Derk kende Utrecht. En Utrecht kende Derk. De invloed van zelfverklaard ‘kunstmongool’ Derk Wessels verbaast zijn familie nog iedere dag.
Aan de telefoon vertelt moeder Trees Wessels over de vele kaarten en brieven die in de bus vallen sinds het overlijden, eind juli, van haar middelste kind. Hij was 51 jaar. „Wildvreemde mensen laten weten dat ze Derk kennen uit de stadsbus die hij regelmatig nam. Een mevrouw schreef dat hij altijd een stoel voor haar vrijhield. En een ander vertelde dat iedereen meteen vrolijk werd als Derk de bus in stapte omdat hij hardop vertelde wat voor mooie dingen hij op straat voorbij zag komen. Ik had geen idee dat zijn reikwijdte zo groot was. Veel groter dan wat ik zag of kende.”
„Zijn kunst heeft een enorm vrolijke vibe”
Derk Wessels is een bekende naam in de wereld van de art brut – kunst van autodidacten met een beperking – én in het expressionistische kunstcircuit. Zijn kleurrijke tekeningen, lino’s en schilderijen van fantasiedieren, bloemen en landschappen bevinden zich in collecties in binnen- en buitenland. Zijn werk is onder meer te zien in het Museum van de Geest in Haarlem, het H’Art Museum Amsterdam en op diverse plekken in Japan en het Verenigd Koninkrijk.
In zijn geboortestad Utrecht zijn drie van zijn werken uitvergroot tot muurschilderingen, door graffitikunstenaar JanIsDeMan: „Ik vind het heel vet als mensen een glimlach op hun gezicht krijgen van mijn werk. Dus ik ben dankbaar dat ik de kans kreeg om muurschilderingen van Derks werk te maken. Zijn kunst heeft een enorm vrolijke vibe.”
Reguliere basisschool
Derk Wessels werd in 1972 geboren met het syndroom van Down én ernstige hartproblemen. „Mijn broertje was drie van de vier weken ziek toen hij klein was”, vertelt zijn oudere broer Maarten Wessels. „Had hij geen bronchitis, dan was het wel longontsteking.”
In 1976 werd hij geopereerd door de befaamde Zuid-Afrikaanse hartchirurg Francis Hitchcock in het Utrechtse Wilhelmina Kinderziekenhuis. „Sindsdien is Derk nooit meer ziek geweest.”
Als kleuter ging Derk naar een dagopvang voor kinderen met een beperking. Maar hij kwam iedere dag gehavend uit het taxibusje, omdat er ook een nogal agressief jongetje in de bus zat. Toen zijn moeder zag dat Derk bovendien veel meer leerde van zijn twee jaar jongere zusje Marieke dan op de opvang, regelde zij dat Derk met zijn zusje mee kon naar de kleuterschool. „Dat ging wonderwel”, vertelt zij.
Toen Marieke naar de basisschool ging, zochten zijn ouders een nieuwe plek voor Derk. Uiteindelijk vroegen ze een Utrechtse onderwijsinspecteur om raad, en die stuurde de familie naar de Dr. Bosschool, die „niet bang voor een experiment” was, vertelt Trees Wessels. „En zo mocht Derk op zijn achtste naar de eerste klas; nu groep drie. Hij was, voor zover ik weet, in Nederland het eerste kind met het Downsyndroom dat naar de gewone basisschool ging. Derk kreeg een eigen vakkenpakket en leerde lezen en schrijven. De school was fantastisch. Derk ging naar feestjes van kinderen uit zijn klas en mocht buitenlandse nieuwkomers Nederlandse woorden leren uit plaatjesboeken. Echt geweldig.”
Derk Wessels omstreeks 1983.Foto familiearchief
Zwerftochten in de bergen
In het gezin Wessels werd Derk net zo behandeld als zijn broer en zus. En dus zwierf ook hij in de vakanties urenlang door de Italiaanse Dolomieten. Broer Maarten lacht hard: „Op zo’n tocht arriveerden we in een berghut en een mevrouw nam aan dat wij alleen de laatste paar honderd meter vanaf de parkeerplek hadden gewandeld. Dus wij vertelden dat we uit het dal kwamen en vijf uur hadden gelopen. Die mevrouw prikte haar vinger vlak onder de neus van Derk en zei: ‘Toch niet met hem?’ Derk stak vervolgens zijn tong uit, keek zo scheel mogelijk en stak zijn middelvinger op. Die vrouw deinsde achteruit. Mijn ouders boos: want van wie had-ie dat gebaar geleerd? ‘Van broertjebroer’, zei Derk. Waarop ik op mijn donder kreeg en Derk een ijsje.”
