Terwijl de ene drone kilometers door het Roemeense luchtruim vliegt, stort een andere neer in een veld in Letland, ruim dertienhonderd kilometer naar het noorden. Elders in Europa, eerder in het jaar, schendt een gevechtsvliegtuig het Zweedse luchtruim en scheert een kruisraket over het Poolse platteland, onderweg naar Oekraïne. Het aantal ‘incidenten’ waarmee bewoners langs de randen van het NAVO-grondgebied worden opgeschrikt groeit gestaag. Ze hebben één ding gemeen: de inbreuken op het NAVO-territorium dragen allemaal de handtekening van het Kremlin.
Maar 31 maanden na de massale Russische invasie in Oekraïne heeft de NAVO nog geen passend antwoord op deze grensoverschrijdingen. Het NAVO-hoofdkwartier volstaat met de mededeling dat er geen informatie is „die duidt op een bewuste aanval van Rusland op bondgenoten”, al erkent een woordvoerder dat de handelingen „onverantwoord” zijn en „mogelijk gevaarlijk”. Wel groeit de onrust langs de buitengrenzen van het bondgenootschap, in landen als Litouwen, Letland, Polen en Roemenië, waar politieke leiders en militaire experts steeds luider vragen om in te grijpen.
Bij hen dringt de belangrijke vraag op of dit nog steeds incidenten zijn. Afgezwaaide drones? Kruisraketten die met een curve onderweg zijn richting Oekraïne? Of tast Moskou de rode lijnen van de NAVO af en brengt het de westerse reacties nauwkeurig in kaart? En past dit wellicht in het bredere patroon van Russische sabotage-acties en cyberaanvallen tegen de cruciale Europese infrastructuur, of de verstoring van het Europese luchtverkeer door gps-jamming in het luchtruim boven de Baltische staten?
„Dit zijn geen incidenten meer”, is de overtuiging van voormalig luchtmachtkolonel Patrick Bolder, defensie-expert en strategisch analist bij het Haagse Centrum voor Strategische Studies (HCSS). „Het is een dikke middelvinger naar de NAVO. Met dit soort acties kijkt Moskou gewoon hoe ver het kan gaan. Zolang de NAVO-landen niet reageren bevestigen zij het beeld van zwakheid dat Poetin van het Westen heeft. Het enige dat Poetin begrijpt is de taal van de macht. Die taal spreekt het Westen op dit moment niet. Wij zeggen tegen Moskou: je moet dat niet meer doen. Maar iedere keer als het Westen niets doet, lok je de volgende stap uit.”
Artikel 5 van NAVO
Twee jaar geleden hield de wereld de adem in toen een vermeende Russische raket in het Poolse grensdorp Przewodów terechtkwam en twee doden veroorzaakte. Hoe zou de NAVO reageren? Ineens was actueel wanneer Artikel 5 van het NAVO-verdrag in werking treedt; dat stelt dat een gewapende aanval op een of meer NAVO-landen wordt beschouwd als een aanval op alle. Secretaris-generaal Jens Stoltenberg haalde uiteindelijk de kou uit de lucht door te stellen dat het waarschijnlijk om een luchtafweerraket uit Oekraïne ging, en dat er „geen indicatie” was dat het een opzettelijke aanval betrof.
Inmiddels hebben de meeste landen langs de noordelijke, oostelijke en zuidelijke NAVO-flanken vergelijkbare incidenten genoteerd – en de lijst wordt langer. Desondanks blijft het van NAVO-zijde bij waarschuwingen richting Kremlin – anders dan de manier waarop Turkije reageerde in 2015: toen schoot de Turkse luchtmacht een Russisch gevechtsvliegtuig uit de lucht dat zich zeventien seconden in het Turkse luchtruim had gewaagd en tien waarschuwingen had genegeerd. Het leidde tot een fikse verstoring van de relaties tussen de presidenten Poetin en Erdogan, maar een half jaar later, na excuses van Erdogan, spraken de twee weer met elkaar.
Afgelopen weekeinde werd Letland opgeschrikt door een extreem incident. Zaterdag stortte een Russische Shahed-drone met springlading neer in een open veld bij het stadje Rezekne, negentig kilometer van de grens met Wit-Rusland, en ruim vijfhonderd kilometer van de dichtstbijzijnde Oekraïense grens. Volgens luitenant-generaal Leonids Kalnins, commandant van de Letse strijdkrachten, drong de kamikazedrone het luchtruim binnen vanuit Wit-Rusland, onderweg naar een doel in Oekraïne. Voor de goede orde: Letland ligt ten noorden van Wit-Rusland, dat in het zuiden grenst aan Oekraïne.
