„Ruik je dat?”, vraagt brandweerman Matthias Fischer. Hij staat voor een rij zandzakken in de Hauptstrasse van het dorpje Asparn bij Tulln. Erachter deint het water op de straat. Hier hangt een sterke lucht van… benzine? „Stookolie. Veel mensen hebben olietanks in hun kelder staan, die zijn nu ook gaan drijven.”
Het water is alom. Het land is ervan verzadigd. ’s Ochtends ademen de velden het uit als dikke mist, ’s avonds jaagt het als regenwolken laag over de wegen. Vier dagen onafgebroken neerslag (Dauerregen, zegt plaatsvervangend brandweercommandant Martin Boyer) heeft Niederösterreich, een van de negen Oostenrijkse Bundesländer, verzopen.
De wateroverlast trof afgelopen week Oostenrijk en vrijwel alle andere landen waar de Donau doorheen stroomt, „de rivier die Midden-Europa schept”, zoals ‘biograaf’ Claudio Magris schreef. Lokaal verschilt de mate van ernst, maar alles bij elkaar is het een rampzalige toestand die tot dusver negentien levens heeft gekost, tienduizenden mensen tijdelijk uit hun huis heeft verjaagd, en mogelijk voor meer dan een miljard euro aan schade heeft aangericht. In Niederösterreich kwamen vijf mensen om het leven.
Militairen wachten bij hun Black Hawk-helikopter om met zandzakken een doorgebroken dam te beschermen. Schade in het dorp Atzenbrugg, ten noordwesten van Wenen. Hermine Kronsteiner in haar woning. Overstroomde weg bij Asparn, ten westen van Tulln an der Donau.
Foto’s Elias Holzknecht
Ditmaal was het niet zozeer de Donau zelf, die heeft het hemelwater redelijk goed weten te verstouwen. Manfred Robitza, commandant van de vrijwillige brandweer in Bad Deutsch-Altenburg, ten oosten van Wenen, reageert daarom laconiek. „Elke elf jaar overstroomt de Donau. In 1991, 2002, 2013 en nu. Voor ons was 2013 erger dan nu.” Hij heeft alle vier de overstromingen als brandweerman meegemaakt. Het wassende water valt goed te managen, zegt hij terwijl hij in alle vroegte met zijn ploeg de met styrofoam aan elkaar gekitte betonblokken in zijn dorp inspecteert. De waterstaatkundige dienst van het Land heeft prognoses die 48 uur van tevoren tot op de centimeter kunnen voorspellen hoe hoog het water komt en wáár. Dan weten Robitza en zijn vrijwilligers precies waar ze de zandzakken moeten neerleggen. De rest is een kwestie van wegpompen.
Dijk doorgebroken
Waar de problemen wel groot waren, lag het aan de kleinere zijrivieren. Die stromen relatief traag door vlak land, met aan weerszijden velden die door de Dauerregen barstensvol water zitten. Riviertjes als de Perschling, die door de streek ten westen van Wenen loopt, kregen het water de afgelopen dagen domweg niet afgevoerd. Dit was geen eens-in-de-elf, meer een eens-in-de-honderd-jaar gebeurtenis, zeiden de hulpverleners.
Maandag nam de lokale brandweercommandant Magdalena Draxler met haar ploeg de waterstanden op rond Atzenbrugg. Niks aan de hand. Ze waren nog niet terug op de kazerne, of een hogere baas belde: jullie moeten het zuidelijk deel van het dorp evacueren. Huh, zei Draxler, daar komen we net vandaan. Ja, maar in die paar minuten tijd was de dijk doorgebroken en steeg het water razendsnel. „We moesten de mensen per boot uit hun huizen halen. Dat ging al niet meer met de auto’s.” Sinds vorige week vrijdag is Draxler bijna continu in touw geweest, elke drie uur onderbroken door de borstvoeding die zij haar vier weken oude dochter moet geven.
Brandweervrouw Magdalena Draxler en brandweerman Matthias Fischer.
Foto’s Elias Holzknecht
De dijkdoorbraken vormen de achilleshiel van de waterbeheersing dit jaar. De Donau heeft meer ruimte gekregen om te overstromen, zoals de grote rivieren in Nederland langs voornamelijk lege velden lopen, waar het overtollige water probleemloos in kan stromen. Dat is een systeem dat heel goed werkt bij de grote rivieren, maar alles heeft zijn uiterste grens, zegt plaatsvervangend brandweercommandant Boyer. De zijrivieren lopen gewoon door de dorpjes, direct achter de huizen. Breekt de dijk door, dan staat het water in de dorpsstraat en de aanliggende kelders.