Na de basisschool ging Derk naar het voortgezet speciaal onderwijs. Toen hij bijna achttien was, vroeg zijn moeder aan zijn docent wat de mogelijkheden voor haar zoon waren. Zelf dacht zij aan de sociale werkplaats of een baan bij de gemeentelijke plantsoenendienst – toen het standaardwerktraject voor jongeren met het syndroom van Down. De docent achtte dat te hoog gegrepen. „Ik was woest. Derk was een heel sociaal kind en kon geweldig tekenen.”
Zij en haar man Peter lieten het er niet bij zitten. Toen ze hoorden dat Reinaerde, een zorgorganisatie voor mensen met een beperking, een atelier ging opzetten, regelden ze dat Derk een dagje mocht komen kijken.
„Hij is meteen gebleven”, zegt beeldend kunstenaar en begeleider Bert de Groot. „Hij leerde met nieuwe materialen werken en ontdekte nieuwe technieken.” De Groot roemt Wessels eigenheid. „Derk had een heel eigen wijze van naar de wereld kijken. Eentje die ik niet altijd begreep. Dan had hij bijvoorbeeld iets gezien bij Goede Tijden Slechte Tijden en dat leidde tot een kunstwerk. Derk schiep zijn eigen, parallelle wereld. In het begin tekende hij veel vrouwen; hij was dol op blonde vrouwen met blauwe ogen. Vlak naast het atelier was een schapenweide en we daagden hem uit om schapen te gaan tekenen. Hij kwam terug met iets wat totaal niet op een schaap leek. Daarmee geconfronteerd keek hij heel zielig en zei vervolgens heel zelfverzekerd: ‘het zijn schaapvogels’.” Lachend: „De gedrukte exemplaren van die lino’s zijn allemaal uitverkocht.”
Geridderd
Wessels’ werk nam vrij snel een vlucht. In 2006 kreeg hij een overzichtstentoonstelling in het Centraal Museum in Utrecht. Toenmalig artistiek directeur Pauline Terreehorst noemde zijn werk ‘heel stevig en origineel’. Twaalf jaar later werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. „Derk was een zelfbewuste persoonlijkheid met een heel bijzondere gave”, memoreert oud-burgemeester van Utrecht Jan van Zanen. „Met geen woord repte de burgemeester tijdens de uitreiking over Derks handicap”, vertelt broer Maarten. „Hij werd geprezen om zijn werk. En zijn internationale bekendheid. Geweldig.”
Derk Wessels stopte twee jaar geleden met tekenen en schilderen. Zoals meer mensen met Down kreeg hij op jonge leeftijd de ziekte van Alzheimer.
Terwijl ik nog steeds keihard moet lachen om het geestige sekspoppenmondje van onze koningin die de seniele Trump perfect nadeed, lees ik dat de kakelverse bruid van de miljardair Bezos thuiskwam met maar 26 trouwjurken. Terwijl ze er in Venetië 27 bij zich had. Sommige mensen hebben ook altijd pech. De dame, die van de diefstal verdacht wordt, zat als enige verstekeling in de zwaar beveiligde kerk toen het intens gelukkige stel elkaar het meedogenloze ja-woord gaf. Een roomse priester heeft het setje namens God gezegend en misschien ook nog even lekker in de wierook gezet. Grensoverschrijdend? Vind ik wel. Jezus had ze in zijn tijd principieel de tempel uit geranseld.
Wel heerlijk nieuws zo’n partycrasher in die ongetwijfeld rijk versierde kerk. Misschien was ze wel een asielzoeker op de vlucht. Een eenzame vluchtelinge die veilig onderdak in een godshuis zocht. Omdat je daar niks te vrezen hebt van jagend rechts.
