‘Decennialange misstanden bij adoptie van Koreaanse kinderen gingen veel verder dan gedacht’

Zo’n tweehonderdduizend Koreaanse kinderen zijn in de voorbije decennia ter adoptie aangeboden aan westerse wensouders, en in veel gevallen ging dat gepaard met misstanden als identiteitsfraude of ontvoering, waar zowel de Zuid-Koreaanse overheid als ontvangende landen van op de hoogte waren. Dat er in de Koreaanse adoptieindustrie veel mis was, was al langer bekend, maar een nieuw onderzoek van persbureau Associated Press en het Amerikaanse televisieprogramma Frontline heeft nieuwe details aan het licht gebracht over de omvang en de aard van de misstanden.

Het Koreaanse adoptieprogramma ontstond kort na de Koreaoorlog (1950-1953), in eerste instantie als oplossing voor verweesd geraakte kinderen van Koreanen en deelnemers aan de internationale troepenmacht. Maar het werd al snel uitgebreid tot kinderen uit arme gezinnen of van ongehuwde moeders. Het werd gezien als een welkome oplossing in het toen nog straatarme land. Maar in de decennia daarna ontwikkelde adoptie zich tot een lucratieve industrie waarin vele miljoenen omgingen.

Robert Calabretta houdt een brief vast die zijn biologische vader hem heeft geschreven terwijl hij familieherinneringen doorzoekt in zijn appartement op 15 februari 2024, in New York.
Foto David Goldman/AP

Al snel waren er niet genoeg weeskinderen om aan de westerse vraag naar adoptiekinderen te voldoen. Vooral in de jaren tachtig werden duizenden kinderen door adoptiebureaus bij ziekenhuizen „gekocht”. Alleen al in 1988 zou het volgens AP om 4.600 kinderen zijn gegaan. Ouders werd verteld dat hun baby was overleden.

Ook werden kinderen van straat geplukt of geworven bij arme gezinnen. „Handelaren – zo zou ik ze noemen – gingen op pad om meer en meer kinderen te ronselen”, zegt Francis Carlin, die destijds als hulpverlener in Zuid-Korea werkte, tegen AP. „Ze bezorgden ouders een schuldgevoel door te zeggen dat ze zelfzuchtig waren als ze een kind hielden waar ze niet voor konden zorgen.”

Verlaten wezen

De journalisten spraken voor hun onderzoek onder meer met ruim tachtig geadopteerden in de Verenigde Staten, Australië en zes Europese landen. Daarnaast bestudeerden ze duizenden pagina’s aan documenten, waarvan een deel tot dusverre geheim was. Die toonden aan dat bij adopties op grote schaal werd gesjoemeld. Vaak werden kinderen als verlaten wezen geregistreerd, terwijl er wel degelijk nog familie bekend was.

Vaak werden kinderen als verlaten wezen geregistreerd, terwijl er wel degelijk nog familie bekend was

Soms overleed een kind terwijl de adoptieprocedure nog liep, en kreeg een ander kind met dezelfde leeftijd en geslacht diens identiteit, om de overdracht niet te vertragen. In westerse landen opgegroeide adoptiekinderen die – vaak als jongvolwassenen – naar Zuid-Korea reisden, werden als gevolg van zulke praktijken na een lange zoektocht vaak met de verkeerde ‘biologische ouders’ herenigd.

Robert Calabretta met een koffer vol familieherinneringen. Nadat hij als baby door een Amerikaans gezin was geadopteerd, zeiden ziekenhuisfunctionarissen tegen zijn moeder dat ze ervan uit moest gaan dat hij was overleden.
Foto David Goldman/AP

Zowel de Zuid-Koreaanse als veel westerse overheden waren van de misstanden op de hoogte. Tegenover AP wil een regeringswoordvoerder in Seoul niet reageren op vragen zolang er nog onderzoeken lopen naar de praktijken. Maar het ministerie van Volksgezondheid erkent in een verklaring dat de sterke stijging van adopties in de jaren zeventig en tachtig „mogelijk werd ingegeven door de wens om zorguitgaven terug te dringen in reactie op dalende buitenlandse hulp”.

De adoptieindustrie is een van de onderwerpen waarover een Waarheidscommissie zich buigt, die in 2006 werd ingesteld om mensenrechtenschendingen in Zuid-Korea te onderzoeken die werden gepleegd in de decennia onder autoritair bewind. Eerder deze maand publiceerde de commissie al een rapport over de manier waarop ouders werden gedwongen of gemanipuleerd om kinderen af te staan. De auteurs pleitten voor formele excuses en financiële compensatie.

Han Tae-soon bij haar thuis in Anyang, Zuid-Korea op 1 juni 2024. Op de voorgrond een computertablet met daarop een oude foto van haar dochter. Haar dochter werd vermist, ze zocht haar jarenlang om later te ontdekken dat ze was geadopteerd in de Verenigde Staten.
Foto Jae C. Hong/AP

In veel landen staat internationale adoptie ter discussie als gevolg van recente onthullingen als die van AP. Nederland verbood eerder dit jaar alle adopties uit het buitenland, en de regering in Seoul kondigde eerder dit jaar een nieuw stelsel aan, waarin adopties naar het buitenland tot een minimum beperkt moeten worden.

China

Ook China maakte eerder dit jaar een einde aan adopties naar het buitenland, bevestigde een regeringswoordvoerder in Beijing op vragen van Cindy Huijgen, de China-correspondent van dagblad Trouw. Zij werd zelf als baby vanuit China geadopteerd door een Nederlands stel, en schreef een boek over haar ervaringen.

China liet vanaf begin jaren negentig zo’n 160.000 kinderen adopteren door buitenlandse wensouders, en ook daarbij kwamen veel misstanden voor. Het land kende in die tijd nog een eenkindpolitiek om de bevolkingsgroei te beteugelen. Veel kinderen, vooral meisjes, belandden daardoor in weeshuizen. Inmiddels kampt China met vergrijzing en bevolkingskrimp: de eenkindpolitiek werd in 2015 afgeschaft.