Op de Filippijnen is Boskalis een scheldwoord geworden

Reportage

Boskalis Boskalis dreigt Nederland te verlaten als nieuwe wetgeving bedrijven aansprakelijk stelt voor hun handelen in het buitenland. Maar wat doet het bedrijf in die verre landen?


Foto Simone Galavazi

Renen Rivera duikt op uit het troebele water van de baai van de Filippijnse hoofdstad Manila. Hij hapt naar adem. „Weer niks gevangen”, verzucht hij als hij aan boord klimt en zijn zwarte duikbril boos van zijn gezicht trekt. Zijn fuik zit vol plastic afval en een spartelend krabbetje. Zo mager is de vangst al maanden. Hij wijst naar de boosdoeners. „Ze komen uit Nederland.”

In de verte dobberen de schepen van de Nederlandse baggermaatschappij Boskalis. Daarachter doemt Manila op. „Vroeger stond het hier vol met visfuiken. Maar de vissen zijn verdwenen en daar voorbij de vlaggen mogen we niet meer komen. 70 procent van onze visgronden is al ingenomen”, zegt Rivera en veegt het zeewater van zijn gezicht. „Straks zijn we alles kwijt. Ze halen alles weg voor het vliegveld.”

Renen Rivera op zijn boot. Foto Simone Galavazi

New Manila International Airport is het vlaggenschip van het infrastructuurprogramma van voormalig president Rodrigo Duterte. In 2016 kwam hij aan de macht met twee beloften. De eerste was een meedogenloze oorlog tegen drugs. „Ik zal iedereen vermoorden die het leven op de Filippijnen ellendig maakt. De vissen in de baai van Manila zullen zich vet vreten aan jullie,” waarschuwde Duterte voor hij aan de macht kwam. Hij hield woord. In de eerste twaalf maanden werden naar schatting van mensenrechtenorganisaties 12.000 mensen zonder enige vorm van proces geëxecuteerd.

Dutertes tweede belofte was een gouden eeuw voor nieuwe infrastructuur, winkelcentra, appartementencomplexen, hogesnelheidslijnen, havens en een vliegveld. In het verkruimelend beton van de Filippijnse hoofdstad is daar geen ruimte voor. Dit is een agglomeratie die uit de puinhopen van Japanse oorlogsbombardementen herrees, en niet is gebouwd voor bijna 13 miljoen mensen. Wie hier vooruit wil, moet in zee bouwen, zoals de Hollanders deden in de Flevopolder en de Maasvlakte.

‘Geweldig werk’

In december 2020 werd de Nederlandse baggeraar Boskalis naar de Filippijnen gehaald, specialist in landaanwinning. Het contract is 1,5 miljard euro waard, het grootste uit de geschiedenis van Boskalis. „We zijn er extreem trots op. Omdat we daar geweldig werk uitvoeren, onder best wel uitdagende omstandigheden”, zegt ceo Peter Berdowski desgevraagd, op het hoofdkantoor van Boskalis in Papendrecht.

Maar op de Filippijnen is Boskalis een scheldwoord geworden. Vooral onder vissers. En vooral in de wijk Taliptip, waar zevenhonderd vissersgezinnen plaats moesten maken voor het vliegveld. De visgronden zijn zo goed als verlaten. Visfuiken wapperen werkeloos in de warme wind. Op de dijken en pieren aan de randen van het bouwproject resten de ruïnes van gesloopte huizen. In de verte ligt de skyline van Manila Baai, trillend in de warme lucht, en de machines van Boskalis die het opgebaggerde slib platdrukken voor de nieuwe landingsbanen. „We moeten hier morgen weg zijn. Ze zeiden dat als we niet vertrekken, we naar de gevangenis gaan”, zegt Evangeline Ramos, die er als een van de laatsten woont. „No Trespassing”, staat er op het spandoek dat de nieuwe eigenaar om haar huis heeft gedrapeerd. Een boot met drie Filippijnse mannen in oranje hesjes vaart langs. Boskalis, staat er op hun zwarte bandana’s.

De sloop van de vissershuizen werd gedaan in opdracht San Miguel Corporation (SMC), de Filippijnse opdrachtgever van Boskalis en een van grootste bedrijven op de Filippijnen. SMC kocht het land rond de plek waar het vliegveld wordt gebouwd. Ramos zegt meermalen te zijn bezocht door medewerkers van San Miguel, vergezeld door soldaten in uniform die vertelden dat de grond onder haar huis was verkocht en dat ze moest vertrekken. Dekens, kleren en kookgerei heeft ze buiten opgestapeld. De enige kast is leeggeruimd en wacht op de kade op vertrek. In de verte klinkt het gegrom van graafmachines.

