In Beeld Het was de week van de Miljoenennota en de zwartgelakte adviezen van ambtenaren. Die laatsten zijn vooral wat er in de herinnering blijft na twee lange dagen Algemene Politieke Beschouwingen. Premier Schoof haalde de woede van de oppositiepartijen ermee op zijn hals en de verhoudingen in de coalitie werden er nog verder door getest. NRC-fotograaf Bart Maat legde deze week het politiek spektakel vast. Een selectie van zijn beste beelden.
Related Posts
Op Le Guess Who? brengt een historicus het publiek in extase
- admin
- November 10, 2024
- 0
Hoe vaak zal een historicus het publiek hebben laten joelen, fluiten en schreeuwen om meer? Hoe vaak zal een academicus een volle concertzaal urenlang hebben laten dansen, springen, huilen en nog eens dansen? De Brits-Egyptische Hannah Elsisi (Cambridge, New York University) kreeg zaterdag in Utrecht vrij baan om haar grootse project Chromesthesia te lanceren. Het was festival Le Guess Who? op zijn best.
Terwijl er nog zoveel andere keuzes te maken waren in het enorme aanbod van het festival, konden veel bezoekers zich nauwelijks losweken uit de grote zaal van TivoliVredenburg. Zaterdag om zes uur trapt het project af met de afro-futuristische band Sonic Interventions uit Berlijn, waarbij muzikanten en dansers laveren tussen hiphop, trance, jazz en Afrikaanse tradities, eindigend in een extatisch applaus. Naadloos neemt de Egyptische DJ 3Phaz het over met de Saoedische zanger Msylma. Pre-islamitische zang met clubsounds. Er zullen nog twaalf uren volgen waarin Elsisi haar publiek langs duizend jaar muziek en migratie uit Afrika laat dansen.
In haar academische onderzoek naar de afro-diaspora en in de visualisaties in de zaal gebruikt Elsisi de mangrove als metafoor. Geen wonder dat haar project met talloze gastmuzikanten zo past bij Le Guess Who? (LGW?), toch het mangrovebos van de internationale muziekfestivals. Zoals mangroves onmisbare kraamkamers zijn voor de biodiversiteit en slechts 0,3 procent van de mondiale landmassa bedekken, zo programmeert LGW? alles wat muzikaal kronkelt en broeit in zoet en zout water, onder de zeespiegel of net erboven. De wortels strekken zich vier dagen uit over de stad vanuit TivoliVredenburg, met meer dan tweehonderd namen verspreid over 23 locaties.
Obscuur
Ook dit jaar leek het notoir ondoorgrondelijke programma weer obscuurder dan de vorige editie. Wie meer dan tien acts kent, werkt waarschijnlijk in de muziekindustrie of is een compulsieve avonturier, wat inderdaad geldt voor een groot deel van het internationale publiek. Maar hoe navigeert de gewone sterveling door dit landschap zonder headliners of zelfs enige herkenning? De oplossing: gewillig meevaren met de programmeurs, die op hun beurt het roer vaak afstaan aan curatoren.
Zo voert het getij op vrijdag naar restaurant/poppodium Le:en waar een vrouw haar gezicht begraaft in de beker van haar saxofoon. Kirsty Tickle van het Australische duo Party Dozen schreeuwt teksten in het koper over duistere trash en metal. Naast de drummer laat ze haar sax gieren als een overstuurde gitaar: een hand op de kleppen, een hand in de lucht. Dan roept Tickle dat ze niet veel tijd heeft om na afloop platen te verkopen; ze wil zelf het festival bezoeken. Misschien vinden muzikanten LGW? nog wel leuker dan het publiek.
Of je strandt op een eiland in de Pieterskerk bij de 83-jarige Tucker Zimmerman, een vergeten folkzanger die een halve eeuw geleden het geprezen album ‘Ten Songs’ maakte en in de vergetelheid raakte. Nu is hij terug door een samenwerking met indieband Big Thief (niet aanwezig) en vult de kerk met een verhaal over Lorelei en een Chinees liedje dat niet Chinees klinkt, maar als bluegrass.