Mooi sprookje: een door bijna de hele wereld gehate gelukzoeker die op het huwelijksfeestje van een der rijkste bewoners van onze planeet terechtkomt. Dat had ze niet kunnen bedenken toen ze in haar rubberbootje een gruwelijke oorlog ontvluchtte.
Eén minpuntje: Jeff zijn feestje werd gesponsord. Het uitbundige weekend werd mede mogelijk gemaakt door Buienradar. En een chique trouwjurkenjojo. Toch een armoedig SBS-programma. Jammer.
Op het moment dat de zielsgelukkige mevrouw Bezos haar jurk zocht zuchtte ons land onder het Nationaal Hitteplan en was onze toekomstige premier Yesilgöz een beetje oververhit. Ik denk dat onze Dilan met haar man en haar trouwe viervoeter iets te lang had liggen smeren & keren op een of ander gloeiendheet strandbedje toen ze hoorde dat Douwe Bob had geweigerd om op een of ander Joods schnabbeltje aan de Amsterdamse Zuidas op te treden. Er lagen daar namelijk politiek geladen foldertjes die hem niet bevielen. Volgens Douwe waren over politieke en religieuze uitingen duidelijke afspraken gemaakt. Keppeltjes wel, foldertjes niet. Maar de organisatie van het kinderfeestje ontkent dat. Net zoals de zanger volgens hen na afloop niet geduwd is. Bob zegt dat dat wel gebeurd is. De naam ‘Douwe Bob’ is in dit geval dan wel weer grappig. Net zoals het geestig is dat de hond van Yesilgöz Moos heet. Maar dit terzijde.
Volgens de organisatie verdween Bob na afloop gewoon op zijn brommer naar zijn gezinnetje. Bob zegt dat het hier om een motor gaat. Imago-technisch gezien begrijp ik dat wel. Een man met zijn uitstraling zit niet op een of andere elektrieke snorfiets.
Maar terug naar die oliedomme tweet van die incompetente Dilan Yesilgöz, waarin ze een aantal zaken totaal door elkaar haalde. Of niet helemaal goed begrepen had. Dat kan in haar geval ook. Zij is toch ook dat tragische brekebeentje van die nareis-op-nareis-op-nareis-uitspraak waar achteraf niks van bleek te kloppen, maar waar wel een kabinet over struikelde?
Nu had ze iets te snel getweet. Voortaan eerst denken lieverd. Ook al is dat een klusje. Ze heeft inmiddels in een filmpje geprobeerd uit te leggen dat Douwe geen Jodenhater is. Aan alles zag je dat een paar oude liberalen aan haar hebben uitgelegd dat ze het recht moet zetten tegenover de ook niet al te slimme zanger, die door een vriend van mij steevast ‘De Kwelende Inktlap’ wordt genoemd. Het leek trouwens of Dilan het uitlegde aan haar hond, de partijherder die bij het laatste VVD-congres ook even op het podium verscheen. Alles is zo langzamerhand niveautje Sesamstraat en Jeugdjournaal.
Of ik bang ben voor de nieuwe, toch wel doodenge asielwetten? Ik word wat voorzichtiger met het uitdelen van mijn losse aalmoesjes aan daklozenkrantverkopers. Ik wil eerst weten of ze een verblijfsvergunning hebben. Anders neem ik ze mee naar de kerk. Daar zijn we allebei veilig.
Ik vrees dat ik door het huidige politieke afschrikbewind steeds vaker in de kerk kom. En als de pastoor op een dag aan mij vraagt of ik weer geloof, zal ik fluisteren: „Nee, ik wacht op Yolanthe of Sylvie die hier misschien gaan trouwen met een seniele miljardair!”
‘We love you.” Meredith Whittaker, president van de Amerikaanse berichtendienst Signal, spreidt symbolisch haar armen.
Ze steekt haar liefde voor Nederland niet onder stoelen of banken: vanaf het moment dat WhatsApp-eigenaar Mark Zuckerberg (van Meta) zich in januari pontificaal achter de Amerikaanse president Trump schaarde, steeg het Signal-gebruik in Nederland explosief.
Volgens onderzoeksbureau Telecompaper maken ruim twee miljoen Nederlanders gebruik van de berichtendienst die, in tegenstelling tot marktleider WhatsApp, geen data van je bewaart.