Janis Sarts, de Letse directeur van het Strategisch Communicatiecentrum van de NAVO, zei deze week op de Letse radio dat Rusland dit jaar zijn „hybride operaties” tegen het Westen aanzienlijk heeft uitgebreid, onder meer door sabotage en bemoeienis met nationale verkiezingen in verschillende landen. Sarts: „Dit buurland is bereid om verschillende soorten hybride operaties tegen het Westen uit te voeren, terwijl [Rusland] tegelijkertijd nog niet klaar is om een oorlog met de NAVO te beginnen.” Rusland wil dus „wel escaleren”, maar „nog geen volledige confrontatie”.
In Letland en zijn buurlanden gingen na het drone-incident dan ook alle alarmbellen af. De Letse president Edgars Rinkevics schreef op X dat hij een toename van het aantal incidenten langs de oostelijke NAVO-flank ziet, waardoor hij pleit voor een „collectief antwoord”. In Litouwen ging minister van Defensie Laurynas Kasciunas een paar stappen verder: hij pleitte woensdag voor snellere besluitvorming bij de patrouilles die NAVO-vliegtuigen boven de Baltische staten uitvoeren, „zodat ze direct kunnen opstijgen en de drones vernietigen”.
Roemeense rivierdorpen
Aan de zuidflank van de NAVO heeft Roemenië al maanden te maken met Russische schendingen van het luchtruim. Veel drone-aanvallen op Oekraïense havens langs de Donau – die de grens vormt tussen Oekraïne en Roemenië – zijn hoorbaar en voelbaar in Roemeense rivierdorpen.
Maar ook hier worden de inbreuken steeds brutaler. Afgelopen zondag stegen in het holst van de nacht, om 02.25 uur, vanaf vliegbasis Borcea twee Roemeense F-16’s op toen een Russische kamikazedrone vanuit de richting van de Zwarte Zee het Roemeense luchtruim binnendrong. Inwoners van Tulcea en Constanta werden gewaarschuwd dekking te zoeken, terwijl de jachtvliegtuigen het projectiel bleven volgen: de drone drong Roemenië dertig kilometer binnen, een record, en vloog ruim een half uur door het luchtruim, meldde het militaire platform Defense Romania. Daarna zette het aanvalswapen koers richting Oekraïne.
Toch wilde Roemenië, dat een grens van 650 kilometer deelt met Oekraïne, de zaak niet op de spits drijven. „Op de grond waren er geen ernstige gevolgen”, bagatelliseerde premier Marcel Ciolacu het incident zondag. „De aanvallen zullen blijven komen. Dat is alles. We hebben een oorlog aan onze grens.” Het Roemeense ministerie van Defensie meldde kort daarna dat bij Periprava aan de Donau brokstukken van een andere Russische drone waren aangetroffen.
Negatieve spiraal
Dat de NAVO zich zo terughoudend blijft opstellen lijkt volgens sommige veiligheidsexperts begrijpelijk om escalatie te voorkomen, maar het kan ook tegen de NAVO-landen gaan werken. „Zelfafschrikking”, noemt HCSS-analist Bolder het huidige beleid van toekijken. „We zijn er bang voor, dus doen we maar niks. Dan kom je in een negatieve spiraal.”
De Russen, stelt Bolder, leren bovendien elke keer wijze lessen, wanneer hun drones het NAVO-luchtruim betreden. „Zij leren waar de vaste en mobiele radarsystemen staan, welke vliegvelden worden gealarmeerd, welke vliegtuigen opstijgen, welke frequenties worden gebruikt in de communicatie, en hoe de Russen die eventueel kunnen storen.”
Net als Bolder denkt ook onderzoeker Fredrik Wesslau van het Stockholm Centrum voor Oost-Europese Studies dat pogingen om escalatie te voorkomen eerder averechts werken. „Het echte risico ligt erin dat Rusland de westerse besluitvorming blijft testen, en dat het Kremlin gelooft dat er bij verdere escalatie geen verzet wordt geboden”, schreef -Wesslau deze week in Foreign Policy.
Net als Litouwen wil ook de Poolse regering meer doen om het Europese luchtruim te beschermen tegen raketten en drones uit Rusland – méér dan de NAVO van plan is. De Poolse minister van Buitenlandse Zaken, Radoslaw Sikorski, vindt zelfs dat zijn land de „plicht” heeft om Russische projectielen neer te halen voordat ze hun luchtruim bereiken, ongeacht de vrees bij de NAVO voor escalatie van de oorlog, zei hij onlangs tegen de Financial Times. „Het lidmaatschap van de NAVO gaat niet boven de verantwoordelijkheid van elk land voor de bescherming van zijn eigen luchtruim – dat is onze eigen constitutionele plicht.”
Polen en Oekraïne kwamen eerder deze zomer overeen te onderzoeken of Polen Russische raketten en drones in het Oekraïense luchtruim kan neerhalen als zij zich in de richting van het Poolse grondgebied bewegen. Secretaris-generaal Stoltenberg was tegen dat idee, omdat het risico dan bestaat dat het bondgenootschap „betrokken raakt bij het conflict”.