Opinie | We zenden meer dan dat we luisteren

‘Luister – en doe er wat aan”, zo klinkt de opdracht waarvoor Dick Schoof zich met het nieuwe kabinet gesteld ziet, aldus de regeringsverklaring. Ook Kamala Harris beloofde in haar speech voor de Democratische conventie een president te zullen zijn die luistert en verbindt. En ongetwijfeld zullen er op vele werkvloeren na de zomervakantie soortgelijke geluiden te horen zijn geweest.

Luisteren is een mooi en belangrijk voornemen voor elke leider. Het klinkt dienstbaar en bescheiden, precies wat we verlangen van hen die leidinggeven of namens ons het land besturen. Zoals luisteren in elke relatie belangrijk is, ook in liefde of vriendschap. Maar de woorden roepen ook scepticisme op. Naar wie wordt er geluisterd en naar welke onderwerpen? Is het iets wat nog gaat gebeuren of een gedane zaak? En hoe leidt dat luisteren dan tot actie?

Eén betekenis van luisteren is ‘gehoorzamen’, zoals wanneer leerlingen op school moeten luisteren. Het luisteren dat van hogerhand wordt beloofd speelt met deze betekenis. Er klinkt in door dat men ook zal handelen naar de inhoud van wat er gezegd wordt. Misschien is het niet gek als we denken dat zulk luisteren wel zal uitlopen op het zoeken naar de onderbouwing van beleid of beslissingen die eigenlijk al lang en breed in de steigers staan.

Luisteren pakt immers vaak zo uit: je hoort wat je verwacht te horen, zoekt naar bevestiging of naar een haakje om op in te spelen als het weer jouw beurt is om te spreken. Ironisch genoeg hebben we zelfs als het gaat om het onderwerp luisteren allerlei aannames. Ach ja, politici die luisteren, leiders die de werkvloer opgaan, het zal wel. We zouden prompt ophouden er nog naar te luisteren .

Vooroordelen

Het loont de moeite om nader te onderzoeken wat het begrip eigenlijk inhoudt. Gehoorzamen is maar een beperkte betekenis ervan. Luisteren doe je ook simpelweg omdat je iets niet weet. Je opent je oren uit nieuwsgierigheid naar iets onbekends. Het is een vorm van waarnemen waarmee een zekere interesse en aandacht gepaard gaan. In die zin is de luisteraar juist niet uit op bevestiging. Dat maakt het spannend. De belofte die daarvan uitgaat is om dat wat je hoort tot je te laten doordringen (Van Dale), niet om er per definitie een bepaald (inhoudelijk) gevolg aan te geven. Als je luistert, hoef je echt niet in te stemmen met wat je hoort. Aandacht schenken is iets anders dan toegeven aan de eisen van een ander.

Tussen luisteraar en spreker gebeurt iets nieuws

Filosofen zeggen graag dat het belangrijkste van luisteren is dat je je vooroordelen af moet leggen. Weinig is moeilijker, de mens is immers op allerlei manieren gevormd. Ieder heeft een eigen perspectief, belang, interesse. Als zelfs algoritmes niet verlost kunnen worden van hun ‘bias’, hoe zou de mens dat dan kunnen? Moeten we niet toegeven dat het onmogelijk is, volledig onbevooroordeeld luisteren?

En toch is de openheid die aandachtig luisteren vraagt belangrijk. Omdat daarin het nog-niet-bekende zich kan tonen. Tussen luisteraar en spreker, in de relatie tussen die twee, gebeurt iets nieuws. En dat is toch waar we op uit zijn, of zouden moeten zijn met de belofte te luisteren.

Nogmaals, luisteren doe je omdat je niet alles weet. Misschien wel juist omdát je niet in je aannames of vooroordelen wilt blijven hangen. Dat vraagt om een (tijdelijke) ruimte die niet beperkt is tot bepaalde groepen, thema’s of vragen. En om het loslaten van de impliciete belofte dat er met luisteren ook gehoorzaamd zal worden. Dat is iets wat we ook als burgers kunnen oefenen.

Dienstbaarheid

Er is veel expertise rondom het organiseren van spreken, in dialoog en gesprek. Iedereen mag gehoord worden. Hoezeer de sociale media ook zijn verworden tot een modderstroom van meningen, het is onmiskenbaar dat het internet voor het eerst alle mensen de kans heeft gegeven hun stem te laten horen. We zijn dan ook meer geïnteresseerd in spreken en zenden dan in ‘ontvangen’ – al wensen we allemaal dat iemand anders naar ons luistert.

Aandachtig luisteren is ook een uitnodiging tot aandachtig spreken

Durven we ook zelf soms het zenden te pauzeren en de tijd nemen om te ontvangen? Niet als een leerling van weleer die gehoorzaam in de bankjes zit, maar als kritische toehoorders die weten dat hun eigenwaarde niet afhangt van hoe snel ze een mening klaar hebben? Antwoorden en oplossingen kunnen ook later nog komen, al pushen de media en nieuwsfeeds je om direct te zeggen waar het op staat.

Aandachtig luisteren is ook een uitnodiging tot aandachtig spreken. In een aandachtige omgeving zal de spreker ook naar zichzelf moeten luisteren. Dat vraagt tijd, een afgebakende ruimte waarin niet alleen vooroordelen worden opgeschort – voor zover dat kan – maar ook het streven naar efficiëntie en oplossingen. Die kunnen later altijd weer op tafel komen.

Laat politici maar het goede voorbeeld geven. Luisteren is inderdaad dienstbaar en een voornemen dat toe te juichen valt. Maar het is dienstbaarheid aan het spreken van de ander – niet per definitie aan dat wat er gezegd wordt.


Lees ook

Door al dat werken aan onszelf zijn we steeds meer ‘over onszelf’ gaan praten in plaats van ‘als onszelf’

Door al dat werken aan onszelf zijn we steeds meer ‘over onszelf’ gaan praten in plaats van ‘als onszelf’