Meta werd zo zenuwachtig van die groeispurt dat het een pr-campagne startte om ‘misverstanden over WhatsApp’ uit de weg te ruimen. Vergeleken met drie miljard WhatsApp-gebruikers is Signal nog piepklein – 50 tot 70 miljoen deelnemers. Hoe komt het dat de app in Nederlandtoch zo aanslaat?
Whittaker opent met een oneliner: „Nederland zei ‘fuck you, Meta’ en ging Signal downloaden.”
Dan volgt de volzin, in één adem: „Blijkbaar wonen hier nuchtere, verstandige mensen die niet willen dat je meest intieme informatie op willekeurige servers staat, waar het nu of in de toekomst kan worden gebruikt als een wapen, afhankelijk van de grillen van de mensen die er controle over hebben – in ieder geval heb jij er zelf niet de controle over. Punt uit.”
In de lobby van een Rotterdams hotel heeft Whittaker haar laptop dichtgeklapt. Ze baande zich deze woensdagochtend weer een weg door de berichtenlawine in haar inbox. Die loopt over sinds ze in september 2022 de leiding heeft over de Signal Foundation. Haar trein naar Parijs vertrekt over een uur, tot die tijd kan de inbox wachten.
Whittaker, geboren in Californië en pendelend tussen New York en Parijs, is het gezicht van een non-profitorganisatie die meer verantwoordelijkheden heeft dan alleen die ene app. De techniek die Signal-gesprekken versleutelt zodat niemand kan meeluisteren, zit namelijk ook in WhatsApp, Facebook Messenger en Google Messenger. In tegenstelling tot de grote netwerken verzamelt Signal geen gebruikersgegevens of ‘metadata’ – wie met wie belt, wanneer en waar. Minstens zo belangrijk, stelt Whittaker, is dat „ook je tante Signal kan gebruiken”. Privacy moet toegankelijk zijn voor iedereen.
Dronken oom
De avond ervoor gaf ze een twee uur durend publiek interview in Theater Rotterdam. Whittaker is een veelgevraagd spreker, die in heldere taal uitlegt wat er schort aan het verdienmodel van techbedrijven. Haar vergelijkingen zijn aanstekelijk; om de ronkende beloftes van AI-bedrijven te temperen omschreef ze de hallucinerende chatbots als ChatGPT ooit als ‘die dronken oom die op een verjaardagsfeestje tegen je aan blijft zwammen’.
Tussen de publieke optredens door leidt Whittaker een team van vijftig ontwikkelaars in San Francisco, met een jaarlijks budget van vijftig miljoen dollar. Een kleinduimpje tussen de techreuzen, draaiend op donaties en giften.
Signals techniek is uitgevonden door Moxie Malinspike. Die zorgde ervoor dat end-to-end versleuteling – alleen de zender en ontvanger kunnen de berichten ontcijferen – nu gemeengoed is. Een andere, drijvende kracht achter de Signal Foundation is Brian Acton: hij is de medeoprichter van WhatsApp die zijn bedrijf in 2014 voor 19 miljard dollar aan Mark Zuckerberg verkocht. Acton liep stuk op Zuckerbergs commerciële koers, stapte boos op en is sindsdien de grootste donateur van Signal.
Whittaker springt in de bres zodra politici weer eens beginnen te tornen aan Signals versleutelingsmethodes. Bijvoorbeeld als het Verenigd Koninkrijk en Zweden aandringen op een achterdeurtje in berichten-apps, of de EU wil dat chatapps plaatjes gaan scannen.
„Elke keer is er weer iemand die dat idee uit een stoffige la trekt en denkt dat technologie maatschappelijk problemen kan oplossen, zoals kindermisbruik of terrorisme. Vaak zijn het politici die zoiets voor de bühne roepen. Maar elke expert weet: er is geen achterdeurtje dat alleen door ‘de goeden’ benut kan worden – ook spionnen en cybercriminelen krijgen dan toegang.”