In de nacht voert een warme zeestroom richting club Kabul à GoGo waar een andere curator, het Zuid-Londense collectief Touching Bass, een urenlange ode aan de Brits-Caribische soundsystems brengt. Terwijl vanuit kraampjes soul food wordt geserveerd laten dub-dj’s Aba Shanti-I en King Jammy het gebouw bijkans bezwijken onder de bas, uit een imponerende muur van versterkers.
Muzikale vader
Soms groeit een hoge boom op de mangrovewortels. De Pakistaanse zangeres Arooj Aftab imponeerde drie jaar geleden al eens op LGW?. Later kwam ze terug op festivals als Down the Rabbit Hole, North Sea Jazz en Lowlands. Dit jaar is ze curator in Utrecht, mag ze haar eigen wortels laten zien: onder meer met een film over haar muzikale vader. Wie zich op zaterdag weet los te maken uit de grote zaal kan Aftabs protegé Sheherazaad zien. Ook deze Amerikaanse zangeres gebruikt haar Indiase roots en fladdert met absolute stemcontrole theatraal langs de oude verzen.
Na ontroerende dans en breakdance op bezwerende noord-Afrikaanse zar-tradities, geeft Elsisi in de grote zaal de beurt aan multi-instrumentalist Jowee Omicil. Tussen zijn spirituele jazzgrooves door vertelt hij over de legendarische Haïtiaanse slavenrevolutie. Het werkt beter dan de ietwat academische teksten die Elsisi projecteert. Geschiedeniscolleges komen later wel, eerst laat de Venezolaanse DJ Babatr de zaal uit elkaar klappen met raptor house uit Caracas. De Zuid-Afrikaanse zangeres en actrice Sho Madjozi overtreft met stuiterbeats die alleen zij en de twee danseressen kunnen bijbenen.
Deze kronkelende mangroven van Elsisi blijken betrouwbaarder dan de vaste grond van het overige programma. De zaterdagavond in TivoliVredenbrug sluit ogenschijnlijk logisch af met een voorbeeld van de Afrikaanse migratie die na al die eeuwen het poplandschap domineert, met neo-soulzangeres Yaya Bey. Maar de Amerikaanse rijzende ster slaat de plank mis. Ze haalt de vaart eruit, spreekt geagiteerd met haar rug naar het publiek, ogenschijnlijk onder invloed en totaal niet betrokken bij het ambitieuze project. Wat een contrast met de tientallen andere muzikanten uit alle windstreken die samen met de festivalorganisatie lange, vermoeiende trajecten doorliepen om ze het land in te krijgen.
Het festival wijdde een uitzonderlijk statement aan de bureaucratische tegenwerking om niet-westerse muzikanten hier te laten spelen: ‘inclusiviteit (…) is een illusie zolang Nederland de deur niet opent’. Maar tegen de klippen op gaat Elsisi’s mangrovetocht verder in club Kabul á GoGo waar tot de ochtend wordt gedanst op afro-tech, amapiano, kuduro en reggaeton, op muziekgeschiedenis.
Opinie | Waarom ‘de grote bek’ Trump en Wilders electoraal succes bracht?
- admin
- November 9, 2024
- 0
Nederlanders, ook Nederlandse politici, spiegelen zich graag aan Amerikaanse cultuur: zij pikken eruit wat ze bevalt en kopiëren het. Amerikaantje spelen.
Dus toen het internet in de VS de grote bek voortbracht, de persoon die niet met prestaties maar met grensoverschrijdende taal de aandacht trekt, zag je dat ook hier opkomen. Aan de zijlijn van jeugdvoetbal op zaterdagmorgen, in de Tweede Kamer, op sociale media, in de tram, etc.: normloos gedrag dat uitgroeide tot de nieuwe norm.
De nationale vergaderzaal, 22 september 2011:
Wilders: „Doe normaal man!”
Rutte: „Die zélf normaal, sjongejonge!”
Ook Donald Trump hanteert de methode al jaren – „lock her up” (over Hillary Clinton), „shithole countries” (over Haïti en Afrikaanse landen), etc. – en zijn zege, deze week, bekrachtigt dat mensen er blijkbaar nog lang geen genoeg van hebben. Dat belooft nog wat.
De man die zich in de campagne opnieuw weinig grenzen oplegde, beklaagde zich vooraf eindeloos over een vervalste uitslag. Een klacht die ogenblikkelijk verviel zodra hij de winnaar bleek te zijn, want ook dat hoort bij het tijdperk van de vulgaire politiek: morgen kun je iets anders zeggen, met dezelfde grote bek.
