Tweedaags festival Ambacht in beeld: ‘Als je zelf iets maakt, snap je: het is niet zo makkelijk als het lijkt’

Je kunt kiezen tussen metaal, hout, textiel, glas, papier, food en klei. En daarbinnen kun je dan weer verder. Metaal: ‘smeed een zeepaardje’, ‘graveer je eigen hanger’, ‘ciseleren in koper’. Hout: ‘letterkappen in hout’, ‘houten theaterpop snijden’, ‘kinderworkshop: maak een wandelstok’.

En nog veel en veel meer.

Ongeveer honderd mogelijke bewerkingen zijn het, die je dit weekend kunt bekijken en uitproberen tijdens (de tiende editie van) het ‘Ambacht In Beeld Festival’ in Amsterdam. Een aantal is al uitverkocht, vooral voor hout is veel belangstelling. Maar ook textiel doet het goed. ‘Weef je eigen kussen’, ‘weven, kleur in weefsels’: allebei vol. Vorig jaar kwamen in twee dagen zo’n vijfduizend bezoekers op het festival af.

Initiatiefnemer Wendy van Wilgenburg (50) „had het niet kunnen denken”, toen ze na haar studie culturele antropologie besloot van ambachten haar werk te maken. „Het is nog niet zo lang geleden dat het imago van ambachten vooral was: stoffig, iets van vroeger.”

Van die drukte merk je vandaag nog niks, we spreken elkaar twee weken voor het festival. De NDSM Loods in Amsterdam-Noord is zo goed als leeg, een enorme hal van pakweg vier voetbalvelden groot is het. Je ziet een paar machines uit de tijd dat het hier nog een scheepswerf was, een deel van de loods wordt gebruikt door kunstenaars die er een atelier hebben. Wendy van Wilgenburg: „Elk jaar is het weer spannend om het programma vorm te geven: krijgen we de loods wel vol. En als we dan de plattegrond uittekenen, blijkt het er allemaal maar net in te passen.”

Waarom denkt ze dat het festival zoveel mensen trekt? „Voor de ambachtslieden is het een podium om kennis te delen, dat is belangrijk voor ze. En bezoekers vinden denk ik dat er een fijne sfeer heerst. Overal wordt gemaakt, het is een soort grote, openbare werkplaats.”

Makers tijdens festival Ambacht in Beeld.

Foto’s: Bram Kloos

Haar eigen interesse voor ambachten werd gewekt toen ze aan het einde van haar studie een korte opname maakte over een vioolbouwer, zelf speelde ze viool sinds haar zevende. „Je moest een handeling filmen, in dit geval: het maken van de zijrandjes van de klankkast. Dat is een ambachtelijke, zich herhalende activiteit. Toen we na afloop de film bekeken, zag je dat die handelingen de hele tijd identiek waren. Een vioolbouwer heeft zoveel lijfelijke kennis in zijn hoofd, handen en spieren dat hij alles perfect eender uitvoert.”

Ze besloot een jaar lang het werk van de vioolbouwer te volgen, er veel over te lezen ook. Uiteindelijk filmde ze voor een documentaire van tachtig minuten de bouw van één viool, De ideale klank verscheen in 2000. Twee jaar later liet schrijver en musicus Anna Enquist een fragment uit de documentaire zien in VPRO’s Zomergasten. Ze maakte daarna meer documentaires, over beeldhouwers, schaakgrootmeesters, de restauratie van een molen.

Van ambachten filmen naar een festival waar je ambachten kunt uitproberen is nog een hele stap. Hoe ging dat?

Wendy van Wilgenburg: „Bij alle ambachtslieden die ik tegenkwam, zag ik wat de uitdagingen waren: maakplaatsen die verdwijnen uit de stad, het gebrek aan een opvolger, opleidingen die onbekend zijn, met daardoor te weinig instroom, jongeren die niks meer met hun handen doen – je merkte hoe weinig waardering er voor was. Dat zag ik en ik dacht: daar wil ik wat mee. Maar het eerste festival was nog een filmfestival hoor, met documentaires, nagesprekken en maar een paar workshops.”

Workshop op Ambacht in Beeld.
Foto Bram Kloos

Die workshops sloegen aan?

„Ja, want als je zelf iets maakt ervaar je het plezier van het maken, maar snap je tegelijk dat het niet zo makkelijk is als het lijkt – en word je nieuwsgierig. Je ziet iemand bezig bij wie de kennis letterlijk in zijn vingers zit, vakmanschap dat in de loop van jaren is opgebouwd. En je gaat ook begrijpen dat die kennis kwetsbaar is, dat dit soort kennis bezig is te verdwijnen.”

Wat noem jij een ambacht?

„Ik heb het over ambachtelijk meesterschap: ambachten waar je jarenlang voor moet oefenen voordat je ze beheerst.”

Is een timmerman een ambachtsman?

„Een timmerman op hoog niveau wel: meubelmakers, restauratoren. Waarbij het mij altijd gaat om het maken van een object. Mijn karateleraar zegt: karate is ook een ambacht – maar dat vind ik niet. Karate beoefenen is vakmanschap, maar geen ambacht. Net zoals een pianist geen ambachtsman is, maar een pianobouwer wel. Dat onderscheid hanteer ik ook voor het festival.”

Deelnemers van een workshop op Ambacht in Beeld van 2023.

Foto’s: Bram Kloos

Ambachten hebben al een minder stoffig imago, toch?

„Ja, dat is de afgelopen jaren veranderd. Het woord wordt nu zelfs misbruikt. Ambachtelijk brood van de supermarkt: daar is niks ambachtelijks aan. Dus inderdaad, het imago verbetert. En hopelijk [ze lacht] heeft het festival daaraan bijgedragen.”

Want het festival heeft effect?

„Als dat niet zo was, zou ik stoppen. Het festival zorgt ervoor dat mensen waardering krijgen voor het maken van dingen, wat hopelijk leidt tot ander, duurzamer koopgedrag. Bij de lokale meubelmaker krijg je een tafel die niet gaat wiebelen, die je kunt laten repareren. Het is een object met een verhaal, gemaakt door iemand die je kent. En we brengen kinderen en jongeren in aanraking met het maken van dingen, dat is ook belangrijk. Soms komen er stages uit voort. Of opvolging, dat hebben we ook meegemaakt. Twee jaar geleden stond hier een houtbewerker die wilde stoppen en zijn hele inventaris verkopen. Tijdens het festival vond hij een opvolger.”

Wat voor publiek komt er?

„Heel divers: tieners, twintigers, veel gezinnen ook. Mensen van alle leeftijden, eigenlijk. Het is ook een stoer festival, hè. Ambachten zijn iets van nu, niet iets van het verleden. Het gaat om kennis die nodig is voor de toekomst, voor restauratie, voor innovatie.”