Overheden en opsporingsdiensten maken zelf massaal gebruik van Signal, zegt Whittaker: „Wij vormen het zenuwsysteem in de communicatie van beveiligde overheidsdiensten, zakenmensen, militairen, journalisten, mensenrechtenactivisten; alle plekken waar gevoelige informatie wordt uitgewisseld.”
Ik heb maar één leven en dat eindigt onvermijdelijk in de dood. Ik wil mijn tijd niet al scrollend verspillen: hé, een kattenfoto
Al had hij het niet door, de Amerikaanse defensieminister Pete Hegseth leverde het beste bewijs voor Signals populariteit bij overheden. In maart voegde hij per ongeluk een journalist van The Atlantic toe aan een Signal-appgroep waarin live een militaire aanval op de Houthi’s werd besproken. Het was een opeenstapeling van blunders. Whittaker zat een week lang aan de telefoon, om aan Amerikaanse media uit te leggen wat Signal was. „We wilden zeker zijn dat het verhaal klopte. Dat deze blunder niet te wijten was aan onze techniek, maar aan een menselijke fout.”
Ze probeerde publieke optredens even te mijden. „Signalgate was een politieke soap over personen, het ging niet over ons. Zoals een botsing tussen twee auto’s meestal ook niet aan de weg ligt.”
Brein op een stokje
Whittaker zat als kind constant met haar neus in de boeken. „Mijn broer noemde me pesterig ‘brein op een stokje’ als ik weer eens zat te lezen en niet buiten wilde spelen.” Verder wil ze niet te veel over haar privéleven kwijt. „Er staat heel weinig over mijn leven online, en dat wil ik graag zo houden.”
In een krantenartikel uit 2003 staat ze gefotografeerd tijdens een walk-out op haar school in Pasadena. „Als jonge studenten demonstreerden we tegen de invasie in Irak. Ik was geen buitenbeentje hoor, alle coole kids deden mee.”
Ze werkte dertien jaar bij Google en was een van de gangmakers van de Google Walkout: in 2018 protesteerden twintigduizend medewerkers tegen de manier waarop het bedrijf klachten over seksueel misbruik onder het tapijt veegde. De demonstratie moest ook voorkomen dat AI-techniek bij het Pentagon belandde, voor een militair project. Op de protestborden stond Google’s oude motto: don’t be evil.
In 2019 vertrok Whittaker bij Google, teleurgesteld. Tijdens haar carrière had ze zich in de techniek verdiept en tegelijk ontwikkelde ze haar ‘academische spier’. Door „te lezen, te lezen en nog eens te lezen” zag ze historische verbanden in een industrie die doorgaans alleen een rozige toekomst ziet.
Neem de AI-hausse. De algoritmes achter kunstmatige neurale netwerken, die ook de grondslag vormen voor ChatGPT, stammen uit de jaren tachtig en negentig. Destijds waren computers veel te traag. De doorbraak kwam pas in 2012, toen wetenschappers ontdekten dat grafische chips (voor computerspellen) veel sneller patronen vonden in bergen data.
Meteen ronselden Meta en Google alle belangrijkste AI-pioniers. Niet om de mensheid te redden, maar om hun advertenties te optimaliseren op basis van zo veel mogelijk gebruikersdata. „We hebben een economische motor voor technologie gecreëerd die surveillance en grootschalige gegevensverzameling beloont. Dat komt omdat de Amerikaanse overheid in de jaren negentig commerciële toepassingen op internet stimuleerde, zonder privacyrichtlijnen.”
Sluiten privacy en geld verdienen elkaar uit, of kunnen ze ook samengaan?
„In dit klimaat is het moeilijk om een bedrijfsmodel te ontwikkelen voor het soort privacy dat Signal biedt. Alle normen zijn gebaseerd op het huidige economische model. Dat moet veranderen, we moeten nieuwe markten creëren.”
Dus moeten we WhatsApp verwijderen?
„Nee, je kunt het best naast Signal gebruiken. Dat doe ik ook, om de concurrentie in de gaten te houden. Maar privacy is wel degelijk geld waard. In New York komen ze muren tekort om Apple’s grote billboards te plaatsen. Die reclames tonen geen glimmende iPhone, maar Apple’s belofte dat je informatie bij hen privé blijft. Apple weet dat mensen dat belangrijk vinden.”
Raad je jonge mensen aan sociale media te mijden?