Ook al was Boskalis niet betrokken bij de sloop van de huizen, het Nederlandse bedrijf wordt in de gemeenschappen rond de baai in een adem genoemd met zijn opdrachtgever San Miguel Corporation. De baas van het bedrijf is Ramon Ang, vriend van Duterte en medefinancier van diens verkiezingscampagnes. „Ramon Ang gaf me wat geld. Niet veel. Niet weinig”, gaf Duterte toe in december 2021. De zoon van dictator Ferdinand Marcos (aan de macht van 1965 tot 1986), Bongbong Marcos, volgde vorig jaar Rodrigo Duterte op. Dutertes dochter Sara werd vicepresident.

De familie Ramos verlaat hun huis om ruimte te maken voor het vliegveld.Foto Simone Galavazi

San Miguel beloofde vervangende woonruimte voor de helft van de gezinnen die volgens mensenrechtenorganisaties het gebied moesten verlaten. Ze kregen allemaal bezoek van medewerkers van San Miguel en militairen met het verzoek hun eigen huizen te vernietigen. Tot nu toe kregen slechts zes gezinnen nieuw onderdak. De rest koos noodgedwongen voor een financiële compensatie, van 2.000 tot 5.000 euro. Velen zijn nog niet uitbetaald.

Teody en Shirley Bacon weigerden tot het laatste moment te vertrekken uit hun dorp op bamboe palen. „We werden gedwongen om te vertrekken. Ze kwamen met militairen en bewakers”, zegt Teody Bacon op een zaterdagochtend in zijn nieuwe huis. Hij filmde zijn laatste uren in het dorp waar hij vijftig jaar woonde. Hij laat de video zien op zijn telefoon en begint te snikken.

Het huis waar hij nu met zijn vrouw en peuter woont heeft een elektriciteitsaansluiting en een school om de hoek. Maar er is geen geld voor stroom of school; Bacon is werkeloos. „We verdienden misschien niet veel, maar we hadden altijd iets te eten. Nu hebben we grote schulden”, zegt zijn vrouw Shirley.

Volgens Jon Bonifacio van milieuorganisatie Kalikasan heeft „Boskalis oogkleppen op” voor alle misstanden rond het project. „Ze zeggen dat ze niets te maken hebben met die oorlog tegen drugs, wat in feite een oorlog tegen de armen was. En een oorlog tegen milieuactivisten en mensen die strijden tegen dit soort projecten.”

Volgens een rapport dat mensenrechtenorganisatie Global Witness deze week publiceert kwamen op de Filippijnen in de afgelopen tien jaar 270 milieuactivisten om het leven, 52 van hen op het eiland Luzon waar de hoofdstad Manila ligt. Een groot aantal van hen sprak zich uit tegen de infrastructuurprojecten van Duterte en zijn opvolger Marcos.

Volgens Jon Bonifacio van milieuorganisatie Kalikasan heeft „Boskalis oogkleppen op” voor alle misstanden rond het project

Een milieuactivist die anoniem wil blijven – haar naam is bekend bij de redactie – zegt dat ze meermalen is bedreigd en „rood gelabeld”. Dat is een term die wordt gebruikt voor groeperingen als de New People’s Army, de gewapende tak van de Communistische Partij. Een brandmerk van terrorisme. „Iedereen die mensen leert om voor hun rechten op te staan krijgt het etiket van staatsvijand opgeplakt. Ik kan gearresteerd worden, ik kan verdwijnen of zelfs vermoord worden”, zegt ze.

New Manila International Airport moet de druk op het huidige internationale vliegveld van Manila verlichten. Al sinds de jaren tachtig wordt er gesproken over vervanging van het huidige Ninoy Aquino International Airport en dat is niet alleen vanwege de drukte. Het vliegveld is genoemd naar de senator en oppositieleider die in 1983 onder toeziend oog van televisiecamera’s werd neergeschoten op het asfalt van de landingsbaan nadat hij uit ballingschap terugkeerde. Soldaten van Ferdinand Marcos werden verantwoordelijk gehouden voor de moord, die leidde tot een volksopstand en de val van Marcos. „Een nieuw internationaal vliegveld voor Manila kun je zien als het uitgummen van die geschiedenis”, zegt Jon Bonifacio.