Veel verklaringen voor dit soort radicaal-rechtse zeges, ook die van Geert Wilders, hebben een kern van waarheid. De verwerking van covid, de inflatie. Het verzet tegen migratie, tegen de vrijhandel die dit veelal veroorzaakt, de groeiende verlangens naar nationalisme en autoritair leiderschap. De weerzin tegen politici die de naoorlogse orde van internationale samenwerking – EU, NAVO, etc. – blijven verdedigen.
Zo bezien is de normalisering van vulgaire politiek niet de oorzaak, maar een uiting van het ongenoegen.
It’s technology, stupid
Toch lijkt het net te simpel het succes van een 78-jarige zakenman met autocratische trekken, de oudste Amerikaanse presidentskandidaat ooit, alléén toe te schrijven aan steeds dezelfde, sleetse, verklaringen. Al was het maar omdat bijvoorbeeld het verzet tegen migratie, in Nederland en de VS, veel ouder is dan het succes van radicaal-rechts.
Je kunt je ook afvragen of het tijdperk van de vulgaire politiek niet een ongemakkelijk bijproduct van de technologische revolutie is.
Online is vulgariteit zo alomtegenwoordig dat het een soort alledaagse waanzin is geworden. Mensen die op hun berechting vertellen dat ze iemand even anoniem bedreigden en daarna hun kind hielpen met huiswerk.
In de Los Angeles Review of Books constateerde de filosoof Justin E. Smith twee jaar terug dat het verraderlijke van sociale media is dat mensen er zelden contact maken. Ze bootsen alleen contact na. Een soort gamen, aldus Smith.
De grote bek als consequentieloos pleziertje – totdat de routinematige vulgariteit overslaat naar het echte leven.
Hebbedingetje
Evengoed is dit soort gedrag misschien ook niet onlogisch als mensen ervaren dat hun online leven gepaard gaat met terugkerende manipulatiepogingen: algoritmen die hun aankoopbehoeften kennen en muzieksmaak overnemen, sociale media die verslaving creëren, etc.
Het hebbedingetje van deze tijd, de smartphone, als middel om je keuzes bij voortduring te beïnvloeden. Commerciële krachten die je vrijheid uitdagen. Als dat de dominante online ervaring van mensen is, moet je misschien ook niet vreemd opkijken als de stap naar politieke onvrijheid niet zo groot meer blijkt te zijn.
Het gaat verder. In het Britse New Left Review schetste de Engelse politicoloog William Davies eerder de bittere online controverses over the politics of recognition: de behoefte aan erkenning van leed uit het verleden – slavernij, racisme, discriminatie, etc. – bij afzonderlijke bevolkingsgroepen.
Het botste op het verdienmodel van sociale media, constateert Davies, want zij stimuleren gevoelens van miskenning bij zoveel mogelijk gebruikers: de aandachteconomie rendeert nu eenmaal beter bij maximaal onbehagen.
Het desastreuze gevolg: groepen die uit hun schulp kruipen met een roep om erkenning en dan mensen in economische en culturele welstand tegenover zich vinden die menen óók recht op erkenning te hebben – met, alweer, de grote bek als wapen.
All Trump, all the time
Tijdens de campagne luisterde ik, naast enkele conservatieve podcasts, geregeld naar Pod Save America van overwegend oud-Obama-adviseurs. Week na week maakten ze plezier over Trumps campagneblunders, zijn gebrek aan discipline, zijn nodeloze uitweidingen, zijn afwijkingen van het script. Ze kwamen niet meer bij toen hij in debat met Kamala Harris sprak over illegale migranten die honden en katten zouden eten.
Later las ik in Politico dat dit het doel van Trumps campagne was: laat het gesprek élke dag over Trump gaan, breng hem in het centrum van de aandacht, organiseer zoveel mogelijk aanvallen van de opponent: All Trump, all the time.
De grote bek en democratische ontwrichting als oogmerk. Aandachtpolitiek in optima forma: politiek die niet draait om moeilijkheden van mensen maar die moeilijkheden van mensen nodig heeft om de aandacht op de politicus te vestigen.