„Ik denk dat de jonge generatie al een stuk bewuster met privacy omgaat, door elkaar in besloten groepen op te zoeken en niet hun hele leven online te zetten. Zelf ben ik terughoudend met sociale netwerken. Twitter is stuk, en ik houd er ook niet van om op Mastodon rond te hangen op zoek naar relevante informatie.”
„Ik heb maar één leven, en dat eindigt onvermijdelijk in de dood. Ik wil mijn tijd niet al scrollend verspillen: hé, een kattenfoto, en hé, weer een softwareontwikkelaar die uit het niets tegen je begint te schreeuwen.”
In Theater Rotterdam zei je tegen het publiek: „Ik zou zeggen google het, maar Google werkt niet meer.” Was dat niet wat hard?
„Vind jij dan dat Google nog werkt? Deze zoekmachine heeft zichzelf opgeblazen door te veel advertenties en rare AI-samenvattingen op een scherm te proppen zodat het bijna onmogelijk is om nog goede informatie te vinden. Die transformatie gaat schokkend snel.”
Hoe verklaar je dat Google zijn eigen melkkoe om zeep helpt?
„Waar het bij Google aan ontbreekt is een duidelijke visie voor de lange termijn. Hoe dichter bij de top, bij de macht binnen een bedrijf, hoe beter je ziet dat er allemaal kleine intriges en schandaaltjes spelen rondom directeuren en onderdirecteuren die hun eigen belangen proberen te beschermen.”
Google-topman Sundar Pichai noemde AI anders wel een uitvinding met ‘dezelfde impact als vuur of elektriciteit’.
Whittaker maakt dramatische armgebaren boven haar flat white. „Vuur! Water! Aarde! Lucht! Adem! De ziel! De heilige drie-eenheid!”
Dan een diepe zucht.
„AI is een marketingterm. Dat was het al op het moment dat onderzoeker John McCarthy in de jaren vijftig voor het eerst de term ‘artificiële intelligentie’ gebruikte om meer overheidsgeld los te weken. Er is altijd de neiging om een hype te beloven, om ’m te faken desnoods, en een huiver om kritische vragen te stellen die de hype zouden kunnen ontmaskeren.”
Begin dit jaar besloot Google toch mee te werken aan defensieprojecten. Je walk-out protest heeft dus niet gewerkt.
„Ik meng me niet in de discussie over het nut van militaire toepassingen. Maar je ziet nu dat AI-modellen, gekoppeld aan cloud-contracten, worden aangeboden aan de overheid, omdat de consumentenmarkt niet genoeg geld oplevert om de enorme uitgaven aan AI-systemen terug te verdienen. Vergeleken met gewone software is het duur AI-modellen te trainen, te onderhouden en te gebruiken. En waar verkoop je technologie die niet zo goed werkt? Aan de overheid, met grote, langlopende ‘lock-in’-contracten, zodat je afhankelijk blijft van de leverancier.”
Je hekelt vaak de ‘tech bro’-cultuur. Zou de wereld beter af zijn als techbedrijven door vrouwen geleid worden?
„Technologie gaat over macht. Als we met één druk op de knop een vrouwelijke variant op het patriarchaat invoeren zal dat de wereld niet veranderen. Maar ik zie wel een hoop schaamte en onzekerheid, vaak bij machtige mannen die zich ongemakkelijk voelen als ze geen verstand hebben van techniek. Dan voelen ze zich buitengesloten van het centrum van de macht en gaan ze zich raar gedragen.”
„Veel mensen in Europa denken dat ze de boot gemist hebben omdat jullie hier geen hyperscaler surveillance-monopolies hebben, zoals dat van de Amerikaanse techreuzen. Maar wil je zo’n systeem nou echt kopiëren? Je kunt beter eerst bedenken wat voor toekomst je wilt – oplossingen vinden voor het klimaatprobleem, waarborgen van de democratische waarden en dat soort dingen – en pas dan bepalen welke technologie daarvoor nodig is.”
