President Pieter Duisenberg van de Rekenkamer had zich voorgenomen het kabinet niet alleen te overladen met kritiek, maar óók te complimenteren. Dus geeft Duisenberg in een eerste evaluatie van de op Prinsjesdag gepresenteerde begrotingen eerst een schouderklop: het is duidelijk hoe het geld verdeeld is en waaraan het besteed wordt.
Maar verder is de Rekenkamer behoorlijk kritisch in de dinsdagmiddag naar de Tweede Kamer gestuurde brief. De doelen van het kabinet zijn vaak niet of alleen vaag geformuleerd. In de begroting van Volksgezondheid, Welzijn en Sport staat bijvoorbeeld: „Kinderen in Nederland groeien veilig op”. Justitie en Veiligheid wil een veiligere samenleving „met behulp van een goed functionerende politie”. Maar wat dit betekent in de praktijk blijft onduidelijk.
En over de risico’s en onzekerheden bij het uitvoeren van de plannen heeft de Rekenkamer nóg meer vragen. Deze zijn vaak niet, of in ieder geval niet duidelijk, in beeld gebracht. „Het kabinet laat niet goed zien waar het voor staat en wat het wil bereiken en hoe”, zegt Rekenkamerpresident Duisenberg telefonisch in een toelichting.
Hij benadrukt het belang van die doelen en uitvoerbaarheid. Bij de verbouwing van je keuken maak je van tevoren ook een bouwtekening en begroting, aldus Duisenberg. Afhankelijk van de kwaliteit van de tekening en de begroting blijkt of je uiteindelijk tevreden bent met de keuken. „Je geeft je aannemer ook geen zak met geld, en zegt: ik wil een nieuwe keuken.”
In mei beoordeelt de Rekenkamer of een kabinet het geld goed heeft uitgegeven. Als hulp daarbij presenteert de Rekenkamer een week na Prinsjesdag een analyse van de kabinetsplannen. De belangrijkste vragen: zijn de geldstromen in de begrotingen goed te volgen, zijn de doelen duidelijk geformuleerd, en hoe uitvoerbaar zijn de plannen?
Onzekere bezuinigingen
In het regeerakkoord wordt sterk ingezet op beperking van de instroom en bezuiniging op de kosten voor asiel. Of dit minister Marjolein Faber (Migratie, PVV) gaat lukken, is volgens Duisenberg de vraag. De afgelopen jaren zijn de kosten van asiel 21 van de 23 keer hoger uitgevallen, constateerde de Rekenkamer al eerder. Dit kabinet lijkt dezelfde fout te gaan maken. De uitgaven aan asiel dalen vanaf 2027 flink, stelt het ministerie. Maar de prognoses van het verwachte aantal asielzoekers dalen een stuk minder hard. „Het kabinet kijkt stelselmatig weg van hoe de werkelijkheid werkt”, oordeelt Duisenberg. Dat wegkijken geldt bijvoorbeeld ook voor de verbouwing van het Binnenhof, die vele malen duurder uitvalt dan oorspronkelijk was begroot.
Je geeft je aannemer ook geen zak met geld, en zegt: ik wil een nieuwe keuken
Een andere onzekere bezuiniging is die op ambtenaren. Vanaf 2025 moet het aantal rijksambtenaren met 22 procent omlaag. Duisenberg ziet onvoldoende hoe die bezuiniging concreet uitwerkt. Bovendien bezuinigt het kabinet ook op uitvoeringsorganisaties, tegen eerdere beloften in. Duisenberg noemt bijvoorbeeld de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Ook organisaties in de asielketen, zoals de IND en het COA, krijgen fors minder geld. In 2025 geeft de overheid nog 816 miljoen euro uit aan de IND, dat wordt 267 miljoen euro in 2028. Opvallend, vindt Duisenberg, want de voorspelde instroom daalt veel minder hard.
Bij landbouwminister Femke Wiersma (BBB) ziet Duisenberg ook problemen opdoemen. Zij zet vooralsnog de plannen van haar voorganger voort, maar kan geen aanspraak maken op het door het vorige kabinet opgerichte fonds van 20,5 miljard euro om bijvoorbeeld boeren die willen stoppen uit te kopen. In de begroting staat niet hoe ze boeren wel wil helpen. De Europese afspraken blijven gewoon staan.
Deze week maakte het CBS bekend dat het kabinet in 2024 vooralsnog juist geld overhoudt, in plaats van tekortkomt. Belangrijke reden: krapte op de arbeidsmarkt, waardoor er geen mensen te vinden zijn om kabinetsplannen uit te voeren. Duisenberg ziet dat dit risico ook voor dit kabinet groot is. Plannen genoeg, maar wie voert ze uit?
Nieuwe ministeries
Het kabinet-Schoof heeft drie nieuwe ministeries in het leven geroepen, waaronder die voor Asiel en Migratie. Wat de Rekenkamer daarbij opvalt: op de begrotingen van de nieuwe ministeries is nog geen personeel ingeboekt. De ministeries hebben ook nog geen eigen financiële afdelingen, schrijft de Rekenkamer, en blijft daarmee voor financieel beleid afhankelijk van andere ministeries. Dat kan botsende belangen opleveren.
Duisenberg weet als voormalig Kamerlid óók: scherpe doelstellingen kunnen ministers politiek kwetsbaar maken, als ze daar door de Tweede Kamer vervolgens hard op worden afgerekend. Dus mochten er uiteindelijk toch scherpere doelstellingen in de begroting belanden, dan adviseert hij de Tweede Kamer: „Gebruik die doelstellingen om te kunnen kijken wat je ervan kan leren.”
Een kabinet begint altijd met het bedenken van nieuwe plannen, maar eigenlijk is minstens zo belangrijk om te bedenken: waar wil je mee stoppen? Wat wil je beter doen? Daarvoor vraagt het kabinet evaluaties aan, ook bij de verantwoordelijke departementen. Alleen luistert de politiek daar lang niet altijd naar, ziet de Rekenkamer. Duisenberg wijst daarbij bijvoorbeeld op de eigenwoningregeling, beter bekend als de hypotheekrenteaftrek, en de landbouwvrijstelling. Dankzij deze vrijstelling hoeven boeren geen belasting te betalen over de winst die ze maken als ze eigen grond verkopen. Beide regelingen kwamen negatief uit evaluaties, maar worden niet aangepakt.