En terwijl de aandachteconomie voortraast, een wereldwijde bron van ontreddering in ontelbare levens, voeren allerlei mensen in beschermde posities (jazeker, ook ik) alweer een jaar of tien een even onmachtig als bezorgd gesprek over de opkomst van autoritaire leiders. Het bekende rijtje: Poetin, Xi, Erdogan, Orbán.
Gideon Rachman, de begenadigde buitenlandcolumnist van de Financial Times, schreef er twee jaar terug een kenmerkend boek over – The Age of Strongmen. De intellectuele voorhoede trok een grens. Dit kon zo niet langer.
Spot
En deze week vond ik in een archiefmapje een recensie van het boek terug door een jonge Amerikaanse journalist, Krithika Varagur, in The New Republic. Schokkend goed. Ze bespotte Rachmans boek omdat het maar één oplossing aandroeg: „Afwachten.” Afwachten tot Joe Biden (destijds 79) namens de VS kans zou zien de wereldwijde autoritaire verleiding te ontmantelen.
We weten nu hoe dit afliep. De les: we kijken niet alleen naar het tijdperk van de vulgaire politiek, maar óók naar een periode waarin (vergrijsde) dragers van de democratie al veel te lang geen overtuigende woorden bij hun opvattingen meer kunnen vinden.
Gidsland
Ik aarzelde om deze kanttekeningen te publiceren – zekerheden heb ik ook niet. Toch vermoed ik dat het belang heeft de uitslag van deze week diepgaander te analyseren dan alleen als de zoveelste afwijzing van de trits inflatie, migratie en internationalisering.
Je kunt nu eenmaal beredeneren dat de steun voor Trump óók een logisch product is van de online onvrijheid die mensen ervaren. De grote bek die je daar móét opzetten om gehoord te worden. En welgestelde landgenoten die „de democratie” verdedigen terwijl Google en Spotify jouw vrijheid allang op de korrel hebben.
Het is een wereldwijd vraagstuk, maar wat zou erop tegen zijn als Nederland – zo niet de regering, dan toch de oppositie – het internationale debat hierover als gidsland agendeert?
Illusie
Maar we weten het: de actualiteit zit nadenkende politici altijd op de hielen. De dilemma’s voor de komende maanden zijn wel duidelijk.
Is de Europese NAVO-vleugel bereid méér bij te dragen aan de militaire steun van Oekraïne? Omdat anders óf de NAVO uiteenvalt óf Poetin met zijn imperiale ambities een militaire overwinning op Oekraïne in de schoot geworpen krijgt?
En is de vriendschap van Europees radicaal-rechts met Trump ertegen bestand als de laatste, zoals in de campagne beloofd, importheffingen oplegt aan Europese bedrijfstakken die bijvoorbeeld Duitse en Nederlandse banen kosten?
In die kringen lezen ze ook kranten, dus ook zij weten dat Trump geen stuiver geeft voor politieke vriendschap: de lijst ontslagen medewerkers in zijn eerste termijn was ellenlang, waarbij ideologische overeenstemming nooit bescherming bood.
Tegelijk is er mogelijk ook een keerzijde. Juist Republikeinse presidenten bieden Nederlandse diplomaten soms de beste kansen. Europese regeringsleiders zijn het over internationale vraagstukken bijna altijd eens met een Democraat in het Witte Huis. Met een Republikein is het anders. Dan willen vooral Fransen en Duitsers nog wel eens steigeren – zie hun weigering in 2003 de Amerikaanse invasie van Irak, geïnitieerd door de Republikein Bush jr., te steunen.
Diplomatie als business: de verschillen tussen Nederland en Trump zijn niet in álle opzichten zo groot
En de ironie is: achteraf zagen de Duitsers en de Fransen het veel scherper dan de VS, maar destijds bood het Frans-Duitse conflict met Bush de Nederlandse diplomatie vooral kansen. Jaap de Hoop Scheffer werd onverwacht secretaris-generaal van de NAVO. En de toenmalige ambassadeur in Washington, Boudewijn van Eenennaam, buitte de Nederlandse troepenbijdrage aan Irak later uit om zakendeals voor Nederlandse bedrijven te initiëren.
