Manu Chao is overrompelend terug, maar noem het geen comeback – London Grammar bulkt van gevoel

Manu Chao maakt geen ‘comeback’ na zeventien jaar, hij doet wat hij wil

Na zeventien jaar pauze is er eindelijk een nieuw album van Manu Chao. Waar was de legendarische Spaans-Franse zanger al die tijd? Weinig artiesten houden hun woord, Chao wel. Als hij belooft niet aan de leiband van de muziekindustrie te lopen, dan verdwijnt hij zomaar zeventien jaar uit beeld. Niet omdat hij geen fans heeft, maar omdat hij belangrijke activistische doelen wil realiseren, in Brazilië, Barcelona, Mexico of Senegal. Hij wil demonstreren, uitzettingen voorkomen, watervoorraden veilig stellen.

En nu verschijnt er een nieuw album – en dat is geen ‘comeback’ want carrière-jargon past hem niet. Chao had zin om weer onder de mensen te komen en noemde zijn plaat dan ook Viva Tu – als hartelijke boodschap jegens de aanhang.

Er is weinig veranderd vergeleken met zijn stijl op eerdere albums, en dat is goed nieuws. De nu 63-jarige Manu Chao speelt altijd al alsof de duivel hem op de hielen zit, en vuurde zijn muzikanten aan om hetzelfde te doen. Als een losgeslagen schip in woest getij zwalkten nummers in het verleden langs, bijvoorbeeld in ‘13 Días’, ‘Siberia’ of ‘Panik Panik’ van zijn voorlaatste plaat La Radiolina (2007).


Lees ook

De wildste geruchten gaan rond over Manu Chao, maar wie is hij echt?

De Frans-Spaanse zanger Manu Chao vindt het belangrijker wáár hij optreedt, dan wat hij ervoor krijgt.

Voor Viva Tu houdt Chao zich aan de vuistregels: vermeng Spaanse, Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse timbres tot een wild palet. Vuur de mandolines, akoestische gitaren, sirenes en felle drummers aan om sneller, wervelender, opwindender te spelen, tot het randje van punk. Hij metselt er soms een oud orgeltje tussen, een stuk elektronica, of koeienbel.

De nummers overrompelen al bij het intro, dankzij de heldere sound en de vitaliteit en levenslust die uit een enkel gitaarloopje kan spatten. De luisteraar wordt meegezogen in die onstuimigheid, zo grondig dat je bijna vergeet waar Chao het ondertussen over heeft.

Want de tekst van titelnummer ‘Viva Tu’, met zijn rinkelende notenwaaiers, mag dan lieflijk zijn, de meeste andere teksten zijn somber van toon. Chao noemt geen concreet onrecht of onheil, er is eerder een onheilszwangere sfeer of stemming.

In het misleidend luchtige ‘River Why’ horen we een grimmig wereldbeeld: ‘This is not success/ This is not progress/ This is just/ A collective suicide’.

Ook zo’n popparel is ‘Tu Te Vas’, in Spaans en Frans gezongen, samen met de hese Franse zangeres Laeti. Terwijl ze het hebben over afscheid, ‘Cuando tú te vas’, worden de liefdeshobbels gladgestreken door opgewekte handclaps en sensuele samenzang.

Er zijn enkele rustpunten. Het nauwkeurig gearticuleerde ‘Cuatro Calles’ is het treurigste liedje van de plaat, over heimwee en eenzaamheid: ‘Un pobre loco perdido/ En el charco del amor’ (‘Een arme verloren dwaas/ In de plas van liefde’). Hier vallen muziek en inhoud samen.

In de wervelende stijl zit ook humor, zoals de echoënde zangstem in ‘La Colilla’, als van een dronken nieuwslezer. En het is grappig om juist de als optimistische pothead bekend staande countryzanger Willie Nelson, 91, te vragen voor ‘Heaven’s Bad Day’, waarin zelfs de hemel blijkt tegen te vallen.

Viva Tu brengt vervoering en levenslust, en soms radeloosheid. In zijn muziek zijn de uithoeken van Chao’s ziel te horen. Hoe wanhopig ook, het is altijd feest.


Onderhuids borrelt het nog behoorlijk bij London Grammar

‘Heeft iemand je verteld dat het leven gemakkelijk was? Ze hadden het mis.” De Londense zangeres Hannah Reid gaat het niet mooier maken dan het is, in ‘You and I’. Niet dat dit zo’n verrassende uitspraak is, maar het zet wel een beetje de toon op het nieuwe album van haar band London Grammar: de grote ontgoocheling die je kunt voelen bij het ouder worden. Zou je al een wat naïeve verwachting hebben van het leven, dan onderstreept de 34-jarige Reid op The Greatest Love hoe alle lijnen verstrikt kunnen raken. Hoe het leven troebel is en complex. Het is moeilijk richting vinden langs overdonderende emoties en onzekerheden.