Bonifacio wijst erop dat Boskalis’ opdrachtgever San Miguel alle internationale regelgeving overtrad door al in 2018 te beginnen met het kappen van honderden mangrovebossen rondom de baai van Manila. Dat was ruim anderhalf jaar voor de officiële toestemming van de Filippijnse regering en de benodigde effectrapportages. In de eerste rapportage werd de aanwezigheid van militairen bij huisbezoeken helemaal verzwegen. In een vervolgrapport dat bijna een jaar na het contract met Boskalis verscheen, wordt de aanwezigheid van soldaten „gebagatelliseerd”, schrijft Global Witness. „Volgens dat rapport waren de militairen er niet om de gemeenschap te intimideren maar om te beschermen.”

Verzekerd door Nederland

De Nederlandse exportkredietverzekeraar Atradius en het ministerie van Financiën stemden vorig jaar in het project te verzekeren. Mocht er iets mis gaan tijdens het project, dan dekt de Nederlandse overheid de kosten. „Het Nederlandse beleid voor de exportkredietverzekering is zo ingericht dat projecten vooraf aan internationale standaarden worden getoetst”, schrijft het ministerie in een reactie. „Dit geldt ook voor het project in (…) de Filippijnen. Tekortkomingen bij aanvang van het project zijn mede dankzij ontvangen signalen van ngo’s en juist na betrokkenheid van Atradius en de Nederlandse overheid aangepakt.”

Maar volgens Bonifacio druipt het Nederlandse beleid van de contradicties. Hij wijst erop dat het ministerie van Buitenlandse Zaken in 2018 nog met de Filippijnse regering een masterplan ontwikkelde om de biodiversiteit in de baai van Manila te beschermen. „Ik dacht altijd dat Nederland en Boskalis beweerden wereldleiders te zijn in ecosystemen en dan zie je extreme nalatigheid jegens de Filippijnse mensen. Het contract van 1,5 miljard euro is bloedgeld. Er is misschien niemand voor vermoord, maar het veroorzaakt wel het lijden van heel veel mensen.”

Foto Simone Galavazi

De infrastructuurprojecten zorgen voor meer daklozen in de stad, zegt missionaris Flaviano ‘Flavie’ Villanueva. De katholieke priester werd in december 2021 beloond met een hoge Nederlandse onderscheiding, de Tulip Award, voor zijn opvang van daklozen en nabestaanden van de duizenden executies door de doodseskaders van Duterte. Drie keer in de week krijgen zij een maaltijd en een douche. Daarna mogen ze voor de spiegel. „Ik wil ze eraan herinneren wie ze werkelijk van binnen zijn”, zegt Villanueva.

Als Villanueva hoort dat de Nederlandse overheid het vliegveldproject van Duterte en zijn opvolger Marcos steunt kijkt hij aangeslagen. „De ambassade heeft ons veel geholpen met wat we hier doen. Daar ben ik dankbaar voor. Maar hoe moet ik zoiets zien als dezelfde regering partner is van de Duterte-regering. Het is zo’n grote deal, naast zoveel doden. Ik kan die twee dingen niet met elkaar verenigen. Ik voel me bij de neus genomen.”

In Papendrecht wijst ceo Berdowski de beschuldigingen van de Filippijnse activisten niet allemaal van de hand. Hij geeft toe dat opdrachtgever San Miguel bij aanvang van het project fouten heeft gemaakt. Hij zegt dat Boskalis druk heeft uitgeoefend om die fouten te herstellen en gedupeerden te compenseren. „Feit is dat ze moeten worden gecompenseerd. Als wij dat zouden doen, zou ik er snel uit zijn. Dat zijn bedragen die ten opzichte van de 1,5 miljard voor ons werk niet het grote verschil uitmaken. Het moet gebeuren. Het zou veel sneller kunnen volgens mij en veel pragmatischer dan de klant er invulling aangeeft.”

Het ministerie van Financiën benadrukt ook dat er streng wordt toegezien om nieuwe fouten te voorkomen. Maar zakendoen met regimes zoals Duterte is volgens Berdowski onvermijdelijk. „Dat dit in een land gebeurt waar het met de mensenrechten niet optimaal en ideaal geregeld is, ja ik kan het rijtje landen afgaan waarin wij actief zijn. Dan zijn er een heleboel landen waar ik persoonlijk best mijn aanmerkingen bij heb. Maar als we dat als ons kompas zouden gaan hanteren, en we gaan alleen nog maar naar landen om infrastructuurprojecten uit te voeren als die aan de Nederlandse of Europese maatstaven voldoen, dan is het wat ons betreft buiten Europa wel klaar met de werken die we kunnen uitvoeren. Dan zijn we in elk geval een stuk smaller in business.”

VPRO’s Frontlinie zendt aanstaande donderdag de documentaire Baggerbaai uit, op NPO2, 20h25.