Detail: Caspar Veldkamp (NSC), nu minister van Buitenlandse Zaken, zat er destijds als diplomaat in Washington bovenop toen de Frans-Duitse positie Nederland het ene voordeel na het andere opleverde. Diplomatie als business: de verschillen tussen Nederland en Trump zijn niet in álle opzichten zo groot.
Goldband voert hun publiek van dood naar leven – op straffe ritmes
- admin
- November 9, 2024
- 0
Het begint bij het einde. De show van Goldband in Ziggo Dome, vrijdagavond in Amsterdam, opent traag op een nagenoeg leeg, wit belicht podium. Langzaam komt een groep monniken aanlopen met kisten op hun schouders. Als ze de kisten schuin neerzetten, ziet het publiek drie ‘levende doden’ die hun nummer ‘Requiem’ beginnen te zingen: ‘Iedereen gaat dood/ Jij ook, en jij ook, en jij ook/ Iedereen gaat hartstikke dood’.
Bij de woorden ‘Zoals Jezus aan het kruis’ stijgen ze opwaarts, zwevend aan tuigjes, en zingen verder, soms slap als poppen, dan weer schoppend en tuimelend in de lucht.
Het is een spectaculaire opening, en het is gewaagd dat de branie-band uit Den Haag zo ingetogen begint. Maar de smartlap ontwikkelt zich tot een dansnummer met straffe ritmes, en de tekst is zowel somber als grappig (‘Ik laat me niet gauw kisten’). Na reflectie kan alleen nog vervoering komen. En dat gebeurt.
Branie en gevoel
De carrière van Goldband lijkt een omgekeerde route te volgen. Het debuut Betaalbare Romantiek gaf in coronatijd meteen een doorbraak naar het Nederlandse publiek. ‘Noodgeval’ en ‘Ik Haat Je’ werden nationale meezingers, hun concerten waren massafestijnen. Daarna kreeg het dit jaar verschenen tweede album Samen Tegen Elkaar minder bijval – hoewel daarop even listig hedonisme met droefheid gemengd wordt.
Maar live is de groep nog steeds meester, bleek afgelopen zomer op Pukkelpop en Lowlands. En het blijkt nu opnieuw in de Ziggo Dome, bij de eerste van twee nagenoeg uitverkochte concerten voor zo’n 17 duizend fans. Na het vrolijke, op het Scheveningse strand geïnspireerde decor bij de concerten vorig jaar in de Amsterdamse Afas Live, is er nu een minimalistisch podiumbeeld: alleen een zuilengalerij achter op het toneel, waar de driekoppige band speelt en waar soms vlammen langs de bovenkant gloeien. Voormannen Boaz Kok, Karel Gerlach en Milo Driessen vullen de rest van het grote toneel. Soms zien ze er verloren uit, zo ver uit elkaar.
Maar al snel slaat de Goldband-magie toe: de elkaar afwisselende stemmen, de sfeer van melig broederschap, de stuwende, veelzijdige ritmes van drummer Isaï Reiziger, de groteske gitaarsolo’s van Wieger Hoogendorp, de muziek die simpel lijkt maar steeds verrast. De drie zangers hebben branie maar tonen zich ook gevoelig en onopgesmukt. De ‘boyband’-achtige choreografieën worden afgewisseld met een stekelig levensgevoel – van zichzelf en de eigen generatie – in hun teksten.
Een enkel liedje klinkt vlak (‘Dit Is Voor Jou’), maar de sfeer heeft een stijgende lijn. Zangeres Maan zingt mee in de gezamenlijke hit ‘Stiekem’ en daarna is ‘Noodgeval’ de opmaat naar het hoogtepunt van de avond: ’You & Me’, waarbij alle tribunes staan te dansen.
Hun kleding – met Boaz Kok als een in bont gehulde Viking – was al snel afgeworpen, zodat door Kok en Gerlach met bloot bovenlijf wordt gecrowdsurfd vanaf halverwege de zaal richting het podium, terwijl Driessen in zijn eentje ‘Rommel’ zingt.
Het aloude ‘Mijn Stad’, over Den Haag, krijgt een nieuw arrangement met grommende metalgitaren en beukend gabberritme. In de zaal cirkelen de ‘pits’, op het podium stuiteren de muzikanten, levenslust spat in het rond.