Duizend stretchers
Zo werd Svitlana Hieret tegen half zes maandagavond uit Langenschönbichl gehaald. Ze woont weliswaar op de tweede verdieping, maar waar had ze heen gemoeten? Ze rookt een sigaretje naast de toegang tot de kolossale Messe-hal 6 in hoofdplaats Tulln. In het evenementencomplex is opvang ingericht. Er staan duizend stretchers, en tientallen lange tafels, dinsdagmiddag zijn er misschien nog honderdvijftig mensen binnen. Maandagavond waren dat er vierhonderdvijftig, zegt een medewerker van het Rode Kruis.
Het water stond net zo hoog als ik ben, zegt Hieret en ze houdt haar arm op ooghoogte, circa één meter zestig hoog. Haar dochter van acht heeft de hele dag met vriendjes gespeeld, het Rode Kruis laat ze tekenen en figuurzagen. Achterin de hal voetballen twee jochies. Het ruikt naar goulash, dat zal de veldkeuken zijn.
Svitlana Hieret in de opvanghal in Tulln. Zandzakken om een doorgebroken dam te versterken. Overstroomde parkeerplaats bij vleesverwerkingsbedrijf Wiesbauer Gourmet in Sitzenberg-Reidling.
Foto’s Elias Holzknecht
Hieret kreeg een foto van haar baas, die in een bootje door hun dorp vaart, op weg naar het bedrijf in biologische paddenstoelen, waar ze nu vijfenhalf jaar werkt. „Ik geloof niet dat ik nog een baan heb”, zegt ze mismoedig. „Alles is verwoest en het bedrijf is eigendom van investeerders die in allerlei bedrijven zitten. Ik vraag me af of ze de moeite zullen nemen om het weer op te bouwen.”
Twaalf dijkdoorbraken telde de Niederösterreichische brandweer op maandag, 21 op dinsdag. En je weet nooit waar de volgende komt. Met drones en helikopters verkennen brandweer – 104.000 leden plus 30.000 vrijwilligers – en het ingezette leger de dijken. Matthias Fischer vloog maandag nog boven de fabriek van Wiesbauer Gourmet in zijn woonplaats Sitzenberg-Reidling. De hal was ondergelopen, honderden pakken vleeswaar lagen op het parkeerterrein. Als hij er op dinsdag langsrijdt, staat zijn jonge collega op z’n benen te wankelen. „Pompen, pompen, pompen, de hele nacht, de hele dag.” Het meeste water is weg, de vrachtwagens staan in de achtergebleven modder.
Riet, appels en modder
Fischer slingert zijn brandweerbusje rond de wegafzettingen en zwaait naar patrouillerende agenten en collega’s. Op de dijk bij de Perschlingbrug tussen Rust en Moosbierbaum wijst hij hoe hoog het water maandag stond. De kam van de dijk is bezaaid met riet, maiskolven, appels en modder. Zo hoog stond het water maandag, zo’n vier, vijf meter lager dan het peil van dinsdag. Maar dan nog zijn de dorpjes niet veilig. In de dijk langs de westelijke oever gaapt een gat van zo’n zestig meter breed.
Overstroomde wegen in Moosbierbaum, ten noordwesten van Wenen. Overstroomd voetbalveld in Rust, ten noordwesten van Wenen.
Foto’s Elias Holzknecht
De dijken zullen moeten worden versterkt, dat voorspelt plaatsvervangend commandant Boyer alvast. En de brandweer heeft meer mobiele hoogwatersystemen nodig. Verder wil hij onderstrepen dat vijf doden verschrikkelijk is, maar als je de omvang van het getroffen gebied in aanmerking neemt, dan vind hij dat het watermanagement goed lijkt te hebben gewerkt.
Boyer staat met zijn handen in de zakken in een lege maisakker te kijken naar een commerciële helikopter die als een bezetene heen en weer vliegt om zakken met elk duizend kilo zand en puin in het gat in de dijk te leggen. Op de akker staat werkeloos een veel grotere helikopter van de Bundeswehr. Vijf soldaten zitten in het ruim en kijken wat jaloers het op en neer gaande toestel van de firma Wucher na. De commerciële piloten hebben meer ervaring met dit soort operaties en worden daarom als eerste ingezet. Hoe meer zakken er in het gat vallen, hoe sneller de Perschling gaat stromen en hoe eerder de druk op de dijken afneemt.
Lees ook
dit interview over de overstromingen in Midden-Europa