Dat klinkt somber. Maar dat is het niet, ook al bulkt The Greatest Love van London Grammar weer van gevoel en donkere onderstromen. Het is de vierde plaat sinds debuut If You Wait (2013). Dat was toen een veelbelovende kennismaking met een jong Britse indiepoptrio dat zich direct van zijn breekbare kant liet horen: zware tienerzorgen, getroebleerde relaties.

Zangeres Hannah Reid bleek een talent in het omzetten van gevoel in songtekst. Maar ook de onderlinge chemie van het drietal (naast Reid gitarist Dan Rothman en drummer/toetsenist Dot Major), dat elkaar leerde kennen op de Nottingham University, bleek uit hun cleane liedjesschrijven: de zorgen van een jonge generatie (‘Wasting My Young Years’ of het voorbeeldige ‘Strong’) verklankt in langzaam verbredende soundscapes.

Op Truth is a Beautiful Thing (2017) en Californian Soil (2021) was groei waarneembaar, een lichtere en vrolijkere negativiteit, zo je wilt. Al bleef de onderkoelde vorm hangen en werd het live nooit echt de spannendste band. Braafjes? Best. Maar onderschat ook podiumangst niet – Reid vertelde er vaak over in interviews. En ook in video’s ziet ze niets.

Ook op The Greatest Love heeft London Grammar patent op satijnmatte, elegant deinende songs. Je voelt dat er wat speelt – verraad, gebroken vriendschap, psychologische battles – het borrelt behoorlijk onderhuids. Dat soort inhoudelijke diepte is interessant. Maar, al ontwikkelen de popsongs zich meer dan voorheen, de muzikale climax blijft evengoed vaak hangen. Daar helpt de wat koele zang van Reid, even amechtig als theatraal, ijselijk hoog als laag plechtig, niet bij. Je wilt niet zo je best hoeven doen om haar te voelen.

De vorig jaar uitgebrachte remixen van oudere liedjes lieten horen dat London Grammar intussen zelf ook meer lucht en speelsheid wil. Beats tillen op. En dát is gelukkig ook merkbaar op The Greatest Love. Elektropopnummer ‘House’ en ‘Santa Fe’ zijn beduidend levendiger, ‘Rescue’ valt makkelijk voor te stellen voor een vrolijk klappend publiek. London Grammer zet zijn dromerige popsound meer open, maar blijft understated chic.

Amanda Kuyper

Concert: 3/11, Ziggo Dome, Amsterdam.



Rock
MJ Lenderman
Manning Fireworks

Bericht aan alle underdogs ter wereld: onze verlosser is gearriveerd. Op zijn vierde soloalbum viert de Amerikaanse singer-songwriter en Wednesday-gitarist MJ Lenderman in negen geniale, geestige en intense countrysongs alle knulligheden uit zijn lamlendige bestaan. Vol genade knielt hij naast ons neer en zingt troostend in ons oor: „Wherever you find me, you’ll find me on my knees.” (Frank Provoost)



Pop
The The
Ensoulment

Eerste album sinds 2000 van Matt Johnson die in de jaren tachtig bekend werd door hoogwaardige popmuziek met een angel. Melodieën zijn z’n sterke punt, en de arrangementen. Op Ensoulment is zijn tedere maar vlakke stem ingebed in koorzang, terwijl de instrumentaties zwalken van soulvol naar spookachtig. (HC)



Latin
Gabriel Rios
Playa Negra

De Puertoricaanse Belg Gabriel Rios dook op vorig album Flore al diep onder in de muziek en sferen van zijn Caraibische jeugd. Op Playa Negra is hij daar terug. In het donker. Met slecht weer. Alleen. Rios weet op geweldige manier de aantrekkingskracht van de donkere, diepmelancholische kant van latin uit te wringen. (Peter van der Ploeg)



Metal
Nightwish
Yesterwynde

Na het wat ingetogener Human Nature gaat de Finse band van Tuomas Holopainen weer vol op het orgel op Yesterwynde. Episch, bombastisch, filmisch en groots – ook zonder bassist/zanger Marko Hietala. De ster is en blijft de Nederlandse Floor Jansen, met haar waterheldere, krachtige stem: een anker in de wervelstorm van riffs, orkestrale elementen en koortjes. (PvdP)



Pop/Klassiek
Matangi Quartet & Ruben Hein
P.S.

Een hartbrekend vaarwel. Broederliefde. Van smeekbrief tot zeepost. Direct word je in de songcyclus gezogen die zanger Ruben Hein brengt met de strijkers van het Matangi Quartet, geïnspireerd door de brieven in het boek P.S. van Jet Steinz. Wat is dit klassieke popalbum een mooie versmelting: Heins smeuïge, buigzame soulstem langs de kristallen noten van Matangi. Fijnzinnig, meevoerend en troostrijk. (AK)