N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Top-10 Wat zijn de mooiste vogels in Nederland? Stadsecoloog Anneke Blokker wijst haar favorieten aan.
Het miegelt van de vogels in de tuin van Anneke Blokkers huis aan de rand van Edam. Vlak voor haar tuinramen biedt ze vetbollen en andere ‘vogelsnacks’ aan. Tijdens een anderhalf uur durend gesprek komen daar mussen op af en spreeuwen, vinken, mezen, wilde eenden, tortelduiven, een holenduif, een fazant en een halsbandparkiet. En dat is nog maar een fractie van de soorten die ze vanuit haar leunstoel regelmatig ziet langskomen, zegt ze. Ook winterkoninkjes, kepen, heggenmussen, groenlingen, ijsvogels, grote bonte spechten en groene spechten komen bij haar buurten. Met haar man Daan, ook ecoloog, en hun dochter Vos beleven ze veel plezier aan hun tuin, zegt ze: „Wij kijken geen televisie, wij kijken vogels.” Regelmatig publiceert ze ook over vogels.
Blokker (41) studeerde biologie en bos- en natuurbeheer. Veertien jaar werkte ze als stadsecoloog bij de Gemeente Amsterdam. Samen met een collega publiceerde ze in 2018 het Handboek natuurinclusief bouwen en ontwerpen. Deze gids voor stedenbouwers, (landschaps)architecten en ontwikkelaars bevat twintig ideeën voor het groener maken van gebouwen en de openbare ruimte. Deze ideeën, die bij de ontwikkeling van de woonwijk IJburg in de hoofdstad met succes werden toegepast, zijn inmiddels bij veel meer Nederlandse gemeenten het uitgangspunt bij stadsontwikkeling. Het gaat bijvoorbeeld om neststenen voor vogels, kasten voor vleermuizen, insectenhotels, bijenbakstenen, groene daken en natuurspeelplaatsen. Door natuurinclusief te ontwerpen, legt Blokker uit, creëer je in steden een ecosysteem met meer biodiversiteit en een prettig leefklimaat, zowel voor mens als dier.
Haar hart ligt in elk geval bij het mooier maken van de wereld voor mens en dier. Of voor dier en mens. Over wie ze voorop moet stellen, zegt ze te twijfelen.
Een top tien van geliefde vogels samenstellen kostte moeite, zegt Blokker. Zoveel vogels zijn haar dierbaar. Liever had ze een top zestig gemaakt.
10 Dwergstern
Anneke Blokker: „De dwergstern is het allerliefste meeuwtje, zo schattig. Maar half zo groot als een visdief. Zwarte kap, wit voorhoofd, gele poten en de drie buitenste slagpennen grijsachtig blauw. Ze hebben ook een bijzondere snavel: geel met een zwart puntje. Broeden doen ze op de Waddeneilanden en in de kop van Noord-Holland, op schelpenvlakten. Hoewel vogelgriep er helaas flink heeft ingehakt, kun je in het voorjaar bij De Putten, een binnenwater langs de kust ten noorden van Camperduin, het fascinerende paringsritueel bekijken. Paartjes dansen dan in de lucht, dragen visjes aan elkaar over, echt aandoenlijk.”
9 IJsvogel
„De ijsvogel is met de wielewaal de meest exotische vogel in ons land. Als zo’n blauw-oranje flits langs schiet word ik helemaal gelukkig, zo’n mooi dier. Onder andere door de klimaatopwarming heeft de ijsvogel een opmars gemaakt in Nederland. Ze leven zelfs in stadsparken. Dat komt omdat stilstaand water steeds minder vaak dichtvriest. Ondanks zijn naam is de ijsvogel niet bestand tegen langdurige strenge vorst. Als sloten langer dan een week dichtgevroren zijn, komt hij als viseter in de problemen. In de strenge winter van 2021 is de populatie gedecimeerd. Gelukkig reproduceert de ijsvogel gemakkelijk, met drie legsels in het voorjaar. Achter onze tuin is een sloot met overhangende takken: daar leeft wat ik ‘onze ijsvogel’ noem. Als het streng heeft gevroren ben ik steeds opnieuw blij als ik hem weer zie.”
8 Nachtzwaluw
„De nachtzwaluw is een mysterieuze nachtvogel die vooral in beschermde natuurgebieden leeft, zoals de Schoorlse Duinen en de Veluwe. Overdag zie je ze nauwelijks. Dan slapen ze op de grond tussen de dorre bladeren of plat op een tak. Door hun waanzinnige schutkleuren hebben ze iets van een stuk berkenboomstam. Ze vliegen bij schemering en ’s nachts, vaak met duidelijk hoorbare vleugelslag. Maar voordat je ze ziet, hoor je eerst hun langdurige, ratelende zang, egrr-ogrr, dat sterk lijkt op het geluid van de rugstreeppad. Nachtzwaluwen broeden op de grond en zijn daardoor kwetsbaar: je gaat zo op ze staan. Gelukkig gaat het redelijk goed met ze, al heeft de nachtzwaluw wel last van de klimaatverandering. Bij Schoorl is jaren geleden door brand een broedgebied verloren gegaan.”
7 Winterkoning
„Op de goudhaan en de vuurgoudhaan na is de winterkoning de kleinste vogel in Nederland. Ze wegen slechts een gram of acht. Toch komt er een potje geluid uit: met gemak 90 decibel. Dat is vergelijkbaar met een overvliegend vliegtuig in de buurt van Schiphol. Waarom zoveel lawaai? Bij vogels is zang altijd geënt op territorium en op indruk maken op de dames. We boffen, we hebben winterkoninkjes in onze tuin. Met de verrekijker bekijk ik graag de tekening van hun verenkleed. Ik noem ze altijd de tuintijgers, met al die stipjes en streepjes. Dat kittige staartje is ook geweldig. Wat grappig is: het mannetje bouwt tot wel tien nestjes. Dan heeft mevrouwtje winterkoning wat te kiezen.”
