Column | Luchtkasteel

Tijdens mijn hardlooprondje beluisterde ik de Prinsjesdag-livestream van de NOS. Joggend langs braamstruiken en brandnetels hoorde ik het obligate commentaar over de Glazen Koets (‘dateert uit 1826’), de route vanaf Paleis Noordeinde en de kledingkeuze van de koninklijke familie. Toen er voor de grap een weddenschap werd afgesloten over de baard van Willem-Alexander (‘heeft-ie ’m wel of niet laten staan?’) bekroop me een déjà-vugevoel, maar pas toen Stef Blok werd genoemd als designated survivor viel het kwartje: ik luisterde naar een uitzending van vijf jaar terug. Net op tijd schakelde ik over naar de actuele Troonrede.

Toch was mijn faux pas begrijpelijk. Prinsjesdag was één grote groundhog day-sensatie. Weer die plichtplegingen, weer die hoedjes, weer dat koffertje. Zelfs het decor van de Koninklijke Schouwburg – al drie jaar het alternatief voor de Ridderzaal – begon eentonig te worden. Werd het met een nieuw kabinet niet eens tijd voor een echte koerswijziging?

En toen hoorde ik de koning zeggen: „Elke regio telt”. Almere, dacht ik in een flits. Wat als we de politiek nu eens zouden verplaatsen naar Almere? De stad wil zich profileren als studentenstad, maar waarom niet als politiciparadijs? Poten in de modder, handen uit de mouwen: in Flevoland weten ze van aanpakken. Caroline van der Plas zou zich er thuis voelen met haar Urker klederdracht, Eelco Heinen – zelfverklaard ‘Vinex-man’ – ongetwijfeld ook. Dick Schoof kan zich er inschrijven voor de een-na-oudste langeafstandstriatlon ter wereld.

Almere. Ze hebben er zelfs een Ridderzaal, of in ieder geval een echt Kasteel. Een betonnen kolos die je met gemak vanaf de A6 kunt zien, zelfs met 130 kilometer per uur. Een tochtige ruïne die je van woonwanbeleidsymbool zo kunt omvormen tot klimaatbestendig Torentje. Zaterdag reed ik er nog langs, op weg naar Open Monumentendag. Want ook dát hebben ze in Almere, monumenten. Altijd handig voor een kabinet dat cultuur zo hoog in het vaandel heeft.

Bij Volkstuinvereniging Water-Land had ik een van de vijf Almeerse monumenten willen bewonderen: het Bivakhuisje. Een houten barak die in 1975 werd neergezet als huisvesting voor de eerste Almeerders. Helaas bleek het open monument juist op zaterdag gesloten. „Zonde!”, riep een harkende man meelevend uit. Hij raadde me een wandeling aan in het aangrenzende bos. „Mooie natuur hebben we hier ook volop.”

Even later bevond ik me in een sprookjeswoud vol monumentale drie meter hoge reuzenberenklauwen. Invasieve stikstofminnende exoten uit de Kaukasus die volgens een informatiebord zouden worden opgegeten door schapen. Een betere combinatie van landbouw en natuur kan de BBB zich niet wensen; het was nota bene Caroline van der Plas die eind 2023 een motie indiende voor betere exotenbestrijding op landelijk niveau. Of was dat een luchtkasteel? In het nieuwe regeerprogramma wordt ‘exotenbestrijding’ niet eens meer genoemd.

Helaas waren ook de schapen nergens te bekennen. Misschien beseften zij, eerder dan politici, dat er tegen zoveel stikstofdepositie niet op te eten valt.

Gemma Venhuizen is biologieredacteur bij NRC en schrijft elke woensdag een column op deze plek.