zo druk om alle dingen die hij zegt en krijg dat ook niet echt mee.”
Ze zou Musks politieke standpunten hoogstens meewegen „als ik echt geen keuze weet te maken” tussen Tesla of een ander merk. „Dan zou ik daar misschien alsnog induiken.” Anderzijds: haar zoon vond het wel cool dat de Cybertruck desgevraagd kogelwerend geleverd kan worden. ,,Al heb ik geen idee waar een doorsnee persoon dát nu voor nodig heeft.”
John staat met een groen honkbalpetje (opdruk: ‘Make Earth Great Again’) van de onafhankelijke kandidaat en complotdenker Robert F. Kennedy in de rij voor de Cybertruck. De IT-specialist is een groot fan van Musk. „Hij is een pleitbezorger van absolute vrijheid van meningsuiting, net als ik”, legt hij uit.
Over Trump is hij minder enthousiast. Maar dat de ex-president de techmiljardair een adviesrol heeft aangeboden in een eventuele tweede regering en dat Musk heeft toegezegd die graag en onbezoldigd in te nemen, maakt hem heel enthousiast. „Ik zie Trump daardoor als het kleinere kwaad.”
Rod Gullo bemant een standje van een lokale vereniging van EV-rijders en vertelt dat hij één vriend heeft die zijn Tesla verkocht vanwege Musks uitlatingen. „Ik had zoiets van: wat hebben die nu te maken met welke auto jij rijdt? Maar hij zei: ik wil die auto niet meer promoten, want dan promoot ik ook hem.”
Gullo positioneert zichzelf politiek als ‘onafhankelijk’. „Ik haat dit verkiezingsjaar, want ik vind beide kandidaten niks.” Hij ziet ook dat sommige mensen „hier heel gepolariseerd in staan. Maar ik ga geen auto verkopen of kopen vanwege wat een bestuursvoorzitter doet of niet doet. Maakt mij dat uit.”
Hij rijdt sinds 2015 een elektrische Kia, waarvan hij de aanschafprijs dankzij de lagere energie- en onderhoudskosten inmiddels ruim terugverdiend heeft. Dat is voor hem ook dé reden om elektrisch te rijden. „Dat ik minder uitstoot is mooi meegenomen, maar voor mij draait het vooral om de kosten.”
Actieradiusangst
De polarisatie tussen enerzijds Republikeinen, die hechten aan de verbrandingsmotor, en anderzijds Democraten die de stekkerauto al omarmen, kon oorspronkelijk nog verklaard worden uit zogeheten ‘range anxiety’. Die angst om met een lege batterij te komen zitten, is groter op het uitgestrekte platteland, waar verhoudingsgewijs meer conservatieve kiezers zitten, dan in de stad, waar meer Democraten wonen die meestal kortere afstanden afleggen.
Maar met elk nieuw model krijgen accu’s meer opslagcapaciteit. En mede dankzij subsidies van de zittende Democratische regering-Biden zijn er zeker voor de Tesla ook in de meest afgelegen staten veel snellaadpunten bijgekomen. Hierdoor is actieradius-angst als splijtende politieke factor steeds minder relevant, zegt Bob Unger van de Tesla-rijdersclub. „Die wordt eigenlijk alleen nog bepaald door je blaas en maag, zeg ik wel. Je auto kan zo ver gaan als die twee het volhouden. Want terwijl je stopt en daar voor zorgt, is je wagen alweer bijna opgeladen.”
Goh, een ouderwets academisch relletje. Martin Bosma, PVV-intellectueel en Kamervoorzitter, zag zijn proefschrift ten tweede male afgekeurd, berichtte het tv-programma Argos. Bosma begon alweer jaren geleden bij politicoloog en collega-stokebrand Meindert Fennema (1946-2023) aan een dissertatie over Zuid-Afrika, een bewerking van zijn eerdere, polemische boek Minderheid in eigen land (2015).
De ambitie van Bosma, die geen goed woord over heeft voor de ‘linkse universiteiten’, leverde toen al ophef op. Afgaande op de commentaren op zijn boek, een oefening in koloniaal revisionisme, was er wetenschappelijk ook nog wel wat te verhapstukken. Volgens Fennema’s opvolger, hoogleraar Jean Tillie, had Bosma in de tweede ronde een „verdedigbaar” werkstuk ingeleverd – maar blijkbaar dacht de rest er anders over. Bosma kán formeel verder, met een andere commissie – kleine kans.
Als eeuwige doctorandus (‘hij die nooit een proefschrift heeft gemaakt’), vraag je je intussen af: waaróm wil de Kamervoorzitter die graad zo graag halen? Vast weer een populistische provocatie, speculeerden stamgasten op sociale media, waar het leedvermaak over Bosma’s afgang dik van de ruiten droop. Een vals opzetje, zeg maar een soort academische false flag operatie – om de universiteit in opspraak te brengen. Zou het?
Natuurlijk niet. De anti-linkse stokebrand Bosma (60) wordt vermoedelijk gedreven door de zucht naar erkenning en status die menig promovendus op leeftijd op de been houdt tijdens een lange mars door de voetnoten. Hij wilde cultuurmarxistisch oprukken in de bovenbouw. Elites hekelen – of het ANC – gaat net iets beter met die twee gezaghebbende letters voor je naam.
Om het leedvermaak wat te dempen, de kwestie treft ook de universiteit, aldus Argos. Ja, die krijgt geld voor een buitenpromovendus, en had dus baat bij een goede afronding.
Maar voor de meest spectaculaire rel rond een proefschrift moeten we toch terug naar 1978, toen filosoof Eldert Willems promoveerde op een mijmering over zijn eigen gedichten, onder de titel ARPH. Een beetje alsof Bosma zou promoveren op een exegese van de moties die hij als Kamerlid indiende. Hoogleraar metafysica Otto Duintjer, zelf niet vies van een potje meditatie, stapte verontwaardigd uit de commissie.
Wel pijnlijk voor de Kamervoorzitter: al deze betrokkenen promoveerden alsnog.
Sjoerd de Jong schrijft elke donderdag op deze plek een column.