Een grote verrassing in een politiek gevoelige Amerikaanse industriekwestie: er komt voorlopig geen besluit van de regering-Biden over de overname van staalbedrijf US Steel door het Japanse Nippon Steel. Vermoedelijk volgt een beslissing pas na de presidentsverkiezingen begin november.
In december 2023 maakte het Japanse Nippon Steel (circa 100.000 werknemers) bekend dat het US Steel wilde overnemen voor bijna 15 miljard dollar. De overname, waarmee een van de grootste staalbedrijven ter wereld zou ontstaan, leek in eerste instantie weinig omstreden, maar werd na een paar weken onderdeel van de verkiezingscampagne.
President Biden, de Republikeinse kandidaat Donald Trump en de Democratische kandidaat Kamala Harris spraken zich alle drie uit tegen de deal. Ze zijn van mening dat US Steel in Amerikaanse handen moet blijven. Zo zei Harris tijdens een bijeenkomst met supporters dat het gaat om een „historisch Amerikaans bedrijf” en dat het „van groot belang is voor ons land om een sterkte Amerikaanse staalindustrie te hebben”.
Stemmen van staalarbeiders
De uitspraken van de politici werden breed geïnterpreteerd als poging om stemmen te winnen van staalarbeiders in cruciale staten als Pennsylvania en Ohio, waar US Steel (in totaal circa 22.000 werknemers) grote fabrieken heeft. Het personeel is voor een belangrijk deel tegen de overname. De afgelopen weken werd verwacht dat Biden de overname zou blokkeren, nadat het Committee on Foreign Investments (CFIUS), een invloedrijke overheidscommissie die buitenlandse overnames toetst, concludeerde dat de nationale veiligheid in het geding was.
Analisten zagen dat vooral als rookgordijn voor een politiek besluit in campagnetijd. Japan en de VS hebben een erg goede relatie, en de wijze waarop de nationale veiligheid in het geding zou zijn is tot dusver onduidelijk.
Amper twee weken geleden meldden veel Amerikaanse media dat een besluit van Biden aanstaande was. Ondanks uitgebreide lobbypogingen van Nippon Steel, dat onder anderen voormalig Amerikaanse buitenlandminister Mike Pompeo inhuurde, zou de president van plan zijn een veto uit te spreken.
Woensdag bleek echter dat CFIUS negentig dagen extra de tijd neemt voor een aanbeveling aan de president. Daarmee lijkt het vrijwel zeker dat het besluit pas na de verkiezingen zal vallen. Het uitstel is officieel gegund om Nippon Steel en US Steel meer tijd te geven om zorgen over de nationale veiligheid te adresseren.
US Steel in zwaar weer
US Steel heeft het lastig op de staalmarkt en was al langer op zoek naar een koper. Recent waarschuwde het bedrijf nog dat als de deal met Nippon Steel niet zou doorgaan, er noodgedwongen ontslagen zouden vallen. Nippon Steel zou juist van plan zijn om te investeren, was ondertussen de boodschap van het Japanse bedrijf.
Desalniettemin bleef de belangrijkste vakbond bij de staalfabrikant, de United Steel Workers, fel gekant tegen een overname. De bond vreest dat een hoofdkantoor in Tokio makkelijker zal overgaan tot ontslagen en fabriekssluitingen dan een Amerikaanse directie.
Van de vier grote Amerikaanse staalfabrikanten (verder Nucor, Steel Dynamics, Cleveland-Cliffs) staat US Steel bekend als een producent met relatief hoge kosten. Ondanks de verslechterde positie heeft het bedrijf in de VS een iconische status. De naam is bijna synoniem met industrialisering en de opbouw van het land: US Steel, opgericht in 1901 door onder meer J.P. Morgan en Andrew Carnegie, leverde onder meer het materiaal voor het VN-hoofdkantoor in New York en het Empire State Building. In dat laatste gebouw zetelde ook het hoofdkantoor lange tijd.