Er zijn miljarden mensen die Signals techniek gebruiken. Dat is heel veel verantwoordelijkheid voor een heel klein team. Eén foutje …
„Tja, als ik straks naar het station loop kan ik ook mijn enkel breken over de tramrails. Dus loop ik heel voorzichtig en kijk goed uit. We werken bij Signal aan belangrijke technologie en daar is die verantwoordelijkheid onlosmakelijk mee verbonden. Als er werk aan de winkel is, kun je niet met je luie reet op het strand gaan liggen. Daar staat tegenover dat je trots en voldoening haalt uit werk waar de wereld écht iets aan heeft. En als je dat niet aankunt, dan moet je maar advertenties gaan optimaliseren. Voor AirBnB of zo.”
Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, heet het. Deze beroemde regel van Willem Elsschot kreeg afgelopen donderdag een extra wrange bijsmaak toen de Tweede Kamer het verblijf van ongedocumenteerden in Nederland strafbaar stelde. PVV-leider Wilders zag er vooraf al een „historisch moment” in. Maar de wet waar hij al jaren van droomde, kwam kwalijk genoeg alleen tot stand via chaos.
Het besluitvormingsproces rond de twee asielwetten die de afgezwaaide PVV-minister Marjolein Faber had nagelaten kende deze week de ene na de andere bedenkelijke stap. Er ging zoveel mis, dat het moeilijk is om daar het pijnlijkste moment uit te kiezen.
Het begon dinsdag, toen de Tweede Kamer als gevolg van een rommelige debatorganisatie min of meer per ongeluk een amendement van de PVV op één van de wetten aannam, waarmee het verblijf van ongedocumenteerden in Nederland voortaan met een half jaar cel bestraft zou kunnen worden. Een kwestie waar al jaren over gesteggeld wordt, was opeens, zonder nader debat, geregeld.
De SGP stemde voor het amendement, maar leek pas na afloop te beseffen dat ze er óók mee had ingestemd dat hulpverlening aan deze mensen strafbaar wordt. Dat ook barmhartige Nederlanders getroffen zouden worden ging deze partij te ver. Had zij dan eerder over de betreffende zin heen gelezen? Voor coalitiepartij NSC was steun aan de asielwetten door dit amendement opeens geen gegeven meer. Het CDA was duidelijker en besloot tegen te stemmen. Er mag geen „straf op medemenselijkheid” staan, aldus CDA-leider Henri Bontenbal.
Donderdag, toen er vlak voor het begin van het zomerreces over de wetten gestemd moest worden, poogde demissionair VVD-minister David van Weel de onrust weg te nemen met woorden die neerkwamen op: ‘we nemen een wet aan, maar gelooft u mij maar als ik zeg dat die niet helemaal gehandhaafd zal worden’. Dat is op zijn zachtst gezegd een ongebruikelijke boodschap voor iemand die niet alleen minister van Asiel en Migratie is, maar ook minister van Justitie en Veiligheid.
De uitweg die de minister laat op de avond bood, en waar NSC en SGP genoegen mee namen, was al even frappant: ná de aanname van de wet volgt alsnog een adviesvraag aan de Raad van State en een debat met de Kamer.
Gelukkig is er ook nog de Eerste Kamer, waar het verdere proces hopelijk zorgvuldiger zal verlopen. Het welzijn van zo’n grote groep mensen mag – of ze nou wettig in Nederland verblijven of niet – niet worden overgeleverd aan dergelijk onvermogen.
Al sinds het eerste kabinet-Rutte zijn er pogingen gedaan om ongedocumenteerden strafbaar te maken , maar de plannen strandden steeds. Een vraag is wat strafbaarstelling toevoegt. Ongedocumenteerden wordt al gevraagd te vertrekken, zie bijvoorbeeld de in NRC geportretteerde Brahim Aksas, die na 62 jaar toch echt Nederland moest verlaten. Ongedocumenteerden die weigeren, kunnen ook nu al worden gedetineerd.
Asieladvocaten merken op dat een veroordeling en celstraf vooral zullen leiden tot hogere kosten, nog vollere gevangenissen en – ironisch genoeg – vertraging van uitzetprocedures. Het proces dat de wetten tot stand bracht verdient „geen schoonheidsprijs”, zei Van Weel na afloop. Dat cliché doet geen recht aan de absurde situatie die kabinet en Kamer moedwillig gecreëerd hebben.