6 Waterspreeuw
„Indrukwekkend wat deze vogelsoort kan. Waterspreeuwen gebruiken hun vleugels om onder water te zwemmen en kunnen over de bodem van snelstromende rivieren en beken lopen, op zoek naar voedsel, zoals larven van steenvliegen en waterpissebedden. Dat kunnen ze door hun waterafstotende verenkleed, hun sterke poten en het transparante membraan dat hun ogen afschermt, een soort duikbril waardoor ze onder water kunnen kijken. Als wintergast zijn waterspreeuwen in Nederland zeldzaam. In Limburg en de Amsterdamse Waterleidingduinen komen ze als dwaalgast voor. In Engeland, Slovenië en Portugal zag ik ze vaker. Als ik zulke bijzondere vogels zie, maken mijn hersenen dopamine aan. Ik word er heel blij van.”
5 Drieteenstrandloper
„Drieteenstrandlopers broeden in arctische gebieden: in Spitsbergen, Groenland en Noord-Siberië. In de winter kun je ze aantreffen aan de vloedlijn van onze stranden. Dan is het toch indrukwekkend om te weten dat die kleine vogels zo’n enorme en barre reis achter de rug hebben. Veel vogels hupsen, de drieteenstrandloper, die geen achterteen heeft zoals veel andere vogels, lijkt zich op wieltjes voort te bewegen. In rollende gang gaan ze achter afrollende golfjes aan, een reuze komisch tafereel. Het zijn net stripfiguurtjes, in mijn beleving zijn ze door Pixar gemaakt.”
4 Pestvogel
„De pestvogel broedt niet in Nederland. Als de bessen in Scandinavië en Siberië opraken, komen ze ’s winters af en toe hiernaartoe. In goede jaren is er soms sprake van een invasie. Op de gekste plekken, vaak in de buurt van bessendragende struiken, kun je ze dan tegenkomen. Ik las laatst dat ze op een industrieterrein in de kop van Noord-Holland gesignaleerd waren. De kleuren van pestvogels zijn prachtig: zachtroze op de kop in combinatie met primaire kleuren, zoals de rode vlekken op de vleugels en de gele eindbandering op de staart – een kunstwerk! Hun roep heeft iets van een lieflijk belletje, haast een ringtone. De naam? Die dateert uit de middeleeuwen. Deze vogels werden een paar keer gesignaleerd vlak voor een pestepidemie uitbrak. Slaat nergens op: de pestvogel is een heel lieve vogel.”
3 Hop
„Een in Nederland zeldzame vogel waarmee het gelukkig weer iets beter gaat. In de Waterleidingduinen tussen Zandvoort en Noordwijk zijn in boomholten broedparen gesignaleerd. Daar heb ik ze gezien, maar nog veel beter kon ik ze twee jaar geleden observeren in Portugal, op een kalig terrein aan de kust boven Lissabon. Voor mijn neus zat een paartje in de grond te poeren naar insecten. Ze trokken zich niks van me aan. Als de hop zo rustig rondscharrelt is het best een gewone vogel. Maar zodra zich een indringer meldt gaan de kuif en de staart omhoog en transformeert de hop tot een flamboyante kip. Best een stoere vogel ook: ze eten veenmollen, insecten die wel zeven centimeter groot kunnen worden.”
2 Spreeuw
„De spreeuw is een absoluut ondergewaardeerde vogel, zowel wat betreft uiterlijk als qua zang. Het zijn net mensen, echte hittepetitten. Ze kunnen met elkaar babbelen als Italianen. De metallic kleuren van hun verenkleed zijn prachtig. En dan de spreeuwenwolken aan het eind van de herfst. Zo’n wolk met duizenden, wild zwermende vogels is een lust voor het oog. Wij kunnen naar de maan vliegen, maar hoe die spreeuwen zo onwaarschijnlijk mooi met elkaar samen kunnen vliegen weten we niet. Spreeuwen zijn ook geweldige imitatoren. Op het Amstelstation in Amsterdam heb ik weleens de trein gemist door wat ik als ‘mijn spreeuw’ was gaan beschouwen. Die deed altijd bovenop het informatiebord treingeluiden na: het fluitje van de conducteur en de ringtones van mobieltjes – een gratis concert.”
1 Baardmannetje
„Het baardmannetje is het allerleukste vogeltje dat ik ken. Zo komisch. Niet alleen qua tekening, met die bakkebaarden, of beter gezegd, overhangende snor, maar ook qua gedrag. Baardmannetjes zijn super lenig, alsof ze op yoga zitten. Met de heupen wijd uit elkaar hangen ze in de winter in het riet, soms zelfs ondersteboven, aan twee stengels, op zoek naar zaden.
„Op weg naar huis stop ik weleens bij de Volgermeerpolder, daar heb je veel baardmannetjes. Eerst hoor je dat typische blikkerige geluid van ze: ting, ting. Als je dat eenmaal hebt gehoord, herken je het voortaan. Als ik natuurrondleidingen geef, zeg ik dat ook altijd: je gaat zoveel meer zien als je het doorhebt. Daar wordt je wereld zoveel leuker van.
„Als ik in de Volgermeerpolder rustig bij het riet ga zitten, begint het feest al snel. Daar kan ik de baardmannetjes goed van dichtbij bekijken en met elkaar horen praten. Het is een vogel die zich goed laat ervaren, een tamelijk tam en clownesk vogeltje. En stoer ook: ze overwinteren hier toch maar mooi.”
Illustraties Ted Struwer