In de film Langue Etrangère zie je hoe tieners ineens begrijpen dat volwassenen hun dromen kwijtraken

Claire Burger maakt sinds Party Girl (2014), waarvoor ze de prijs voor Beste Debuutfilm won op het filmfestival van Cannes, films over de intersectie tussen het maatschappelijke en het diep persoonlijke. Het individu en het collectief zijn in haar werk geen tegengestelden. Eerder twee uiteinden van dezelfde maatschappelijke pijnbank.

De gegeselden in haar nieuwste, Frans-Duitse film Langue Etrangère, zijn twee tieners uit de internetgeneratie op zoek naar hun identiteit. De Franse Fanny („kont in de USA en vagina in de UK”) verblijft bij penvriendin Lena in Leipzig. Aanvankelijk ontspint er zich een wat traditionele lesbische romance. De twee zijn een uitvlucht voor elkaar: van pesterij (Fanny), van een functionerend alcoholische moeder met liefdesverdriet (Lena). Er is gefriemel in het bubbelbad, er wordt geknuffeld „voor de warmte”, en daarna leidt een paddotrip tot een speelse zoen in een stadstuin. De zaak lijkt beklonken. Maar Fanny liegt veel, bijna pathologisch veel, om aardig gevonden te worden. Kan hun ontluikende liefde dat wel verdragen?

Onderhoudend genoeg. Maar wat echt interessant is speelt zich af om de tieners heen. Leipzig speelde in 1989 een sleutelrol in de val van de Muur en, zo wordt uitgelegd, is dus nog steeds een plek van verzet. Tegen klimaatverandering, tegen het opklotsende extreemrechtse electoraat, en meer: voor democratie, feminisme, mensenrechten. Lena wil overal in meedoen. Hoe ‘burgerlijk ongehoorzamer’ hoe beter. En Fanny dus ook.

Langzaamaan wordt de kijker, samen met Lena en Fanny, zich bewust van de overlappen tussen het persoonlijke en het maatschappelijke. Fanny’s gehate ouders werken voor overheden. Lena’s grootvader is een racist die haar moeder met zijn geld afhankelijk maakt. En Lena’s moeder stond ooit op de barricade bij die protesten tegen de Muur, maar is nu een politiek weekdier – grow up, ze heeft andere problemen. Het sleutelwoord is hier intersectionaliteit: maatschappelijke problemen die ontstaan op het snijpunt van talloze ongelijkheden, zowel persoonlijk als maatschappelijk. Een begrip als een academische legpuzzel, zo klinkt het vaak, maar in Burgers film zie je het leven.

Er valt veel aan te merken op Langue Etrangère. Het kleurenpallet is zó storend zeeblauw dat je denkt dat de hele film in de haaientunnel van Sea World opgenomen is. En daarnaast wordt activisme in de film louter als identiteitsvorming voor tieners voorgesteld. Een beetje plat.

Maar Langue Etrangère vat uitzonderlijk goed een fundamenteel moment in de ontwikkeling van een geëngageerde tiener. Als kind zijn volwassenen die hun dromen hebben opgegeven onbegrijpelijk. Maar op een bepaalde leeftijd (die van Lena en Fanny) begin je die volwassenen wel te begrijpen. Je begint te zien hoe praktische problemen ‘even’ de teugels kunnen grijpen en misschien niet meer loslaten. Dat is het moment dat je het hardst rebelleert: wanneer je naarstig vasthoudt aan je idealisme, terwijl de vijand al aan de poorten staat.