Urgente film over klassenverschil en #MeToo, met de banlieue slechts als achtergrond

Als een stel opgefokte jongens in een restaurant seksuele toespelingen maakt richting de hoofdpersonen van Sisterhood, reageren de drie vriendinnen afwijzend. „Ze spelen #MeToo met ons”, is de reactie van de twee vervelende macho’s. De openingsscène van Sisterhood introduceert zo de thema’s die later terugkomen: opdringerige mannen, vrouwenvriendschap en de gecompliceerde erfenis van de #MeToo-beweging.

Amina, Zineb en Djeneba zijn vijftienjarige meiden van Afrikaanse afkomst die naar dezelfde school in een banlieue gaan. In de eerste helft van Sisterhood, het speelfilmdebuut van Nora el Hourch, leren we ze kennen, onder meer door een vrolijk gesprekje over de grootte van de clitoris. Ze zijn onafscheidelijk, maar er zijn ook grote onderlinge verschillen. Dat maakt El Hourch mooi duidelijk met een schitterend van boven gemaakt shot van vertrekkende schoolbussen. Amina stapt in de bus die links uit beeld rijdt, de andere twee in de bus die de andere kant opgaat. Amina woont niet in de banlieue maar groeit op in een geprivilegieerde omgeving. Haar witte moeder is advocaat, haar Marokkaanse vader topchirurg. Het idee dat klassenverschil belangrijk is in discussies over ongelijkheid wordt pas sinds kort schoorvoetend erkend. Te lang focuste wat ‘identiteitspolitiek’ is gaan heten op sekse, seksualiteit en etniciteit. Dat Sisterhood het thema op de agenda zet is prijzenswaardig. Het is bovendien semiautobiografisch, blijkt uit interviews met El Hourch. Zij lijkt nog het meest op de bevoorrechte Amina wier vader zijn Marokkaanse wortels onderdrukt. Andere aspecten van haar achtergrond en persoonlijkheid zijn verwerkt in Zineb en Djeneba. Met name de nare ervaringen van Zineb zijn geïnspireerd door iets wat El Hourch zelf overkwam.

In Sisterhood heeft Zak (kort voor Zakaria), een kennis van Zinebs broer, het op haar voorzien. Door hem opeens uit schaduwen of hoekjes van het beeld tevoorschijn te laten komen wordt Zak extra bedreigend. Als Mina in een opwelling een stiekem opgenomen filmpje online zet waarin Zak Zineb oneerbare voorstellen doet, loopt de situatie uit de hand. Zak bedreigt de meisjes, van wie Zineb en Djeneba de strijdbare Mina de schuld geven van de ontstane, explosieve situatie. Zij was het immers die het filmpje postte.

Op het eerste gezicht lijkt Sisterhood de zoveelste banlieue-film, maar de beruchte Franse buitenwijk is hier slechts achtergrond voor een verhaal over seksuele intimidatie, grensoverschrijdend gedrag en klassenverschil. Het levert een urgente film op die zijn verhaal deels vertelt met archiefmateriaal. Zo zien we de protestclip van het Chileense vrouwencollectief Las Tesis waarin zij geblinddoekt hun indringende lied ‘Un violador en tu camino’ (Een verkrachter op je weg) ten gehore brengen, met de strofe: „En het was niet mijn schuld, noch waar ik was, noch hoe ik gekleed was.” De openingszinnen van het lied, „Het patriarchaat is een rechter, die ons beoordeelt omdat we geboren zijn”, worden bekrachtigd door een geluidsopname van Simone de Beauvoirtijdens de aftiteling. Met een parafrase van de beroemde these van haar feministische klassieker De tweede sekse: „Je wordt niet als vrouw geboren, je wordt tot vrouw gemaakt.”